Category: Dating

Hoe weet je dat hij niet ‘into you’ is?

Samenvatting van een bestseller
Ik mag graag denken dat sommige van mijn blogs een waardige vervanging zijn van een heel boek over hetzelfde thema. Dat bespaart ons allemaal tijd en moeite. De lezer, de boekenschrijver, de uitgever, de mensen van de papierfabriek, de boomkappers en die arme bomen. ‘Laten we ons beperken tot de essentie.’ Dat lijkt mij een mooi schrijversmotto.

Ik heb me altijd afgevraagd waarom zelfhulpboeken over nogal beperkte thema’s zo’n 200 plus pagina’s of 60.000 woorden zouden moeten beslaan. Een bestseller als ‘He is just not that into you’ bijvoorbeeld. Hoeveel woorden moet het boek bevatten om een vrouw duidelijk te maken wanneer een man niet echt wil. Ik denk dat je in een paginaatje prima kwijt kunt. Ik denk trouwens dat de meeste vrouwen zelf ook wel op hun klompen aanvoelen wanneer de liefde van een man iets te ‘voorwaardelijk’ is. Vaak weten ze het best, maar willen ze het niet weten. Als ze twijfelen of hoteldebotel verliefd zijn en daarom niet scherp kunnen oordelen, moeten ze hun oordeel maar aan een wijze vriendin uitbesteden.

Een eerlijke medewerker van een uitgeverij vertelde mij laatst waarom dunne of kernachtige themaboeken niet verkopen. Je kunt al raden dat het over geld zal gaan: ‘Voor dunne boeken kun je minder vragen en ze worden bovendien minder goed verkocht. Mensen willen gewoon veel papier voor hun geld. De inhoud is bijzaak.’ Natuurlijk, de wetten van het boek volgen de wetten van de economie. Een andere medewerker nuanceerde het financiële aspect nog wat met een creatief aspect: ‘Hoe simpeler en beperkter de boodschap, hoe groter de kans dat het origineel is en iemand het wil lezen.’

Laat ons – om dit blog niet nodeloos te vullen – nu maar naar de kern van dit stuk gaan. Uit pure rechtschapenheid en lichte jaloezie geef ik je hier de essentie van een boek dat de schrijvers ( Liz Tuccillo & Greg Behrendt) in een klap multimiljonair heeft gemaakt: He is just not that into you. Ik moet bekennen dat ik het boek gelezen heb. In sneltreinvaart, dat wel, maar daar is het boek op gemaakt, met veel kaderteksten enzo. Na het gelezen te hebben kan ik volmondig beamen dat de luttele zinnen op de achterflap van het boek prima volstaan als vervanging voor het lezen van het hele boek.

Mannen zijn niet gecompliceerd, al willen zij jou soms anders laten denken. En er zijn geen onduidelijke boodschappen. De waarheid zou kunnen zijn dat hij niet ‘into you’ is.’

Hij is niet into you wanneer hij…
– niet van de woorden ‘relatie’ en ‘vriendje’ houdt;
– je niet uitvraagt;
– te druk is om de telefoon op te pakken.’

Vind je de achterflaptekst toch wat karig? Hier dan de (iets ingekorte, maar waarheidsgetrouwe) inhoudsopgave, plus uitleg:

Hij is niet zo into you als hij je NIET belt; uitvraagt; date; alleen belt als ie dronken is; geen seks met jou wil, maar wel met een ander; niet wil trouwen; het heeft uitgemaakt; zomaar is verdwenen uit je leven en/of getrouwd is.

In de hoofdstukken leggen ze dan uit waarom het geen goed idee is om te hopen op een leuke relatie met iemand die geen seks met je wil, jou niet opbelt, enzovoorts. Als ervaren psycholoog kan ik de adviezen stuk voor stuk beamen. Het is meestal zonde om je tijd te verspillen aan een boek ambivalente man wanneer je op meer hoopt.

