Over het grote vogelenbeest en andere monsters: hoe het individu groot kan zijn
Wanneer het gaat om natuurspektakels is weinig zó indrukwekkend als de dans van een spreeuwenzwerm. Soms duizenden vogels die zich gedragen als één groot angstaanjagend beest. Het is een indrukwekkende evolutionaire strategie om vijanden te verjagen. Met een beetje fantasie zie je in luttele seconden trechters, tornado’s, zandlopers, schroeven, roggen en waaiers ontstaan. Het Nationaal Ballet is er niets bij.
Filosofisch ingestelde geesten zullen zich bij dit schouwspel vast afvragen: bezitten vogels die in zwermen vliegen een collectieve geest die hen in staat stelt als één geheel te bewegen? Zijn het dieren met een hogere intelligentie, een complex instinct of telepathische gaven?
De uiteindelijke wetenschappelijke verklaring blijkt simpeler. Middels een computermodel (dat levende systemen imiteert) kunnen wetenschappers met slechts drie simpele wiskundige regels de ogenschijnlijk onnavolgbare patronen van een spreeuwenzwerm nabootsen:
1. Zorg dat de digitale spreeuwen allemaal op dezelfde snelheid vliegen.
2. Laat elke spreeuw op hun directe buren letten zodat ze niet met elkaar botsen.
3. Geef elke spreeuw de mogelijkheid van richting te veranderen als deze een (vermeende) vijand of obstakel ziet.
Wanneer elke vogel zich aan deze drie gedragsregels houdt ontstaat er een enorm vogelenmonster dat razendsnel van vorm kan veranderen. De zwerm gaat in seconden van langwerpig naar breed, van donker en geconcentreerd naar open en groot. Die dramatische vormveranderingen ontstaan doordat spreeuwen altijd met dezelfde snelheid blijven vliegen. Ook als zij een bocht maken. Hierdoor worden ze tijdens elke draai gedwongen om langs, onder of boven elkaar te vliegen en steeds een nieuwe positie in het geheel te krijgen. Een zwerm die plat en breed is, wordt na een draai van negentig graden lang en smal, enzovoorts.
De spreeuwenzwerm is vergelijkbaar met een clubje haringen en andere vissen die in scholen zwemmen. Ook zij verenigen zich tot een groot collectief om individueel minder kwetsbaar te zijn voor roofvissen. Er is echter een verschil. De dramatische vormveranderingen blijven uit. Een vissenmonster is vormvaster en blijft als het kan langgerekt. Vissen die elkaar achterna zwemmen, remmen af om een botsing te vermijden. Naburige vissen schuiven dan naar binnen om de opengevallen ruimte op te vullen. Zo blijft de school over het algemeen langwerpig.
Wij hebben veel gemeen met onze gevederde en geschubde vrienden. Bestudeer het gedrag op een treinstation maar eens is. De georganiseerde chaos die je daar ziet wordt ook door een paar simpele gedragsregels bepaald. Het lijkt totaal chaotisch, maar in werkelijkheid gaan er maar een paar simpele, voorspelbare gedragspatronen aan vooraf:
1. Loop in een zo recht mogelijke lijn naar jouw trein zonder te botsen.
2. Ren als de trein bijna gaat, loop op normaal tempo als dat niet zo is.
3. Zoek een rustig plekje en/of iets te snacken als je moet wachten.
Het brein van de meeste dieren is een instrument om met elkaar in harmonie te leven en hun lot succesvol aan dat van anderen te verbinden. Samen staan ze sterk. Dat geldt des te meer voor de mens. Onze individualiteit is een functie van samenzijn. Jouw gevoel van individualiteit en uniciteit = de som van al jouw reacties op andere mensen. Jouw rol in het geheel is in samenspel met het geheel gecreëerd. Ook revolutionaire dissidenten, kunstenaars en andere bijzondere mensen zijn uiteindelijk producten van het collectief. Ze werden groot of bekend doordat hun afwijkende acties in een bepaalde tijd of situatie als speciaal en vernieuwend werden herkend. Zonder die herkenning van de rest zouden ze in de anonimiteit ten onder zijn gegaan of worden verketterd. We voelen ons allemaal bij tijd en wijle eenzaam en onbegrepen, in werkelijkheid zijn we onlosmakelijk deel van het grote mensenmonster. Of je daar blij mee moet zijn is een tweede.
Nog meer over de kracht van het collectief: