Category: Psychologisch woordenboek

Misverstand: ‘Vrije wil bestaat en daarom neem ik nu een kopje koffie.’

Jij hebt vrije wil, toch? Want als ik je zou vragen een willekeurige hand op te steken dan zou je, afhankelijk waar je behoefte aan hebt, je linkerhand kunnen opsteken. Of je rechterhand. Of géén hand. Of beide handen. Of je linkervoet? Jíj kiest wat je wilt, omdat je een vrije wil hebt. Vrije wil = kunnen kiezen. Simpel.

Sjonge, waarom precies doen filosofen dáár ook alweer zo moeilijk over?

Nou, ten eerste omdat die redenering toch niet klopt. Even terug naar dat simpele testje met die hand. Steek nu maar eens echt een van beide handen omhoog. Kies maar. Ik wacht wel even.

Stel dat jij je rechterhand had opgestoken. Kun jij verklaren waarom je niet je linkerhand opstak? Of géén hand. Als je eerlijk bij jezelf te rade gaat, kun jij niet precies zeggen waarom je het ene deed in tegenstelling tot het andere. Je kreeg gewoon ineens de behoefte om het ene te doen. En dus niet het andere. En stel dat je besloot juist het tegenovergestelde te doen als wat jouw eerste impuls je ingaf. Waar kwam die behoefte dan ineens vandaan? Misschien werd die ingegeven omdat mijn verzoek je irriteerde en je toch wilde bewijzen dat jíj in controle bent? Wie weet. In alle gevallen: waar ook is hierin plaats voor de vrije wil?

Wetenschappelijk gezien is er alvast geen enkele ruimte voor. In de jaren zeventig deed neuroloog Benjamin Libet een nogal schokkende ontdekking. Bij eenzelfde soort testje als hierboven kon hij met vrij simpele EEG-hersenapparatuur (een soort badmutsje met elektroden dat potentiaalverschillen in de hersenen in kaart brengt) een halve seconde eerder voorspellen wat zijn proefpersonen zouden doen voordat ze het zelf wisten. De keuze was: klik op de rechter- of linkerknop, wat je maar wilt.

Wat de proefpersoon ook besloot, via de aangesloten EEG kon Libet het al eerder zien. Dit is nogal een harde klap in het gezicht van de voorvechter van vrije wil. De klappen worden harder. Met de moderne apparatuur (fMRI) van nu blijken onderzoekers zelfs 7 tot 10 seconden eerder te weten wat hun hun proefpersonen doen voordat zij het zelf door hebben. Deze experimenten zijn keer op keer herhaald. Hoe geavanceerder onze apparatuur wordt hoe duidelijker te zien valt: je hersenen hebben al besloten wat jij gaat doen voordat jij het zelf weet. Pas op het moment dat jij je de beslissing gewaar wordt, denk je er iets bij als: ‘Mijn vrije wil kiest nu voor koffie en niet voor thee.’

Gedachten verschijnen gewoon
Eigenlijk zouden de resultaten van Libet & co ons niet zo moeten verbazen. We hebben die breinscanners niet nodig om te zien dat vrije wil een illusie is. Puur door introspectie kunnen we dat ook zien: jij weet nu net zo min wat je over tien seconden zult denken als over tien jaar. Het is net zo mysterieus. Ik kan zou jou nu kunnen vertellen over een pingpongende man met een rode pruik, een wit geschminkt gezicht en een rode fopneus en jij ziet misschien een clowneske figuur in je bewustzijn opduiken. Het volgende moment – als je stopt met lezen – denk je weer misschien na over je afspraak morgen, de volgende maaltijd, Geert Wilders? Je weet het pas achteraf. Gedachten en behoeften komen (onophoudelijk) voort uit oorzaken en redenen waar we ons niet bewust van zijn.

Het komt erop neer: we merken alle veranderingen in ons bewustzijn wel op, maar we hebben er niet zelf voor gekozen. Net zoals je niet kiest voor je huidige zintuiglijke waarneming, geldt dat ook voor je gedachten en verlangens. Je eigen gedachten verschijnen net zo ‘mysterieus’ in je bewustzijn, als de woorden op dit blog. Die verschijnen gewoon zonder dat jij daarover bewuste controle uitoefent. Ze overkomen je. (Wat overigens niet betekent dat je er geen invloed over kunt hebben.)

