Category: Vraag & antwoord

Liefde voor oude spulletjes roest niet


Al rond hun tweede jaar hebben kinderen het besef dat ze ‘iets’ kunnen bezitten. Vanaf die tijd kan een knuffel of speeltje als een extensie van henzelf voelen. Ruzies in de zandbak tussen kleuters gaan ook bijna altijd over bezitsdrang: ‘De schep is nu van mij, ik zag hem het eerst.’

Rond hun zesde laten kinderen het zogenaamde eigendoms-effect (endowment effect) zien. Dit wetenschappelijke effect laat zien dat ‘bezit’ iets geks doet met een mensenbrein: mensen vinden precies hetzelfde voorwerp mooier, specialer en aantrekkelijker als ze het van de onderzoeker mogen houden dan wanneer ze het voorwerp alleen maar mogen beoordelen. Een willekeurig voorwerp wordt subjectief gezien dus meer waard simpelweg omdat je er eigenaar van bent.

Kinderen willen, als ze een voorwerp eenmaal bezitten, ook absoluut niet dat het wordt vervangen door een identieke kopie. Het is alsof het voorwerp dat zij bezitten een unieke en onvervangbare essentie krijgt. Die vorm van magisch denken komt uiteraard nog steeds bij volwassenen voor als je ziet hoe zij erfstukken, kunstwerken en spullen van beroemdheden behandelen. Precies hetzelfde kunstwerk wordt ineens minder mooi als blijkt dat het een vervalsing is.

Ons brein heeft overigens een aangeboren neurochemisch mechanisme om zich spullen toe te eigenen en te herkennen. Daarom voel je iets speciaals als je tussen al die fietsen in een fietsenrek ineens de jouwe herkent. En daarom zie jij dezelfde fiets anders als hij in de etalage staat dan wanneer hij een dag later bij jou in de schuur staat. Op het moment dat je besluit de fiets te kopen eigent het brein zich die fiets toe. Een willekeurige fiets in de etalage wordt dan ineens ‘jouw’ fiets.

Waarom hechten mensen aan spullen?
Er zijn meestal meerdere redenen om aan een voorwerp te hechten:

Praktisch nut – Je kunt aan je auto hechten omdat die handig is en het jou en je intimi vervoert.

Status en identiteit – Je kunt aan je auto hechten omdat het een statussymbool is en jij er graag in gezien wordt. Spullen zijn voor mensen ook een manier om uit te dragen hoe ze zichzelf zien of hoe ze gezien willen worden.

Persoonlijke geschiedenis – Je kunt aan je auto hechten omdat je er een persoonlijke band bij voelt, bijvoorbeeld omdat je hem lang hebt, vaak hebt opgeknapt hebt of geërfd hebt van je vader.

Het is normaal voor veel zoogdieren om hun territorium af te willen bakenen. Hondjes doen dat vooral met pis, wij doen dat met spullen: dit is mijn territorium. Mensen zijn zo gehecht aan hun spullen, omdat ze daarmee hun eigen wereldje creëren. Mijn huis voelt als thuis omdat daar allemaal mijn spullen en prullen staan. Ik herken ze als ik terugkom van vakantie; ze geven me direct een gevoel van thuiskomen. Spullen creëren een identiteit en een thuis in de wereld.

Er zijn uiteraard grote persoonlijkheidsverschillen in de mate waarop mensen aan hun bezittingen hechten. Wat de één voelt bij lakschade aan zijn scooter, voelt een ander pas als zijn partner in het ziekenhuis ligt na een auto-ongeluk.

Waarom is het ene voorwerp waardeloos en het andere van onschatbare waarde? Het ligt er aan hoe vervangbaar het voorwerp voor iemand is en hoezeer iemand een persoonlijke band met dat specifieke voorwerp voelt. Hoe makkelijker het voorwerp te vervangen is door een nieuwe, en hoe minder iemand zich identificeert met het voorwerp, hoe minder waardevol het voelt.

Een arme student die na een zomer werken met zijn zuurverdiende geld een tweedehands scooter koopt, die hij vervolgens met pijn en moeite opknapt, is daar waarschijnlijk meer aan gehecht dan rijke snob die spontaan een spiksplinternieuwe scooter koopt omdat hij geen zin heeft te fietsen. De student zal waarschijnlijk ook emotioneler reageren dan de snob als hun scooters worden gestolen. De eerste heeft gevoelsmatig veel meer geïnvesteerd in zijn tweewieler.

Aan sommige specifieke voorwerpen hangt een sterke persoonlijke geschiedenis, vaak gekoppeld aan een persoon waar iemand sterk aan gehecht is. Zulke voorwerpen worden dan onvervangbaar. Oorbellen die van je oma hebt gekregen. Liefdesbrieven van je eerste serieuze verkering. Je allereerste knuffel. Daar zit een emotionele geschiedenis achter die losstaat van het praktisch nut, financiële waarde of schoonheid van het voorwerp.

Zo was ik tot mijn achtste gehecht aan een oud, bevlekt blauw dekentje waarmee ik sinds de babyjaren sliep. De geur, de stof; pas als ik mijn hoofd in dat kleedje lag kon ik rustig slapen. Ik was dan ook echt overstuur toen mijn moeder op een gegeven moment het dekentje had weggedaan omdat ze vond dat ik er te oud voor was. Veel volwassen hebben nog steeds een oud dekentje of afgeleefde knuffel uit hun kindertijd.

Waarom bewaren sommige mensen heel veel? Angst voor spijt. Veel mensen durven geen afstand van oude spullen te doen uit angst dat ze er spijt van zullen krijgen. Die spullen zijn nou eenmaal deel van hun geschiedenis ook al doen ze er verder niets meer mee. Daarom staat er op de gemiddelde zolder het equivalent van een hele vlooienmarkt. Echte verzamelaars daarentegen sparen spullen vaak omdat ze een passie hebben voor specifieke voorwerpen, zoals postzegels of munten. Soms is hun motivatie professioneel omdat ze er geld mee verdienen.

De zogenaamde verzamelstoornis waar sommigen last van hebben is overigens van andere orde. Dat is een psychische stoornis. Deze mensen verzamelen vaak spullen die ze helemaal niet nodig hebben, en het wegdoen van die spullen leidt tot ontzettend veel angst en stress, en daarmee ook tot alle praktische problemen. Soms zelfs gezondheidsproblemen. Je huis goed schoonmaken en ontsmetten wordt bijvoorbeeld heel lastig als het vol met troep staat. Een partner zal het vast ook niet waarderen.

Kan ‘liefde voor spullen’ ook gevaarlijke kanten hebben?
Hechting aan een knuffel lijkt me vrij onschuldig, tenzij het verlies daarvan leidt tot serieuze stress of een trauma. Dan is er misschien meer aan de hand.

Het is wel zo dat onderzoek een correlatie zien tussen materialisme – het hechten en opsparen van bezittingen – en bepaalde psychische klachten. Naarmate mensen materialistischer ingesteld zijn, blijken ze over het algemeen ook iets egoïstischer en hebben ze iets vaker last van depressies, een wankeler zelfbeeld en minder goede relaties. Dat klopt ook met ander onderzoek waaruit blijkt dat mensen gelukkiger worden als ze hun geld besteden aan ervaringen (zoals een stedentrip of survivaltocht) in plaats van dat ze spullen mee kopen. Die ervaringen zorgen niet alleen voor fijne herinneringen, maar vaak ook voor verbeterde relaties als ze samen op pad gaan. Dat laatste is voor de meeste mensen de sleutel tot echt geluk: liefde en vriendschap zijn de allergrootste geluksmakers. De liefde voor spullen is dan slechts een slap alternatief.

P.s. Op onze site Relatieklik kun je gratis mensen ontmoeten. Misschien wel de liefde van je leven.

eKudos Nu Jij

Ondernemersergernis: waarom zijn reviews van webshops vaak positief en reviews van datingsites negatief?

Het is inmiddels een terugkerend ritueel. Na een gezamenlijke kitesurfsessie bespreek ik allerhande ergernissen met goede vriend en zakelijk partner Koen. Meestal op het terras van zijn strandhuis, onder het genot van een drankje en de ondergaande zon. Het werkt constructief en zuiverend om wereldse problemen in deze hemelse context te analyseren.

De afgelopen keer ging het over de onbetrouwbaarheid en impact van online recensies. Het is de frustratie van iedere ondernemer: iedereen kan een slechte recensie – hoe onterecht ook – op het internet plempen en de nadelige invloed voor de ondernemer kan groot zijn. Het internet vergeet niet!

Als ondernemer moet je constant op je hoede zijn. Als het gaat zoals de klant verwacht hoef je over het algemeen geen positieve recensie te verwachten, maar na één misstap krijg je geheid wel een negatieve. Een toprestaurant dat één keer een slecht doorbakken varkenshaasje voorschotelt heeft voorgoed een vernietigende recensie aan zijn broek hangen. Ook een persoonlijke vete kan als brandstof dienen voor een negatieve anonieme recensie over jouw onderneming. Zo ken ik een restaurateur die een rits slechte recensies kreeg, omdat een van zijn medewerkers het had uitgemaakt maken met haar (nogal agressieve) scharrel.

Koen is internetondernemer en concludeerde dat er een groot verschil zit tussen de recensies die hij krijgt over zijn webshops en die over onze datingsites. ‘De meeste recensies over de shops zijn positief, die over de datingsites negatief. En ik zie dezelfde tendens bij de concurrenten.’

‘Hoe kan dit?’ vroeg hij zich af. ‘Ik probeer op zowel op de webshop als de datingsites – die nota bene gratis zijn– dezelfde service en kwaliteit te bieden. Daar zou het dus niet aan mogen liggen.’

De meest gehoorde klacht op onze datingsite is niet dat mensen veel geld kwijt zijn voor een slechte of niet-functionerende website (want zowel Relatieklik als Knuz zijn gratis), maar dat ons ledenaanbod onaantrekkelijk, gering, slecht, ordinair of fake is.

Typische klachten zijn bijvoorbeeld:

‘Er valt hier niks te beleven. Wat een k*tsite.’
‘Mensen reageren helemaal niet. Wel heel veel spammers en fakers hier! Ook jullie flessen de boel!’
‘Ik heb alleen maar contact met opdringerige mannen en eikels! Wat een waardeloze site.’

Maar dit zijn – al zeggen we het zelf – vreemde argumenten, want er zijn genoeg leden actief (op beide sites tezamen zo’n 200.000 leden) van heel verschillend kaliber. Er zit echt van alles tussen. En veel daters doen er wél leuke contacten en dates op. En de fakers? Na een routinecheck of wanneer zij een spambericht versturen worden die direct verwijderd.

Terwijl de zon een felroze vuurbal werd, deelde Koen zijn conclusie: ‘Als je een product koopt via een webshop dan krijg je dat product ook. Het kan iets langer duren dan verwacht, in sommige gevallen valt het iets tegen, maar je krijgt waar voor je geld. Dat is niet het geval op een datingsites. Op een datingsite betaal je vaak om jezelf te promoten en je hebt geen enkele garantie dat je er ook maar iets voor terugkrijgt.’

Zoals je hier kunt lezen zijn online daters een heel selectief volkje dat aanvankelijk vooral let op afknappers voordat het bij het poeltje van overgeblevenen probeert een date te laten ontstaan. Iemand met slechte online datinggewoonten of een ‘onaantrekkelijk’ profiel heeft helaas weinig kans van slagen.

De kans dat iemand wordt teleurgesteld door een datingdienst is dus fundamenteel groter dan bij een webshop. Er is geen enkele garantie op succes, maar er zijn wel talloze manieren waarop iemand zichzelf kan diskwalificeren bij potentiele partners. Aan de statistieken kunnen wij zien hoeveel mensen zich bij ons uitschrijven omdat ze iemand hebben gevonden. Dat is best veel: zo’n 15%.

Kan het zijn dat het onvermogen en de teleurstelling van de ontevreden dater (die een slechte recensie plaatst) deels wordt geprojecteerd op de online datingdienst zelf? Verwart de dater zijn ‘gebrek aan succes’ of ‘persoonlijke teleurstelling’ met de zogenaamde ‘slechte kwaliteit van de datingsite’? Het lijkt ons best aannemelijk.

Een helemaal bevredigende oplossing voor dit probleem hebben Koen en ik niet kunnen bedenken. We hopen in elk geval dat de recensielezer zich de onbetrouwbaarheid van dit soort recensies beseft. Lang niet alle recensies zijn fair. Er is uiteraard een simpele manier om de recensie te testen: probeer het product zelf uit. Onze datingsites zijn in ieder geval gratis.

eKudos Nu Jij

Liefde in tijden van Facebook: het keuzeprobleem

Liefde, daar kun je voor kiezen. Als je niet teveel keuzes hebt, althans.

In Manhattan is meer dan de helft van de mensen alleenstaand. Alleen een Hawaiiaans eilandje dat ooit dienst deed als leprakolonie overtroeft het New Yorkse stadsdeel. In Amsterdam is momenteel twee van de vijf mensen tussen de vijfentwintig en veertig alleenstaand. Veelal leuke, creatieve, aantrekkelijke singles die in een stad wonen waarvan een groot deel ook leuk, creatief, aantrekkelijk en single is. De meesten daarvan willen een fijne relatie.

Hier klopt iets niet.

Natuurlijk, er is sprake van zelfselectie: steden trekken studenten, ambitieuze singles en vrije vogels aan die op het moment dat zij een partner hebben en een gezin willen stichten weer wegtrekken. Dat verklaart een deel van de singles. Maar er is meer aan de hand.

Een bekend jampotjes-experiment uit 2000 werpt licht op de zaak. In een vergelijkend warenonderzoekje van psycholoog Barry Schwartz werden voor een delicatessenwinkel op de ene dag vierentwintig potjes met verschillende soorten jam uitgestald, op de andere dag zes. De vierentwintig potjes trokken veel meer aandacht, maar of er nu veel of weinig potjes stonden, geïnteresseerden proefden er toch maar een of twee. Als het op kopen aankwam, werd er bij de uitstalling van zes potjes veel meer jam verkocht dan bij de grote uitstalling. Dit soort meerkeuze-experimenten is met talloze andere producten en activiteiten herhaald. Met steeds dezelfde resultaten.

Uit een onderzoek onder New Yorkers bleek dat de singles in Manhattan niet alleen de meeste keuze hebben, ze zijn ook verreweg het meest kieskeurig. Op datingsites hebben deze mensen de langste eisenlijstjes en het merendeel vooral over een gebrek aan leuke loslopende mannen en vrouwen.

Psychologen en opvoeders weten allang: als je een mensenbrein veel concurrerende opties geeft, verlamt het. Het kan niet de gevolgen van alle keuzes overzien en vindt daardoor geen van de keuzes bevredigend. Het brein probeert spijt te voorkomen en blijft eindeloos in cirkeltjes ronddraaien. Meer dan vijf, zes opties maakt niet gelukkiger, zegt psychologisch onderzoek.

Toch denken we hardnekkig dat geluk synoniem is met meer keuzevrijheid. Wij vinden dat het allerhoogste goed. Elke dag opnieuw worden we geconfronteerd met talloze beslissingen die ons geluk moeten vergroten. Te beginnen met de kleur van het koffiekuipje, eindigend met onze favoriete tv-serie. Ook in ons liefdesleven mogen we – sinds hippies, anticonceptiemiddelen en geëmancipeerde vrouwen de weg vrijmaakten – improviseren hoe we liefhebben, met wie, hoe lang en hoe vaak.