Als je niet van lezen houdt kun je trouwens ook de film zien. Als je niet van films houdt kun je het die eikel ook op de man af vragen.

eKudos Nu Jij

Match made in hell


Mensen verschillen niet alleen in hoeveel ze praten, maar ook in de mate waarin ze zichzelf censureren als ze praten. Marlies bijvoorbeeld, zegt alles wat in haar opkomt. Luid, duidelijk, ze laat zich ‘lezen’ als een langdradig audioboek, ingesproken door Youp van ‘t Hek. Aan de andere kant van het spectrum heb je Geert, haar vriend. Die zegt pas iets als hij zeker weer of het klopt of gewenst is. Het eh… duurt… mmm… even voordat hij… ja, eh… weet wat hij ervan vindt en de woorden heeft gevonden om zijn gevoel te uiten.

In relatietherapie zie je deze twee tegengestelde karakters vaak terug. Vaak is een van beiden een kritische, veeleisende vrouw en de ander een wat tragere, ingehouden man met weinig ruggengraat. Onderzoek laat zien dat deze mensen grote kans hebben hun relatie als extreem vervelend te ervaren en toch eeuwig bij elkaar blijven. Of, zoals Marlies het zegt: ‘We lijken verdomme verdoemd tot mekaar, ik kan niet mét of zónder die gozer.’

Je zou verwachten dat deze mensen ruim van tevoren toch wel hadden kunnen inzien in welk ongeluk zij zich zouden storten door voor elkaar te kiezen. De ironie wil dat de eigenschappen die zo’n koppel uiteindelijk tot waanzin drijven, hen aanvankelijk juist bij elkaar brengen. Onderzoek verklaart dit ‘hellepartners’-syndroom:

Mannen die heel lastig hun gevoelens kunnen uiten blijken eigenlijk meer op vrouwen te vallen die zoals zijzelf zijn, maar helaas maken die vrouwen hen in de praktijk zenuwachtig. Een date met zo’n vrouw is vaak minder vruchtbaar dan een date met een praatgrage vrouw. Een vrouw die veel uit zichzelf praat heeft niet per se een vaardige gesprekspartner nodig. Deze vrouw heeft in haar date bovendien een goede en geduldige luisteraar gevonden. En omdat koppels in het date-stadium sowieso positiever doen, blijven haar kritische trekjes nog op de achtergrond.

Die komen natuurlijk in een later stadium van hun relatie weer de hoek om kijken. Vooral wanneer zij zich begint te ergeren aan zijn gebrekkige vermogen om zijn gevoel te uiten. Dat onvermogen neemt bovendien toe wanneer zij hem onder druk begint te zetten om meer over zichzelf te delen. Hierdoor voelt hij zich juist in een hoek gezet.

Praatgrage, kritische mannen en hun introverte, zachte vriendinnen hebben vaak ook communicatieproblemen, maar meestal zijn die minder hels. Dat heeft mogelijk te maken met stereotiepe man-vrouw-verwachtingen. Vrouwen verwachten meer ruggengraat van een man dan andersom en ze worden daardoor extra kritisch als hij dat niet laat zien.

Of zoals Geert het zegt: ‘Ik… eh… ik ben dus niet zoals zij wil dat ik ben, hè? Maar ja… je gaat toch.. eh… van elkaar houwe na zo’n tijd.’

eKudos Nu Jij

Worden de meeste mensen echt gelukkig van dat stralende zomerweer?

Blog van collega Janneke:

In Nederland is er geen dankbaarder gespreksonderwerp dan het weer. Als het gesprek even stilvalt, kun je altijd nog over het weer beginnen. Lekker weer, hè? Wat een rotweer. Koud zeg! en zo voort, en zo verder. Ook gaan wij er in ons taalgebruik van uit dat het weer iets met ons humeur te maken heeft. Een stemming als een donderwolk, het zonnetje in huis, een stralend humeur. Zon staat voor een opgewekte stemming, sneeuw, kou en regen voor meer chagrijn. Dat is precies hoe de meeste mensen er intuïtief erover nadenken. Maar klopt dat eigenlijk wel met hun gevoel wanneer het schuwe Nederlandse zonnetje weer eens schijnt of de regen met bakken uit de lucht valt?

Onderzoekers aan de Universiteit van Utrecht zochten het uit. Vierhonderd deelnemers (adolescenten en hun moeders) waren na het onderzoek in vier groepen te verdelen:

Geen invloed : bij ongeveer de helft van de deelnemers is het weer helemaal niet van invloed op hun stemming (47,8 %). Regen, wind, zon of storm… hun humeur wordt er nauwelijks of niet door beïnvloed.