Slimmeriken zullen tegenwerpen dat de vrije wil erin schuilt dat je bewust kunt kiezen iets niet te doen. ‘Dieren’, zullen ze zeggen, ‘hebben geen vrije wil, wij wel. Wij kunnen onze natuur overstijgen, omdat we de keuze hebben onze impulsen te onderdrukken.’ Nogmaals, deze afleidingsmanoeuvre brengt ons nergens. Elke beslissing, gedachte of intentie komt uiteindelijk voort uit voorgaande oorzaken waar jij uiteindelijk weinig tot niets mee te maken hebt gehad. Ook de keuze om iets niet te doen. Elke gewaarwording leidt, als je ver genoeg zou kunnen terugkijken, naar het begin van het universum de Big Bang. Het hele universum heeft gemaakt dat jij dit nu leest. Een mooie gedachte vind ik.

Misplaatste trots
Als de vrije wil eigenlijk al meteen in jouw rechtstreekse ervaring verloren gaat, dan voorspelt dat weinig goeds voor jouw leven als geheel. Laten we voor de volledigheid toch ook maar de volgende confronterende vraag stellen: ben jij (als de persoon die je nu bent) het resultaat van je vrije wil? Ben jij geworden wie je bent door eigen verdienste? Kun je terecht dat je trots kunt zijn op wat je puur door jouw eigen toedoen hebt bereikt? Of teleurgesteld omdat je weinig van je dromen terecht hebt gebracht?

Hmm, laat eens zien. Je koos alvast niet waar en wanneer je geboren ging worden. Geslacht, genen, taal, cultuur, eerste kleuterklasje, algemene intelligentie, lengte. Ook niet echt jouw keuze, wel? Laten we het iets lastiger maken. Je hobby’s en muzieksmaak bijvoorbeeld, zelf gekozen? Daar heb je toch wel echt invloed op gehad? Denk er rustig over na: kun jij écht verklaren waarom je liever met poppen speelde dan met autootjes? Of waarom je tekenen leuker vond dan spelen met lego? Of waarom de Beatles je meer raakten dan de Stones? Zal ik doorgaan of is het inmiddels duidelijk? Ook jouw verlangens, angsten en neigingen overkwamen je.

De belangrijke keuzen op knooppunten in jouw leven zijn door willekeur en automatisch wikken en wegen in je onbewuste brein tot stand gekomen, zonder dat jij er uiteindelijk echt veel over te zeggen had. Hoeveel je er ook over las, met wie je ook praatte, hoeveel je er ook over nadacht, je deed uiteindelijk gewoon elke keer datgene wat het meest voor de hand liggend voelde. Zonder dat je helemaal precies wist waarom. De ene studie trok je toch net wat meer dan die andere. Je was uiteindelijk toch liever alleen dan met die ene partner. Je ging meestal liever naar het café dan naar de sportschool, maar soms niet. Daar had je achteraf misschien even spijt van toen je merkte dat een vriend die harder studeerde een topbaan kreeg aangeboden. Maar dat ging voorbij toen je nieuwe partner in het café ontmoette, enzovoorts.

Vrije wil versus de ziel
Veel mensen proberen de vrije wil op hun plek gehouden door geloof in God, de ziel, karma, kwantummechanica of andere bovennatuurlijke zaken. De metafysica biedt echter ook geen échte uitweg. Zelfs als het van een transcendente ziel zou kloppen: je hebt uiteindelijk ook niet voor die ziel gekozen? Of je karma. Waarom heeft de ene persoon de ziel van een loser of psychopaat en de ander van een winnaar of held? Zoals een bekende psycholoog ooit na een gedachte-experiment concludeerde: ‘Als ik atoom voor atoom jou zou zijn geweest, dan was er niks in mij dat zou kunnen beslissen iemand anders te zijn.” Jij hebt er uiteindelijk net zomin voor gekozen te zijn wie je bent als de seriemoordenaar Jeffrey Dahmer dat heeft gedaan. Hoe vreselijk het gedrag van laatstgenoemde ook is, jij zou in zijn situatie (met zijn lichaam, achtergrond en hersenstaat) precies hetzelfde hebben gedaan. Jij hebt hopelijk meer mazzel met jouw levenslot dan hij en zijn slachtoffers.

Oeps, zei ik levenslot. Voor je me nu wegzet als een deterministische fatalist die denkt dat we gedoemd zijn ons leven als een marionet van willekeur en toeval te slijten. Zo is het ook weer niet. Behalve dat het nuttig en onvermijdelijk is om te leven alsof we wel vrije wil hebben – dat geeft richting aan ons leven – worden wij ook gedwongen om keuzen te maken. Als jij gelukkig en gezond wilt zijn dan moet je daar actief moeite voor doen. Als jij op vakantie wilt naar Turkije, dan zal dat niet zomaar gebeuren. Daarvoor moet je plannen, geld overmaken, je tas inpakken, het vliegtuig pakken, enzovoorts. Als jij wilt stoppen met roken dan zul je daar actief iets over moeten beslissen. Plannen hoe je ‘nee’ zult zeggen als iemand je een sigaret aanbied op een feestje en hoe je met moeilijke momenten zult omgaan.