Waar twee generaties geleden de liefde nog in een vissenkom werd gemaakt – je had slechts de keuze uit drie of vier huwbare partners in je dorp – hebben we tegenwoordig de oceaan die internet heet tot onze beschikking. Zelfs wanneer je als kluizenaar leeft of ziek thuiszit met diepdonkere wallen en een druipneus kun je aandacht voor jezelf opeisen met een knap profielfotootje en pakkend tekstje. Op elk tijdstip van de dag. Je kunt alleen in Nederland al kiezen uit driehonderd datingsites en talloze sociale netwerksites. Je kunt elke dag opnieuw een potentiële scharrel of partner opduiken. Je kunt oude exen op Facebook weer eens opzoeken, Twitteren met fotomodellen en sexcammen met iemand in Australië.

Die vrijheid heeft voordelen. Vooral als je door al je collega’s en dorpsgenoten heen bent en in je dagelijks leven weinig potentiële partners tegenkomt. Mensen die snel tevreden zijn, varen wel bij de mogelijkheden van deze meerkeuzemaatschappij. Voor perfectionisten en twijfelaars – een groep die groeit naarmate de mogelijkheden toenemen – is het dankzij Facebook&co een hele uitdaging gelukkig in de liefde te zijn. Onze neiging om de beste deal te krijgen maakt ons perfectionistischer en oppervlakkiger – we willen de knapste, slimste of succesvolste die we kunnen krijgen in plaats van degene met wie we goed kunnen opschieten. En als jij er wel uit bent, dan wellicht de ander weer niet. Al die mogelijkheden doen ons collectief het hoofd op hol slaan.

Een wijs iemand – Voltaire – zei ooit: ‘With great power, comes great responsibility.’ Great power is niets anders dan ‘het hebben van heel veel mogelijkheden’. We hebben tegenwoordig objectief gezien meer mogelijkheden en rijkdom dan -pak ’m beet – Napoleon, de machtigste man in zijn tijd. Hoe je daar verantwoordelijk mee omgaat is minder duidelijk. Napoleon wist dat ook niet echt.

Het is in ieder geval noodzakelijk te erkennen dat juist hardnekkig zoeken naar de beste optie ons ongelukkig houdt; dat is de paradox van keuze. Al die eindeloze mogelijkheden die we voor onszelf gecreëerd hebben, helpen niet om liefde, saamhorigheid en vreugde te laten ontstaan.

Het goede nieuws dat ik daaruit leer: we kunnen ons de moeite, geld en ellende besparen. We hebben slechts iets meer daadkracht nodig. De koffiejuffrouw op het werk, de barvrouw van de tennisclub of de ex die nu weer lekker in haar vel lijkt te zitten? Om het een kans te geven moeten we – slechts af en toe – stoppen alle opties eindeloos te blijven overwegen. Geluk is niet de keuzevrijheid, geluk begint bij kiezen.

Dit stuk staat deze maand in Esquire.

Meer lezen? Klik hier.

eKudos Nu Jij

Bestaat vrije wil?

Ja, we hebben geen keus. Dat is mijn paradoxale antwoord in het kort.

De vrije wil is een nuttige illusie die ons het gevoel geeft dat we controle hebben. Er zijn echter geen (objectieve en zelfs subjectieve) redenen aan te nemen dat we echt vrij zijn. Het lijkt alleen maar zo. En dan vooral op het eerste gezicht. Dat betekent niet dat je je gedrag, gevoelens en gedachten in positieve zin kunt beïnvloeden. Het betekent niet dat je niet kunt kiezen voor een glas water of een kopje koffie, maar net zoals je nu nog niet weet wat je over vijf minuten zult denken, zo weet je ook niet precies waarom je bij de volgende beslissing kiest wat je kiest. En niet kiezen is ook een keus. De uiteindelijke keus is het resultaat van allerlei onbewuste processen die zich op dat moment (binnen en buiten jouw brein) meespelen. Pas achteraf verklaar je waarom je nou juist die keuze hebt gemaakt, en niet een andere.

Iets soortgelijks denkt ook journalist Selma Schepel. Zij verwoordt het grappiger dan ik. Neuropsycholoog en filosoof Sam Harris laat vrije wil nog duidelijker zien voor wat het is. De Keizer heeft niet alleen geen kleren aan, hij blijkt helemaal niet te bestaan.

Niet overtuigd? Een meer uitgebreide lezing van Sam vind je hier.

eKudos Nu Jij

Maik: ‘Waarom geloven we soms eerder een eenzame praatjesmaker dan onafhankelijk onderzoek?’

Maik vraagt zich af: ‘Ik werk bij een bureau dat enquêtes houdt om de kwaliteit en populariteit van bepaalde producten te bepalen. Ik had laatst een discussie met mijn vrouw over een bepaalde magnetron die zij wilde hebben: zij vertrouwt meer op de mooie praatjes van de buurman daarover dan mijn onafhankelijke onderzoek waaruit blijkt dat dat product onder de maat presteert. Ik snap dat niet, jij?’