Zomerliefhebbers: je zou verwachten dat deze groep het grootst zou zijn. Veel zon, hogere temperaturen en weinig regen zorgen voor een beter humeur. Het vreemde is dat deze groep een minderheid is, 16,8 %. Ongeveer 10% kleiner dan de zomerhaters.

Zomerhaters: je hoort er minder over, maar deze groep beslaat meer dan een kwart van de mensen, 26,8 %. Deze groep is precies tegenovergesteld aan de zomerliefhebbers. Ze hebben een beter humeur bij lagere temperaturen, en als het regende.

Regenhaters: hoeveelheid zon en de temperatuur zijn niet van invloed op deze groep. Waar zij een hekel aan hebben, is regen (8,7 %).

Wat vooral verrassend is, is dat er in dit onderzoek relatief veel mensen zijn die een hekel hebben aan zomerweer. Het zet onderzoeker Theo Klimstra van de Universiteit Utrecht aan het denken. De winterdepressie wordt tot nu toe gezien als de meest voorkomende seizoensafhankelijke psychische aandoening. Maar is een zomerdepressie mogelijk niet een veel groter probleem?

Er werd ook een verband gevonden tussen hoe moeders en kinderen door het weer worden beïnvloed. Wat voor weertype je bent krijg je waarschijnlijk van huis uit (en/of in je DNA) mee.

Meer lezen?

eKudos Nu Jij

Vijf dingen waar mensen op hun sterfbed de meeste spijt van hebben

Bonnie Ware heeft jarenlang mensen bij hun sterven begeleid en hoorde keer op keer dezelfde spijtbetuigingen aan. Laat ons ervan leren:

‘Ik wou dat ik het lef had om meer mezelf te zijn en minder te leven zoals anderen van me verwachtten.’

‘Ik wou dat ik minder hard zou hebben gewerkt.’

‘Ik wou dat ik mijn gevoelens vaker had geuit.’

‘Ik wou dat ik contact zou hebben gekoesterd met vrienden.’

‘Ik zou wou dat ik gewoon meer had genoten.’

Een afsluitende quote van Bonnie: ‘Veel mensen realiseren zich pas tegen het einde van hun leven dat geluk uiteindelijk een keuze is.’ U bent gewaarschuwd.

Petje af voor Bonnie

eKudos Nu Jij

Liegen mensen op datingsites en hoe kom je daarachter?

Op datingsites liegen mannen vaker op over lengte en vrouwen over gewicht. Het gaat slechts om een paar centimeters of kilootjes. Big deal. Gevraagd naar hun motivatie wegen daters de nadelen en voordelen realistisch tegen elkaar op. Mensen willen zo gunstig mogelijk presenteren om een kans te maken, maar anticiperen ook een echte ontmoeting waarin ze niet willen tegenvallen. Ik zou dit niet liegen noemen, maar schone schijn. De structuur van een datingsites leent zich er voor een beetje te smokkelen met getalletjes. Daar valt, gezien de taltrijke concurrentie, best iets voor te zeggen.

Een groter hangijzer betreft de profielfoto. Terwijl bijna alle online daters hun eigen foto’s als representatief beschrijven vinden onafhankelijke observeerders tenminste een derde van de profielfoto’s dat niet. Dat betreft vaker foto’s van vrouwen dan mannen. De foto’s van vrouwen waren vaker minder recent, meer gephotoshopt of gemaakt door een professionele fotograaf. Ook kwamen ze vaker niet overeen met haarstijl en huidkwaliteit. Ook dit is geen ramp. Het leidt hoogstens tot een teleurstelling die sowieso had kunnen plaatsvinden omdat de tegenpartij bijvoorbeeld teveel knoflook heeft gegeten of fan is van Feyenoord.