Wel zouden we kunnen zeggen dat jij niet gekozen hebt voor je behoefte om te stoppen met roken. Ineens vond je het écht welletjes en besloot je dat het maar voorbij moest zijn. Maar waarom precies op dat moment en niet eerder of later? Dat weet je nooit helemaal. En zal het je lukken succesvol te stoppen? Met de kennis en motivatie van nu lukt het je misschien wel. En zelfs als het niet lukt, leer je (onbewust) misschien iets waardoor het volgende keer wel lukt. Bijvoorbeeld dat het lastig is om te stoppen als je liefdesverdriet hebt. Hoe dan ook: je hebt geen vrije wil nodig om de keuzes maken en besluiten moeite te doen voor een doel in de toekomst. Ze sluiten elkaar niet uit. En door bepaalde dingen wel of niet te doen vergroot je de kans dat je leven lijkt op wat je wilt dat het is.

Vrije wil en liefde
Veel mensen worden verdrietig van het idee dat vrije wil niet bestaat. Ze hebben het gevoel dat dat het leven minder waard maakt. Het maakt het lastiger om trots te zijn op eigen prestaties en de rotte appels in onze maatschappij te veroordelen. Niemand is uiteindelijk écht verantwoordelijk voor zijn (mis)daden. Conservatieve geesten zijn bang dat mensen zich als beesten gaan gedragen als wij de vrije wil tot illusie verklaren.

Je kunt het ook anders zien. Zonder vrije wil wordt het makkelijker om sympathie en liefde te voelen voor anderen en onze verbondenheid te vieren. Natuurlijk, de psychopaat die een gevaar is voor de maatschappij moet achter tralies, de belastingfraudeur die leeft op kosten van de rest moet bestraft worden. En inderdaad, het is lastig om te houden van een pestkop, maar zonder de illusie dat dit door zijn vrije wil komt, krijg je wel meer inzicht in en begrip voor voor hoe hij is geworden. De liefdeloze psychopaat, die zich niet met anderen verbonden voelt, heeft in zekere zin heeft veel pech gehad met zijn levenslot.

Het gemis van de vrije wil betekent niet dat we onverschillig moeten zijn voor het leed en onrecht dat we om ons heen zien, het betekent alleen dat we helderder zien waarom de wereld is zoals zij is.

Meer lezen? Neuropsycholoog en filosoof Sam Harris schreef een kort, glashelder boek zonder onnodig jargon: Free will.

eKudos Nu Jij

Waarom ook heel incompetente mensen president worden?

Psychologisch woordenboek: het Dunning-Kruger-effect
Misschien heb je jezelf in een cynische bui wel eens afgevraagd: waarom wordt de wereld bestuurd door schietgrage malloten? Waarom ziet de tv scheel van praatzieke kakelkoppen die eigenlijk niks te zeggen hebben? Hoezo is mijn baas – die in zijn eentje amper koffie kan zetten – ooit op die directeursstoel gekomen? En, erger, waarom nemen mijn collega’s hem überhaupt serieus?

Het antwoord heeft deels te maken met het Dunning-Kruger-effect, een vorm van zelfoverschatting. We spreken van het Dunning-Kruger-effect wanneer iemand zijn eigen capaciteiten en kennis op een bepaald gebied, in vergelijking met anderen, veel te hoog inschat. Juist door een grote mate van incompetentie kan iemand blind zijn voor hoe incompetent hij eigenlijk is: hij weet eenvoudig niet wat het betekent om (op dat gebied) goed en competent te zijn. En daarom kan hij ongestoord denken dat hij dat zelf is.

Andersom hebben mensen die werkelijk bovengemiddeld competent zijn – echt begaafde mensen – al snel de neiging hun eigen kunnen te onderschatten. Wanneer het vaardigheden betreft die henzelf makkelijk afgaan, kunnen zij ten onrechte denken dat dit bij anderen ook wel zo zal zijn. Het is voor hen niet zo bijzonder.

Heel incompetente mensen schatten zichzelf al snel te hoog in, erg competente mensen schatten juist anderen snel te hoog in. Dit fenomeen werd in 1999 op de wetenschappelijke kaart gezet door de psychologen Dunning en Kruger. Zij lieten zien dat hoe slechter psychologiestudenten op een test scoorden hoe meer zij dachten dat dit niet zo was. Het Dunning-Kruger-effect is daarna door andere onderzoekers op tal van gebieden bevestigd.