Ik heb daar ooit iets over geschreven in een artikel over blinde vlekken. Ik zal het hieronder herhalen. Het komt erop neer dat persoonlijke verhalen gevoel oproepen en de meeste statistieken niet. De vreugde van je buurman over z’n magnetron kun je direct voelen, een slecht rapportcijfer uit een statistiek over diezelfde magnetron niet.

Mensen zijn van oudsher verhalenvertellers. Om onze kennis en historie over te dragen vertelden onze voorouders persoonlijke verhalen. In evolutionaire termen is het pas kort geleden dat we onze kennis over de wereld officieel onderzochten, opsloegen, organiseerden en bijhielden. Waar we vroeger afhankelijk waren van persoonlijke anekdotes, over goed en slecht, nuttig en onnuttig, hebben we nu de beschikking over betrouwbare wetenschappelijke kennis en betrouwbare statistieken. Het gemiddelde cijfer dat een grote groep mensen toekent aan een bepaald product zegt meer dan het ene cijfer van een individu. Misschien heeft die ene persoon net toevallig geluk, of pech met zijn product.

Stel dat je bijvoorbeeld een fiets wilt kopen en een vriend waarschuwt: ‘Niet kopen, ik heb alleen maar ellende gehad met dat ding.’ En stel dat de consumentengids naar aanleiding van een statistisch onderzoek meldt dat de fiets erg betrouwbaar is en dat er weinig klachten zijn. Als je bent zoals de meeste mensen zul je toch je vriend vertrouwen en de fiets niet kopen. Terwijl je vriend maar één fiets heeft geprobeerd en de consumentenbond gegevens heeft verzameld over misschien wel honderd fietsen.

Een groot voordeel van wetenschap en statistisch onderzoek is dat zij intuïtieve ‘waarheden’ kan ontkrachten als ze niet kloppen. Desalniettemin hebben we de neiging om een willekeurige, maar overtuigende ooggetuigenis meer serieus te nemen. Als jij vliegangst hebt en naar documentaires over vliegtuigrampen kijkt, zul je niet snel geloven dat vliegen een van de meest veilige manieren van transport is. Statistieken roepen weinig gevoel op, persoonlijke verhalen wel.

eKudos Nu Jij

Therapiewijzer: welke therapeut past bij mij?

Het lijkt gemakkelijk. Je hebt herhaaldelijk last van bepaalde psychische klachten – zoals stress, angst, besluiteloosheid, gevoelens van minderwaardigheid of somberheid – en neemt een psycholoog in de hand. Hopelijk verwijst de huisarts jou vervolgens naar een goede. Eentje waarmee je een leuke klik hebt en die jou van je specifieke klachten afhelpt.

De werkelijkheid is ingewikkelder. Het lastige van psychologische klachten is dat ze vaak een stuk moeilijker te duiden zijn dan – pak ‘m beet – hoofdpijn of een maagzweer. Het gaat om een (vaak ingewikkelde) wisselwerking tussen gedrag, gevoel en gedachten die jou ofwel gelukkig ofwel ongelukkig kan maken.

Soms is een heel specifieke angst of een onverwerkte ervaring de bron van ellende, maar vaak ligt er een mix van vage en minder vage oorzaken aan de klachten ten grondslag. Klachten die ook nog eens invloed op elkaar hebben en elkaar uitlokken. Weinig zelfvertrouwen, een terugkerende herinnering aan een nare gebeurtenis, slecht slapen, een moeilijke relatie, een gebrekkige gezondheid, reorganisatie op het werk. Allemaal zaken die kunnen zorgen voor ruis in lichaam en geest.

De vragen ‘waar heb ik precies last van?’ en ‘hoe en in welke volgorde los ik het op?’ zijn niet makkelijk beantwoord. En als je eenmaal bij therapeut zit kun je je afvragen ‘helpt het wel echt?’ en ‘waarom helpt het dan precies?’

Een geschikte therapeut uitzoeken voelt voor veel mensen als het nemen van een wilde gok. En dat is niet gek gezien er er zo’n 250 soorten psychotherapie geregistreerd zijn. Zie hier een overzicht van de bekendste.

Therapeuten zijn het niet altijd eens met elkaar en de theorieën en technieken lopen soms sterk uiteen. Cognitieve gedragstherapie, mindfulness, EMDR, psychoanalyse, RET, NLP zijn enkele bekende therapiesoorten met hun eigen specifieke manier van helpen. Sommige therapeuten willen je vooral inzicht geven, anderen willen je van alles laten doen en ervaren, sommige raden je pillen aan en weer anderen hangen het op aan acceptatie en loslaten. En ook in de alternatieve hoek barst het van mogelijkheden: helderzienden, Reiki-masters, Chakra-healers staan klaar om je geestelijk op te schonen en meer controle over je leven te geven.

Hoe weet je wat voor jou de juiste weg is?

Wetenschappelijk onderzoek naar therapie is bedoeld om te testen in hoeverre behandelingen en technieken echt helpen. Dat moet toch wel een goede leidraad geven? Je zoekt gewoon de therapie uit die het beste helpt bij de klachten die jou het meest dwars zitten en klaar ben je. Toch?