Wat de meeste mensen (lees: vrouwen) wel een big deal vinden is erachter te komen of hun potentiële date wel oprecht is in diens relatiewens. Ze willen geen tijd verspelen aan mannen die verzwijgen dat ze al een partner, of meerdere, hebben. Of mannen die eigenlijk helemaal geen partner zoeken maar uit zijn op makkelijke seks. Zij willen mannen eruit filteren die hun echte (op lust gebaseerde) intenties maskeren. Veel vrouwen hebben een neusje voor dit soort mannen ontwikkeld. Daarbij waarschuwen ze elkaar (of de datingsite-beheerder) wanneer ze een nare ervaring hebben gehad. Vrouwen zijn gevoeliger voor de reputatie van een man dan andersom, en communiceren daarom vaker onderling op datingsites over de kwaliteit van het aanwezige manvolk. Sommige pientere vriendinnen testen mannen ook uit door allebei te reageren en te zien hoe die man daarmee omgaat.

Er zijn echter genoeg vrouwen die er (nog) niet zo handig in zijn om de gezonde van de rotte appels te onderscheiden. Het blijkt heel lastig om mensen op leugenachtigheid te betrappen (zelfs bij onze intimi). We kijken al snel naar de verkeerde dingen, meestal zenuwachtigheid en wegkijken. Gek genoeg is dat niet de graadmeter, dat duidt vaak op sociale ongemakkelijkheid. Leugenaars met zelfvertrouwen en een gebrek aan empathie laten dat ongemakkelijke gedrag helemaal niet zien. Die zijn vaak vrij kalm en getraind in hun leugentjes. Ze kijken je vaak juist gewoon iets langer aan en hebben vertrouwen dat ze ermee wegkomen.

Als het gaat om liegen kun je daarom gek genoeg beter geblinddoekt zijn zodat je nonverbale signalen negeert en meer op taalgebruik let. Dat kan ook prima tijdens mailen en chatten. Je moet daarbij vooral letten of het woord ‘ik’. Leugenaars vermijden vaker woorden die naar zichzelf of hun gevoel verwijzen (ik, mij, mijn, mezelf enzovoorts) en gebruiken eerder onpersoonlijke taal om zich van de leugen te distantiëren. In plaats van ‘Ik was gisteren gezellig met mijn vrouw lekker aan picknicken’ zeggen ze iets als ‘Er was een picknick. Mooi is het vondelpark toch. Ben je er wel eens geweest?’ Leugenaars gebruiken minder woorden, maar wel meer ontkenningen, tegenvragen en afleidingsmanoeuvres. Op die manier worden ze minder snel ontmaskerd.

Tijdens face to face ontmoetingen schijnen leugenaars, geconfronteerd met lastige, onverwachte vragen vaak kortere antwoorden te geven en die te herhalen. (Zo proberen FBI-mensen hun verdachten op leugens te betrappen.) Omdat liegen vaak moeite kost en controle vereist, moeten ze vaak iets langer nadenken over wat aannemelijk klinkt. Het grappige is dat ze bij relatief onbelangrijke vragen minder snel toegeven dat ze het niet weten, maar gewoon iets uit hun duim zuigen. Eerlijke mensen zeggen vaker iets als: ‘Ik weet het niet, even denken…’

Wil je een schuinsmarcheerder betrappen dan is het overigens niet handig om iemand het gevoel te geven dat ie aan kruisverhoor wordt onderworpen. Vrouwen die goed zijn in het betrappen van leugens zorgen juist gewoon voor een ontspannen en gemakkelijke sfeer. Naarmate hij meer denkt dat het wel goed zit, zullen zijn echte bedoelingen eerder doorschemeren. Dat is de geinige paradox van onderzoek naar leugens: mensen die goed van vertrouwen zijn hebben ze veel eerder door dan de mensen die achterdochtig zijn.

Bij gebrek aan bewijs is het nooit met zekerheid te zeggen of iemand liegt of niet, maar de aap komt heus uit de mouw. Oprechte bedoelingen en eerlijke interesse hebben een langere adem dan lust. Mensen die een spelletje spelen hebben meestal minder geduld en een kortere aandachtspanne, dan mensen die willen investeren in een persoonlijke band of toekomst. Zo lang hoef je vaak geeneens te wachten. Uiteindelijk maak je de beste beslissingen door te luisteren naar je intuïtie. Voelt het niet goed, stop ermee en/of zeg gewoon dat je het niet vertrouwt. Er kan dan alsnog een eerlijk moment ontstaan.

eKudos Nu Jij

Verstoort internet persoonlijk contact?