Oké, zul je misschien denken, dat snap ik wel, maar hoe kan het dat extreem incompetente mensen soms de absolute top van de sociale ladder bereiken? Zijzelf kunnen denken dat ze fantastisch zijn, maar anderen zien daar toch zo doorheen? Goede vraag. Hoe kan een onbenul als Sarah Palin bijna vice-president van het machtigste land van de wereld worden? Hoe kan een baviaan als Silvio Berlusconi jarenlang de hoogste baas van een heus (democratisch) land zijn geweest?

Zelfoverschatting is een ‘nuttige’ illusie, wánt niet gehinderd door zelftwijfel kan iemand puur op toeval, doorzettingsvermogen en bluf heel erg ver komen. Terwijl jij gepijnigd wordt door faalangst en twijfels of je niet… toch… misschien… morgen… of overmorgen een sollicitatiemailtje moet sturen, heeft de Zelfoverschatter (M/V) al ergens zijn voet tussen de deur.

Door zijn gevoel van superioriteit is de Zelfoverschatter veel actiever bezig zijn doelen te halen dan anderen. Daarbij krijgt hij al snel het voordeel van de twijfel omdat mensen nou eenmaal geneigd zijn te vertrouwen op mensen die zichzelf vertrouwen. Waar rook is, is vuur en waar zelfvertrouwen is, zijn vast ook vaardigheden die dat zelfvertrouwen rechtvaardigen. De Zelfoverschatter krijgt door dit vooroordeel, ondanks zijn incompetentie, meer dan genoeg kansen aangeboden. En hij zal die uiteraard ten volle benutten en promoten, waardoor hij in de gelegenheid komt waardevolle dingen te leren, een netwerk op te bouwen en zijn cv te pimpen. En hierdoor zwaaien deuren in de toekomst nog makkelijker voor hem open.

Daarnaast hebben Zelfoverschatters vaak simpele oplossingen voor complexe problemen. En daar houden mensen van. Complexiteit doet ‘auw’ in de hersenen. Snelle, haalbare antwoorden, uitgesproken met kracht, verlichten direct de spanning van die onzekerheid. Zelfs als die antwoorden nergens op slaan. ‘Nou, hij zal het wel weten dan.’ Mensen die lang nadenken (over de nuances en alternatieven) weten blijkbaar niet wat er te doen staat. Dit werkt allemaal in het voordeel van de Zelfoverschatter. Hij kan een reputatie opbouwen als iemand met lef, rauwe eerlijkheid en heldere antwoorden. ‘Hij zegt tenminste wat wij stiekem denken.’

Als de Zelfoverschatter op een gegeven moment wat macht of status heeft verworven dan zullen ineens andere mensen iets van hem (en zijn succes) willen. Dat maakt zijn positie nog sterker. Zelfs al is zijn incompetentie voor buitenstaanders nog zo zichtbaar, wanneer de Zelfoverschatter eenmaal wordt omringd door slijmerds die iets van hem nodig hebben, kan hij zijn imperium rustig verder uitbouwen. Op een gegeven moment gaan ook sceptici twijfelen: ‘Misschien heb ik iets over het hoofd gezien en moet ik mijn oordeel bijstellen. Blijkbaar doet-ie toch iets goed.’ En als zelfs de sceptici overstag gaan, kan het hard gaan. Voor je het weet is de Zelfoverschatter directeur, hooggeplaatst politicus of president van een land.

In een maatschappij waar gebakken lucht, marketing en zelfpromotie overgewaardeerd worden, is het voor de gemiddelde Zelfoverschatter goed toeven. Had je dit allemaal geweten, dan had je dat sollicitatiemailtje vast al eerder verstuurd.

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: schrijversblok

Schrijven is een creatief proces waarvoor een zekere mate van concentratie, flow en mentale rust nodig is. En daar heb je maar weinig bewuste controle over. Eén vervelend telefoontje en de magie is alweer gebroken.

Als een schrijver langere tijd geen inspiratie heeft om te schrijven noemen we dat een writer’s block (of schrijversblok als je het Nederlands wilt houden). Deze ‘diagnose’ klinkt misschien specifiek, maar de oorzaken die aan dit zwarte inspiratiegat ten grondslag kunnen liggen maken het een vaag probleem. Die oorzaken kunnen van alles zijn. Lichamelijke ziekte, faalangst, verbroken relatie, geldzorgen, verliefdheid, deadlinestress, een hersenschudding. Waarschijnlijk is het een combinatie van verschillende factoren die het delicate schrijversbrein onder druk zetten.