Ook hier moeten we dealen met de ‘onhandige’ werkelijkheid:

Alle (erkende) therapieën werken gemiddeld gezien even goed

Je hoort het goed: de verschillen in effectiviteit zijn minimaal tot niet bestaand (wanneer de therapie toegesneden is op de klachten). Het succes van therapie wordt in grote mate gedragen door een paar achterliggende gemeenschappelijke factoren, waarvan de belangrijkste zijn: jouw eigen verwachting of het zal werken (het placebo-effect) en je werkrelatie met de therapeut.

Iets specifieker gaan onderzoekers ervan uit dat er vier werkzame factoren zijn die verbetering van psychische klachten geven.

1. De tijd
Asay en Lambert (1999) schatten dat 40 % van de psychologische klachten sowieso verbeterd zouden zijn, therapie of geen therapie. Stemming verloopt volgens een golfbeweging, op het laagste punt gaat de rit altijd weer wat omhoog en de meeste mensen zullen over het algemeen in therapie gaan als ze zich op hun slechtst voelen. Daarnaast zijn er allerlei zaken die niks met therapie te maken hebben die je in een opwaartse spiraal tillen. Je bent verliefd geworden, of hebt juist gebroken met een nare partner, de nieuwe baan doet je goed, de zeurende rugpijn is weg door yoga, de vakantie heeft je laten inzien dat je moet stoppen bij je werk.

2. De band met de therapeut
Zo’n 30 % heeft, volgens schattingen, te maken met de band die je met je therapeut hebt. Goede therapeuten zijn over het algemeen invoelend, niet-veroordelend, ondersteunend, stralen autoriteit uit en geven je hoop op een betere toekomst. Ze houden zich niet strikt aan hun handboek maar stemmen de sessies af op de doelen en opvattingen van hun cliënt.

3. Jouw verwachtingen
Zo’n 15 % laat zich volgens Asay en Lambert verklaren door de hoop op verbetering. Die hoop zorgt voor het placebo-effect. In therapie ‘genees’ je voor een groot gedeelte jezelf. De therapeut is daarbij echter wel onmisbaar. Diens verwachtingen, overtuigingskracht en persoonlijkheid zijn doorslaggevend of jij overtuigd wordt. Op het moment dat jij heil in een bepaalde therapie ziet ga je al vooruit. Het moment dat jij hebt besloten in therapie te gaan geeft vaak al verlossing van de klachten. Dat is een belangrijke vaststelling over hoe therapie werkt. Als iemand jou kan overtuigen dat een dagelijks praatje maken met de boom in je achtertuin het enige is wat jij nodig hebt, dan zal dit een heilzaam effect op je geestelijk welzijn hebben. Een goede therapeut is zich hiervan bewust.

4. De therapeutische techniek zelf
Daarnaast heeft slechts zo’n 15% zou te maken hebben met de specifieke methode of therapie zelf.

Maakt het dan geen donder uit voor welk type therapie je kiest?
Het maakt wel uit. Niet elke therapie, methode of therapeut past bij jouw doelstellingen, klachten en temperament. Er zijn een aantal factoren die maken dat een therapie meer kans heeft op slagen. Het is over het algemeen belangrijk dat je…

– een goede werkrelatie hebt met en vertrouwen in je behandelaar;
– achter de doelstellingen van de therapie staat en snapt waarmee je bezig bent;
– je klachten en wensen concreet worden gemaakt en de gewenste veranderingen meetbaar;
– en dat je vertrouwen hebt in een gunstige afloop.

In dit dossier willen we wat licht schijnen in de jungle van de psychologische hulpverlening. We proberen daarbij een aantal vragen voor je te beantwoorden, zodat jij -als je besluit een therapeut in de arm te nemen – de juiste keuze kunt maken.

Lees verder
Hoe kies je een therapeut of therapievorm die bij je past?

Doe de zelftest
Is er aanleiding om met een professional in gesprek te gaan?

Meest voorkomende psychische klachten
Somberheid en depressieve klachten
Angst en paniek
Trauma/ onverwerkte schokkende ervaring
Agorafobie of pleinvrees
Eetproblemen
Rouw en verlies
Burnout of overmatige stress
ADHD/ADD
Verslaving en obsessie
Piekeren en tobben
Relatieproblemen

Algemene artikelen over therapie en gedragsverandering
Wat is geluk?
Waarom is veranderen vaak zo ontzettend moeilijk?
Psychische klachten via internet aanpakken: werkt dat?

eKudos Nu Jij

Mirja: ‘Waarom zet mijn zwangerschap de relatie onder druk?’

Mirja (32) is sinds vier maanden zwanger en vraagt zich af waarom zij en haar man het juist nu zo moeilijk hebben: ‘We hadden er allebei zin in, maar de laatste tijd heerst er een sfeer van onafgebroken ruzie, spanning en misverstanden in huis. Ik heb het gevoel dat hij zich steeds meer van me afsluit, terwijl ik hem nu zo nodig heb. We slingeren elkaar de hele tijd verwijten naar het hoofd. Hoe kan dit en wat kunnen we eraan doen?

Niet alle vrouwen reageren hetzelfde op hun zwangerschap (en bijhorende toename van vrouwelijke hormonen), maar over het algemeen maakt de veranderde hormoonhuishouding vrouwen gevoeliger, onstabieler en kwetsbaarder. Ook maken ze zich logischerwijs meer zorgen over de toekomst. Uiteraard heeft dit zijn weerslag op de relatie.

Daarbij zijn niet alle relaties even goed tegen dit soort druk bestand. In periodes waarin je elkaar echt nodig hebt kunnen tegenstellingen of misverstanden tussen partners zich in rap tempo verscherpen. De wisselwerking tussen jullie verandert: de verwachtingen zijn groter. Het is in die zin een test van jullie relatie.

Je kunt hierdoor naar elkaar toegroeien of verder uit elkaar komen te staan. In jullie geval is dat het laatste. Dezelfde oude irritaties en misverstanden kunnen in deze rare, onbekende, kwetsbare periode ineens omvergeeflijk lijken en flink toenemen.

Omdat de kloof in jullie gevoelsleven groter is dan voorheen -mannen houden dezelfde hormoonhuishouding- is communicatie tussen jullie belangrijker dan normaal. Dingen die eerst vanzelfsprekend waren zijn dat nu misshien niet. Een voorheen onafhankelijk vrouw kan tijdens haar zwangerschap bijvoorbeeld ineens meer aandacht en bevestiging willen, een sociale, praatgrage vrouw kan ineens meer op zichzelf willen zijn en minder aandacht voor manlief hebben enzovoorts. Het wordt nu belangrijker dan ooit om op elkaar te blijven intunen, vragen te stellen en meer te delen van je innerlijke monoloog.

Een gouden communicatieregel: onthoud je van verwijten en geef op een positieve manier aan wat je nodig hebt. Dat brengt mensen altijd dichter bij elkaar. Een man voelt niet altijd goed aan wat een vrouw nodig heeft , maar verwijten maken, klagen en zeuren (met als achterliggende gedachte hij zou dit toch wel zelf moeten weten) maakt het extreem lastig voor hem op positief op jouw behoeften te reageren. Vragen en delen wat je voelt loont meer.

eKudos Nu Jij

Wat (niet) te doen voor een gezond libido?

Over de oorzaak van problemen in de slaapkamer, met name het libidogehalte, bestaan talloze meningen. In de medische wereld wordt er van alles aan gedaan om de seksuele lust van mensen te verhogen. De oplossing ligt misschien veel dichterbij dan gedacht, te beginnen bij de dagelijkse routine en ijskastinhoud. Wetenschappelijk onderzoek naar allerlei mogelijke libidoverlagende oorzaken heeft geleid tot soms verrassende conclusies. Jessica Numann van Elsevier zette ze voor je op een rijtje.

Meer benieuwd naar de psychologische kant van libidoverhoging? Kijk hier.

eKudos Nu Jij

Waarom zijn mensen geobsedeerd door beroemdheden?

Serieuze vraag van Slate-columnist Jacob Weinberg: waarom zijn mensen zo geïnteresseerd in beroemdheden? Jacob begrijpt de populariteit van -bijvoorbeeld – onzinnige programma’s als Shownieuws en bladen als Weekend niet. En hoewel beroemdheden hem verder niet interesseren is hij wel ‘extreem’ benieuwd naar een verklaring voor deze obsessie met bekende mensen. Hij geeft een overzicht van de meest plausibele theorieën. Lees zelf maar. Ik zou het zelf kunnen uitleggen, maar het interesseert me op dit moment eigenlijk niet zo. Ik ben nog wat van slag door dit verhaal. Rihanna? Toch niet Rihanna?

eKudos Nu Jij

Psychische klachten online aanpakken, werkt dat?

Veel mensen associëren psychologische hulpverlening nog steeds met een sofa en een oudere, wijze therapeut die zijn cliënt vriendelijk, maar indringend aankijkt. Anderen denken eerder aan een klinische omgeving waar de cliënt met een bakkie koffie uit de automaat zijn klachten bespreekt. Welkom in de 21ste eeuw. Tegenwoordig is er de mogelijkheid om psychische klachten – zoals somberheid, overmatige stress, eetproblemen, angsten en trauma – thuis in je eigen omgeving aan te pakken. Met een laptop op schoot. Een psycholoog aan de andere kant van het scherm begeleidt je.

Hoe werkt dat precies? En werkt het überhaupt wel? Janneke Broeksteeg (34) weet er alles van. Zij ontwikkelt online behandelingen bij Interapy.nl en behandelt zowel cliënten vanachter haar beeldscherm als in de psychologenpraktijk waar zij werkzaam is.

Wat is internettherapie precies?
“Internettherapie is een verzamelnaam voor verschillende vormen van therapie die via internet aangeboden worden. Er zijn de laatste jaren veel sites bijgekomen die zich richten op psychische problematiek. Het is lastig om door de bomen het bos te zien. De therapieën verschillen onder andere in de intensiteit van het contact met de behandelaar. Zo zijn er internettherapieprogramma’s waarbij je zelfstandig therapie volgt – je kunt het vergelijken met het lezen van een zelfhulpboek. Er zijn programma’s waarbij je kunt mailen, chatten of bellen met je behandelaar en er is internettherapie waarbij er veel en intensief contact met de behandelaar is. Deze laatste vorm lijkt nog het meest op face-to-face therapie, behalve dan dat cliënt en behandelaar communiceren via internet en elkaar dus niet zien.”

