Waarom ook heel incompetente mensen president worden?
Psychologisch woordenboek: het Dunning-Kruger-effect
Misschien heb je jezelf in een cynische bui wel eens afgevraagd: waarom wordt de wereld bestuurd door schietgrage malloten? Waarom ziet de tv scheel van praatzieke kakelkoppen die eigenlijk niks te zeggen hebben? Hoezo is mijn baas – die in zijn eentje amper koffie kan zetten – ooit op die directeursstoel gekomen? En, erger, waarom nemen mijn collega’s hem überhaupt serieus?
Het antwoord heeft deels te maken met het Dunning-Kruger-effect, een vorm van zelfoverschatting. We spreken van het Dunning-Kruger-effect wanneer iemand zijn eigen capaciteiten en kennis op een bepaald gebied, in vergelijking met anderen, veel te hoog inschat. Juist door een grote mate van incompetentie kan iemand blind zijn voor hoe incompetent hij eigenlijk is: hij weet eenvoudig niet wat het betekent om (op dat gebied) goed en competent te zijn. En daarom kan hij ongestoord denken dat hij dat zelf is.
Andersom hebben mensen die werkelijk bovengemiddeld competent zijn – echt begaafde mensen – al snel de neiging hun eigen kunnen te onderschatten. Wanneer het vaardigheden betreft die henzelf makkelijk afgaan, kunnen zij ten onrechte denken dat dit bij anderen ook wel zo zal zijn. Het is voor hen niet zo bijzonder.
Heel incompetente mensen schatten zichzelf al snel te hoog in, erg competente mensen schatten juist anderen snel te hoog in. Dit fenomeen werd in 1999 op de wetenschappelijke kaart gezet door de psychologen Dunning en Kruger. Zij lieten zien dat hoe slechter psychologiestudenten op een test scoorden hoe meer zij dachten dat dit niet zo was. Het Dunning-Kruger-effect is daarna door andere onderzoekers op tal van gebieden bevestigd.
Oké, zul je misschien denken, dat snap ik wel, maar hoe kan het dat extreem incompetente mensen soms de absolute top van de sociale ladder bereiken? Zijzelf kunnen denken dat ze fantastisch zijn, maar anderen zien daar toch zo doorheen? Goede vraag. Hoe kan een onbenul als Sarah Palin bijna vice-president van het machtigste land van de wereld worden? Hoe kan een baviaan als Silvio Berlusconi jarenlang de hoogste baas van een heus (democratisch) land zijn geweest?
Zelfoverschatting is een ‘nuttige’ illusie, wánt niet gehinderd door zelftwijfel kan iemand puur op toeval, doorzettingsvermogen en bluf heel erg ver komen. Terwijl jij gepijnigd wordt door faalangst en twijfels of je niet… toch… misschien… morgen… of overmorgen een sollicitatiemailtje moet sturen, heeft de Zelfoverschatter (M/V) al ergens zijn voet tussen de deur.
Door zijn gevoel van superioriteit is de Zelfoverschatter veel actiever bezig zijn doelen te halen dan anderen. Daarbij krijgt hij al snel het voordeel van de twijfel omdat mensen nou eenmaal geneigd zijn te vertrouwen op mensen die zichzelf vertrouwen. Waar rook is, is vuur en waar zelfvertrouwen is, zijn vast ook vaardigheden die dat zelfvertrouwen rechtvaardigen. De Zelfoverschatter krijgt door dit vooroordeel, ondanks zijn incompetentie, meer dan genoeg kansen aangeboden. En hij zal die uiteraard ten volle benutten en promoten, waardoor hij in de gelegenheid komt waardevolle dingen te leren, een netwerk op te bouwen en zijn cv te pimpen. En hierdoor zwaaien deuren in de toekomst nog makkelijker voor hem open.
Daarnaast hebben Zelfoverschatters vaak simpele oplossingen voor complexe problemen. En daar houden mensen van. Complexiteit doet ‘auw’ in de hersenen. Snelle, haalbare antwoorden, uitgesproken met kracht, verlichten direct de spanning van die onzekerheid. Zelfs als die antwoorden nergens op slaan. ‘Nou, hij zal het wel weten dan.’ Mensen die lang nadenken (over de nuances en alternatieven) weten blijkbaar niet wat er te doen staat. Dit werkt allemaal in het voordeel van de Zelfoverschatter. Hij kan een reputatie opbouwen als iemand met lef, rauwe eerlijkheid en heldere antwoorden. ‘Hij zegt tenminste wat wij stiekem denken.’
Als de Zelfoverschatter op een gegeven moment wat macht of status heeft verworven dan zullen ineens andere mensen iets van hem (en zijn succes) willen. Dat maakt zijn positie nog sterker. Zelfs al is zijn incompetentie voor buitenstaanders nog zo zichtbaar, wanneer de Zelfoverschatter eenmaal wordt omringd door slijmerds die iets van hem nodig hebben, kan hij zijn imperium rustig verder uitbouwen. Op een gegeven moment gaan ook sceptici twijfelen: ‘Misschien heb ik iets over het hoofd gezien en moet ik mijn oordeel bijstellen. Blijkbaar doet-ie toch iets goed.’ En als zelfs de sceptici overstag gaan, kan het hard gaan. Voor je het weet is de Zelfoverschatter directeur, hooggeplaatst politicus of president van een land.
In een maatschappij waar gebakken lucht, marketing en zelfpromotie overgewaardeerd worden, is het voor de gemiddelde Zelfoverschatter goed toeven. Had je dit allemaal geweten, dan had je dat sollicitatiemailtje vast al eerder verstuurd.