Hoe ontstaat writer’s block in de hersenen?
Schrijversblok lijkt vooral een gevecht te zijn tussen het bewuste en het onbewuste brein. De hersenen kun je zien als een fabriek waarbij verschillende, met elkaar oncurrerende afdelingen om controle vragen. Het ene gedeelte houdt de energiehuishouding in de gaten. Een ander gedeelte scant de omgeving op eventuele gevaren en misstanden. Enzovoorts. We kunnen ons op elk moment slechts van een klein deel bewust zijn van wat er allemaal in ons eigen brein omgaat. Ons onderbewustzijn bepaalt heel autoritair welke prikkels voorrang krijgen en aandacht verdienen van het bewustzijn. Oude hersengebieden zijn hierbij veel dominanter dan de nieuwe. Vooral stress en angst maken dat evolutionair oude primitieve hersengebieden (vooral de hersenstam) gaan heersen ten koste van meer beschaafde delen zoals de hersenschors, waar taal en mooie gedachten geproduceerd worden.

Sceptici die writer’s block een watjesprobleem van intellectuelen vinden onderschatten het probleem. Bij de meeste beroepen kun je, wanneer je psychisch onder druk staat, prima terugvallen op ingesleten routines en automatismen. Hierom hebben buschauffeurs geen driver’s block en chef koks geen cooking block. De schrijver is helaas afhankelijk van een creatieve bui waarbij zowel het bewuste als het onderbewuste brein enigszins met elkaar in harmonie zijn.

Hieronder een paar algemene tips om de schrijversblok op te heffen:

Eerst administratie doen en afwassen, dan schrijven
Therapeuten weten maar al te goed dat piekeren en tobben zelden leidt tot oplossingen. Het leidt integendeel tot meer piekeren en tobben. Nadenken over je probleem houdt het probleem vaak juist in stand. Vooral perfectionistische schrijvers kunnen zo gepreoccupeerd zijn met hun werk (of naderende deadline) dat ze soms de rest van hun leven negeren ten koste van het schrijven. Ze proberen zich soms uit alle macht op het schrijven te concentreren, terwijl hun onbewuste met andere dingen bezig is. Dat kan net zoiets zijn als klaarwakker in bed gaan liggen omdat je vindt dat je moet slapen. Dat werkt niet. Juist het onbewuste zorgt voor creatieve invalshoeken en flow. De schrijver kan maar beter gehoor geven aan het onderbewuste en even iets heel anders doen.

Omdat schrijven een uniek en individueel proces is, zijn een schrijversblok en de mogelijke oplossingen daarvoor dat ook. Er is geen vast recept om jouw onbewuste brein tot schrijven te zetten. Je kunt best wat anti-writer’s block-recepten uit het schrijvershandboek proberen, maar houd je daar niet aan vast. Wat voor jou werkt, hoeft niet voor een ander te werken. De ene persoon heeft baat bij een retraite in de natuur, de ander met korte stadstrip en meditatietraining, en weer een ander met het uit handen geven van zijn rommelige administratie die hem hoofdbrekens geeft. Oplossingen zijn synoniem met specifieke activiteiten die iemand helpen ontspannen, afleiding geven van mentale ruis en nieuwe inspiratie of perspectieven bieden.

In het geval van schrijversblok kan het helpen iets te doen dat eventuele achterliggende remmingen en zorgen kan opheffen. De administratie doen of de werkomgeving opruimen – veelal een struikelblok voor creatieve, zelfstandige schrijvers – geeft vaak direct verlichting van mentale achtergrondruis. Bij lichamelijke onrust kan het juist helpen eerst te sporten of te bewegen voordat je in rust (en goed doorbloed) achter je computer kunt zitten.

Maak korte metten met uitstelgedrag en begin gewoon
Het grote geheim om iets gedaan te krijgen is om het tot een automatisme te maken. Mensen zijn vaak lang bezig met nadenken over de verschillende mogelijkheden en het nemen van beslissingen. Noem het piekeren. Dat is uitputtend. Goede routines en rituelen stellen je in staat je energie te bewaren voor de taak zelf, in plaats van voor de beslissing. Terwijl jij piekert over hoe, wanneer, hoezo, waarom je iets moet doen had je in sommige gevallen al klaar kunnen zijn. Psychologen hebben daar een (wetenschappelijk effectief bewezen) truc voor. Begin gewoon toch aan een taak, en doe tenminste een minuut lang alsof je het de meeste interessante bezigheid van het universum vindt. Grote kans dat dat niet lukt, maar wel dat je (een deel van) de taak afkrijgt. In het geval van de schrijver kan dat betekenen dat hij gewoon begint op te schrijven wat er in hem opkomt zonder zichzelf te censureren en te wachten tot die briljante openingszin komt. De censuur, het schrappen en de briljante oneliners komen later wel weer.

Zorg dat je goed slaapt
Een goede nachtrust is nuttig voor bijna alles. het is het beste recept tegen een vermoeid brein dat met zichzelf in de knoop ligt. Ben je een slechte slaper? Probeer dat niet als een te groot probleem te zien (want daar ga je slecht door slapen), maar neem gewoonten rondom het slapen wel serieus.

Lach en wees gelukkig
In tegenstelling tot wat mensen vaak denken is ongelukkig zijn meestal niet een directe bron van inspiratie voor schrijvers. Wel indirect. Vaak is de meegemaakte ellende achteraf pas inspirerend, als het weer bergopwaarts gaat en er weer energie is om te schrijven. In een sombere of angstige stemming werken de hersenen minder goed. Stemming en een goed humeur blijken een succesrecept voor bijna alles: mensen vinden je aantrekkelijker, het verhoogt de productie en trekt succes aan. Optimistische verkopers verkopen 56 procent meer dan hun pessimistische collega’s, goedgeluimde artsen stellen betere diagnoses, blije studenten maken tentamens beter. Hoe kom je aan een goede stemming als je van nature een cynische zuurpruim bent. Niet te moeilijk denken, gewoon een potlood tussen je tanden doen en genieten van de kleine dingen.

Oplossen van achterliggende psychische problemen
In sommige gevallen liggen er serieuze psychische problemen ten grondslag aan de writer’s block. Een serieuze depressie, of burnout. Het niet goed zijn aangepast aan een nieuwe levensfase (scheiding, ziekte, dood van een dierbare). In dat geval kan het nuttig zijn eerst daaraan te werken en het schrijven tijdelijk op een tweede plan te zetten. Als de levensvreugde terugkeert, komt de inspiratie om te schrijven er vaak achteraan.

eKudos Nu Jij

Waar werken de meeste en minste psychopaten?

Eerst een misverstand uit de weg ruimen. Psychopaten zijn niet per se mensen die jou het liefst met een kettingzaag bewerken om je daarna als avondeten te serveren. Psychopaten hebben wel karaktertrekken die zulk gedrag makkelijker maken. Psychopathie is een persoonlijkheidsstoornis (anti-sociale persoonlijkheidsstoornis) bestaande uit (een aantal van) de volgende eigenschappen: oppervlakkige emoties, weinig angst, stressbestendig, heel weinig empathie, gebrek aan schuld en spijtgevoelens, egocentrisch, oppervlakkig karakter, manipulatief, onverantwoordelijk, impulsief en antisociale gedragingen zoals een parasitische levensstijl en criminaliteit. Op hersenscans is goed te zien deze onderkoelde kikkers met veel minder medeleven op pijn reageren als ‘gezonde’ mensen. Het doet ze gewoon niet zoveel te merken dat een ander lijdt.

Dat te hebben gezegd, wat zijn de beroepen/werkvelden waar mensen het hoogst scoren op de psychopathie-ladder? Een toptien:
1. Directeur
2. Advocaat
3. Media (tv/radio)
4. Verkoper
5. Chirurg
6. Journalist
7. Politieagent
8. Kerkelijke
9. Chefkok
10. Ambtenaar

Beroepen met de minste psychopatie:
1. Sociaal hulpverlener
2. Verpleger
3. Psychotherapeut
4. Handwerker/ambachtsman
5. Schoonheidsspecialist/stylist
6. Ontwikkelingshelper
7. Leraar
8. Kunstenaar
9. Huisarts
10. Accountant

Waarom komt in onderste beroepen minder psychopathie voor dan in onderste? Ze vereisen een menselijke connectie en medeleven. Deze banen bieden daarnaast geen financiële voordelen, bijzondere status of macht. Beroepen als verpleger of leraar zijn niet bepaald een trekpleister voor mensen die weinig op hebben met menselijk lijden of anderen graag willen helpen. Eerstgenoemde banen weer wel: het zijn beroepen waar deze mensen hun macht kunnen uitoefenen, hun egocentrische levensstijl kunnen uitbuiten en zich minder hoeven te laten leiden door de gevoelens van anderen. Deze beroepen vragen daarnaast vaak om een koele benadering en rationele, klinische beslissingen. Mensen die empathisch, bangig of stressgevoelig zijn voelen zich van nature niet door dit soort banen aangetrokken. ‘Psychopathische’ persoonlijkheden zijn voor onze maatschappij overigens niet alleen maar slecht en ongewenst. We hebben dit soort mensen in sommige situaties nodig. Je kunt bijvoorbeeld maar beter een taakgerichte, empathieloze chirurg hebben dan eentje die gespannen raakt als ie pijn, bloed of vrees bespeurt.

Maar de chefkok in de top tien? Tja, nu je het zegt.