Hoe kan het dat internettherapie even goed werkt als behandelingen waarbij je je therapeut ziet?
“Er is veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van internettherapie. Het blijkt dat therapeut en client bij internettherapie net zo’n goede band met elkaar opbouwen als bij face-to-face therapie. Cliënten beoordelen het contact met hun internettherapeut over het algemeen als heel persoonlijk. Wat wel aardig is, is dat cliënten soms na afloop van een therapie tegen mij zeggen dat ze toen ze begonnen eigenlijk een beetje sceptisch waren, en dat ze tijdens de therapie ervaren dat het veel persoonlijker is dan ze aanvankelijk dachten. Volgens mij zou het wel eens zo kunnen zijn dat je bepaalde onderwerpen zelfs eerder “vertelt” als je een therapeut niet ziet – bijvoorbeeld als het gaat over onderwerpen waar iemand zich voor schaamt, of waarover iemand zich schuldig voelt. De drempel om hulp te gaan zoeken is via internet denk ik lager.”

Is het niet raar dat je iemand niet ziet?
“Ik vind van niet. Mijn ervaring is dat het eigenlijk altijd lukt om een prettig contact met iemand op te bouwen. Het vraagt natuurlijk wel dat je als behandelaar een nauwkeurige lezer wordt en dat je zorgvuldig formuleert, maar ja dat laatste dat doe ik in face to face therapie ook.”

Kun je kort de voor- en nadelen afzetten tegen normale therapie?
“Ik denk dat internettherapie niet voor iedereen geschikt is. Soms is het nodig om iemand te zien in therapie – bijvoorbeeld als de klachten heel ernstig zijn, of als iemand zelf niet goed kan inschatten hoe ernstig zijn eigen situatie is. Denk bijvoorbeeld aan iemand die last heeft van een psychose of van manische klachten.”

En de voordelen?
“Wat veel mensen prettig vinden aan internettherapie is dat je het op je eigen tijd en vanuit huis kunt doen. Dat geeft een hoop vrijheid. Fijn is ook dat alles wat je schrijft – en alles wat je behandelaar schrijft – bewaard blijft. Je kunt teruglezen wat er de vorige keer gezegd is, een gesprek daarentegen is voorbij zodra je de kamer verlaat. Ik hoor vaak van mensen dat ze na afloop de hele therapie geprint hebben. Als het dan eens tegen zit kunnen ze teruglezen wat eerder geholpen heeft.”

Zijn er mensen die je eerder face-to-face dan wel internetherapie zou aanraden?
“Afgezien van dat internettherapie niet voor alle klachten geschikt is denk ik dat het eigenlijk vooral van iemands persoonlijke voorkeur afhangt. Vind je het prettig om thuis aan je problemen te werken, of ben je iemand die graag iemand tegenover zich heeft?”

Bij welke klachten is het effectief?
“Bij Interapy hebben we op dit moment behandelingen voor depressie, burn-out en overspanningsklachten, voor traumaklachten, eetproblemen zoals boulimia en eetbuistoornis, rouwverwerking, paniekklachten, en er is een behandeling speciaal voor jongeren die een nare seksuele gebeurtenis meegemaakt hebben. Momenteel wordt er hard gewerkt aan het ontwikkelen van een behandeling voor mensen met slaapproblemen.”

Kun je kort uitleggen hoe zo’n protocol tot stand komt?
“Het ontwikkelen van een internettherapie-protocol is een intensief proces dat veel tijd kost. We ontwikkelen een nieuw protocol met een team van specialisten. Zo’n team bestaat uit ICT-ers, psychologen, en internettherapie-experts. We nemen als basis voor een nieuw protocol therapeutische interventies uit face to face therapie waarvan bekend is dat die goed werken. Die interventies vertalen we als het ware naar internettherapie. Dat betekent onder andere dat we nadenken over mooie schermen waarop cliënten opdrachten kunnen maken. Een voorbeeld: als je meer informatie wilt over de momenten waarop iemand zich gespannen voelt dan heeft het zin om dat een tijdje zo precies mogelijk bij te houden wanneer die spanning zich voordoet. In welke situaties stijgt de spanning en hoe gespannen voelt iemand zich op zo’n moment? Je kunt voor een internettherapie mooie schermen bedenken die het makkelijker maken om dat bij te houden en die de resultaten van het bijhouden bijvoorbeeld in een grafiek zetten waardoor je een duidelijk beeld krijgt van hoe spanning zich ontwikkelt.”

Wat vind je leuker om te doen, behandelen via internet of in je praktijk?
“Moeilijke vraag. Ik vind het allebei ontzettend leuk om te doen. Ik geloof dat ik juist de combinatie erg leuk vind. Als er veel aan de hand is met iemand dan kan het goed werken om internettherapie en face-to-face therapie te combineren. Ik merk dat dat goed werkt, het is een efficiënte manier om klachten aan te pakken. Het is intensief, maar je bent er sneller weer vanaf.”

Meer lezen over internettherapie? Klik hier.

eKudos Nu Jij