Via Bakadesuyo

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: persoonlijkheid

De Spaanse filosoof José Ortega de Casset zei ooit: ‘Ik ben ik en mijn omstandigheden.’ Dat voldoet prima als omschrijving van het glibberige fenomeen ‘persoonlijkheid’. Je persoonlijkheid wordt gezien als jouw onzichtbare essentie die tot uiting komt in al jouw terugkerende manieren om op de buitenwereld te reageren. Het bestaat uit het een georganiseerd geheel aan dieper gelegen neigingen, wensen, verlangens, angsten, gedragingen die deels aangeboren, deels aangeleerd zijn.

Het is een combinatie van je aangeboren temperament (‘ik ben ik…’) plus de stempel van belangrijke ervaringen en lessen in je jeugd (‘… en mijn omstandigheden’). Het is geen vaststaand ding, maar sommige trekken en neigingen blijken behoorlijk stabiel en resistent tegen verandering. Onderzoekers hebben ontdekt dat er grofweg vijf afzonderlijke trekken zijn die jouw persoonlijkheid kleuren, en dat over het algemeen een heel leven lang doen. De Big Five is oorspronkelijk gebaseerd op een Amerikaans onderzoek naar het gebruik van alle bijvoeglijk naamwoorden waarmee proefpersonen het karakter van andere mensen beschreven. Uit een statistische techniek (factoranalyse) bleken alle adjectieven terug te leiden tot een van de vijf trekken hieronder.

We vallen allemaal ergens op de lijn van elk van de onderstaande dimensies:

1. Extraversie tegenover introversie
2. Mate van persoonlijke warmte en goedaardigheid tegenover andere mensen
3. Mate van zorgvuldigheid
4. Mate van emotionele stabiliteit
5. Mate van openheid voor ervaringen; intelligentie; creativiteit

In relatief nieuw onderzoek heeft psycholoog Helen Fisher verschillende persoonlijkheidstrekken gelinkt aan het meer en minder voorkomen van bepaalde neurotransmitters in onze hersenen: dopamine, testosteron, oestrogeen, serotonine. Zij onderscheidde daarmee vier zuivere persoonlijkheidstypen en enkele subtypen.

eKudos Nu Jij

Het toeschouwer-effect: wat zou jij doen?

Sinds ik een interessant boek heb gelezen van vechtexpert Rory Miller over geweld in de echte wereld besef ik hoe weinig ik er eigenlijk vanaf weet. Behalve dan dat ik het niet wil meemaken en potentieel gevaarlijke situaties mijd. Gewelddadige situaties zijn verwarrend, vluchtig en angstaanjagend. Ik heb er – God zij geprezen – heel weinig ervaring mee, maar het verleden is niet altijd een goede voorspeller van de toekomst. Je kunt altijd een keer op het verkeerde moment op de verkeerde plek zijn. Net als ik zijn de meeste mensen – zelfs degenen die enthousiast aan een vechtsport doen – niet tot slecht voorbereid op het omgaan met heuse geweldsituaties. Ook niet als het anderen in onze omgeving gebeurt. Misschien worden wij op dat moment gespaard, maar vaak gedragen we ons als verlamd klapvee. Veel mensen staan erbij, kijken naar elkaar … en doen niks of lopen gewoon weg. Dat is het bekende toeschouwer of omstander-effect.

Het meemaken van geweld of misbruik alleen kunnen een zwaar trauma opleveren, te beseffen dat anderen je, als het er op aankomt, aan je lot overhalen maakt de psychologische wond nog gapender. Toevallig wijt de website Welingelichte kringen vandaag een (nuancerend) artikeltje over het toeschouwer-effect. Goed om daar even bij stil te zijn: wat zou jij in de de verschillende situaties doen?

Jerry Sandusky (67), rechterhand van de Penn State top-coach Joe Paterno wordt beschuldigd van 40 gevallen van seksueel misbruik. Joe Paterno moest ontslag nemen, omdat hij niet ingreep. Mike McQueary, een assistent-coach die in 2002 getuige was van de verkrachting van een kind, deed geen aangifte bij de politie. McQueary zegt dat hij het destijds aan Paterno meldde, maar dat die geen actie ondernam. Een conciërge was al 2 jaar eerder getuige van een aanranding, maar deed verder ook niets. Hoe is het mogelijk dat iemand niet ingrijpt op zo’n moment? Waarom houd je zoiets jaren stil, wetende dat de dader met jonge jongens blijft werken? Is dit een voorbeeld van het ‘toeschouwer-effect of het ‘Kitty Genovese-effect’?

Lees hier het hele artikel.

En hier een confronterend blog-artikel van neuropsycholoog en zelfverdediging-enthousiast Sam Harris.

eKudos Nu Jij

Stephen Wiltshire: de menselijke Google Earth

Psychologisch woordenboek: het Savantsyndroom
Soms lijkt een mentale achterstand op een bepaald gebied een groot talent op een ander gebied te geven. Autisme en bepaalde vormen van mentale retardatie gaan soms samen met een bijzonder geheugen voor specifieke details of abstracte getallen. Wanneer dit talent bovennatuurlijk lijkt – zoals het leren van de IJslandse taal binnen een week of het lezen van een boek in een uur en 98 % letterlijk kunnen onthouden – dan spreken we van het Savantsyndroom.

Er wordt geschat dat ongeveer 30 – 50 % van de autisten savant-achtige skills heeft. Wat maakt dat vooral autisme en het Savantsyndroom zo vaak samengaan? De criteria voor autisme geven meer inzicht: gebrekkige communicatieve vaardigheden en weinig inlevingsvermogen, een hyperfocus voor detail en obsessief, repetitief gedrag. Volgens onderzoekers maken die drie eigenschappen dat een autistisch brein zich vastbijt in een bepaald interessegebied en daar in leert uitblinken. De hersenen van idiots savants (geleerde dwazen) blijken in staat tot ogenschijnlijk onmenselijke berekeningen die voor de gemiddelde mens alleen met een hulpmiddel mogelijk zijn, met een camera, rekenmachine of computer bijvoorbeeld. Zo wordt Stephen Wiltshire weleens ‘de menselijke camera’ genoemd. Slechts na een helikoptervluchtje van 45 minuten tekent hij met bijna feitelijke accuratesse Rome na. Ik zou niet eens mijn Ikea-wasmand kunnen namaken.

Hier zie je Stephen aan het werk:

eKudos Nu Jij

Blinden kunnen leren kijken met hun oren

Psychologisch woordenboek: echolocatie
Echolocatie is het vermogen van bepaalde dieren (vleermuizen, dolfijnen en sommige walvissen) om voorwerpen te lokaliseren door zelf geluid uit te zenden en te luisteren naar de echo die wordt ontvangen door hun oor. Op die manier kunnen zij obstakels in hun omgeving bepalen. Zij kijken eigenlijk met hun oren. Er zijn een aantal blinde mensen die zich deze techniek ook eigen hebben gemaakt. Daarvoor maken ze klakgeluiden met hun tong. Volgens dit artikel op Welingelichtekringen.nl worden er steeds vaker blinde mensen getraind om hun oren als ogen te leren gebruiken. Maak in onderstaand filmpje kennis met de twee bijzondere visionairs die zich hiervoor inzetten.

eKudos Nu Jij

Doutzen Kroes heeft een vissenkop

We hebben een speciaal circuit in de hersenen dat verantwoordelijk is voor het herkennen en lezen van gezichten. Dat weten we vooral omdat dit systeem bij sommige mensen kapot is of ontbreekt.

We vallen onbewust op partners wier gezichtsverhoudingen op de onze lijken en we herkennen het meteen als we iemand heel mooi of onaantrekkelijk vinden. En toch? Schoonheid zit in het oog van de toeschouwer. Een toeschouwer die heeft geleerd van veredelde vissenkoppen te houden. De BBC laat in een minuut de evolutie van ons menselijk gezicht zien. En jep, ook Doutzen heeft een fish face, een hele gave.

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: slaapwandelen

Hoewel de meesten van ons niet meer geloven in bezetenheid door kwade entiteiten blijft slaapwandelen een mysterieus fenomeen. Twee op tien mensen spoken tijdens de diepe slaap (slow wave sleep) weleens rond. Meestal zijn het jongeren onder de 18. Ondanks dat de slaapwandelaar de ogen open heeft en zich bewust is van zijn omgeving ontbreekt ‘de geest in de machine’. Slaapwandelen – of somnambulisme zoals deze schemerige activiteit ook wordt genoemd – gaat verder dan wandelen alleen. Koken, baden, masturberen, seksen, autorijden, gebouwen beklimmen en het plegen van een moord: Het zijn allemaal geregistreerde activiteiten van mensen die eigenlijk in diepe slaap verkeerden. Het schijnt dat ongeveer twee op de tien mensen wel eens aan slaapwandelen. De ogen zijn daarbij open, er is bewustzijn van de omgeving, maar er is geen ‘geest in de machine’. Heldere oorzaken van waarom de een dagelijks slaapwandelt en de ander niet, zijn onbekend. Wat we wel weten is dat, terwijl iemand in diepe slaap verkeert, diens motorisch hersencentrum kan ontwaken om er een geheel eigen feestje van te maken.

eKudos Nu Jij