Een beetje wel ja. En waarschijnlijk herkennen we het in ons eigen leven. We hebben allemaal weleens de emotionele mail gestuurd die we niet hadden moeten sturen. De mail die onnodig een vriendschap kostte of ruzie ontketende. Digitaal contact mist namelijk een heel wezenlijk element: visuele cues om je communicatie bij te sturen. En die zijn extreem belangrijk. Vooral als je geen goed schrijver bent.

Er is een bekende regel van psychologieprofessor Albert Mehrabian die stelt dat 55% van wat we zeggen bepaald wordt door lichaamstaal en gezichtsexpressie, 38 % door de toon van je stem en slechts 7 % door de woorden die we kiezen. Deze ’55-38-7′-regel is sinds de professor haar in 1971 publiceerde nog steeds in schwung bij communicatiewetenshappers. Of ze honderd procent geldig is lastig te zeggen, maar alle onderzoeken bevestigen het belang van nonverbale signalen. Meerdere onderzoeken van een Amerikaans mediabedrijf MIT Media Lab lieten bijvoorbeeld zien dat zij met 87 % zekerheid het resultaat konden voorspellen van telefonische verkooppraatjes, presentatie pitches en onderhandelingen, zonder ook maar één woord te horen. Ze hoefden slechts op twee dingen te letten: de ratio dat iemand aan het woord is en luistert, en de hoeveelheid fluctuatie van de toonhoogte. Je kunt nog zulke goede argumenten hebben, zonder een beetje flow, kracht en oprechtheid in je manier van praten zul je anderen niet snel overtuigen. Bij digitaal contact ontbeert dit.

Internet verstoort niet alleen het contact, er zijn aanwijzingen dat het een beetje contactgestoord kan maken. Het schijnt dat naarmate mensen meer achter een computer werken ze ietwat ongevoeliger en egoïstischer worden in hun dagelijkse communicatie. Hoe dat precies werkt weten onderzoekers niet, maar hersenscans late verminderde activiteit in hersengebieden die we gebruiken om andere mensen te lezen. Ons inlevingsvermogen kan wat afstompen. Dat kan het gevolg zijn van veel internetten. We reageren bij normale ontmoetingen bijvoorbeeld vaak fysiek op het gelach en de gezichtsexpressies van anderen. We spiegelen hun gezichtsexpressies en lachen hardop mee als zij lachen. Dit spiegelgedrag maakt dat wij ook (fysiek) voelen wat de ander voelt. Dit gebeurt minder als we voor een schermpje zitten en naar een smiley kijken.

Een aspect dat hierbij ook van belang is: aanrakingen. Lichamelijk contact heeft veel meer effect dan we ons realiseren. Een minimum aan fysiek contact maakt echt verschil. Studenten doen bijvoorbeeld twee keer zo vaak mee aan een vrijwilligersproject als ze op de arm getikt te worden door hun leraar. De hand van de dokter op hun schouder doet patiënten denken dat ze twee keer zo lang met hem in gesprek waren en mannen die een vrouw uitvragen hebben ongeveer twee keer zoveel succes als ze haar eventjes op de schouder tikken. Relaties waarin veel wordt aangeraakt, worden als meer bevredigend gezien. Het lichaam interpreteert een aanraking als ‘wij delen de last’ en maakt direct het knuffelhormoon oxitocine aan. Je voelt daardoor mee connectie en bent eerder bereid iets voor elkaar te doen of te laten.

Het is daarom niet gek dat mensen die elkaar face to face spreken meer geneigd zijn elkaar te steunen en te helpen dan mensen die dezelfde onderhandelingen via de email zouden doen. En dat ze andersom iemand gemakkelijker bedonderen als het contact via een beeldscherm verloopt dan wanneer ze hun gesprekspartner recht in de ogen kijken. Mensen worden iets ruwer en ongevoeliger.

Als we iemand persoonlijk kennen verzinnen we de nonverbale cues erbij en zien we diens glimlach of specifieke frons voor ons, maar als we mensen niet kennen dan kunnen zelfs de meest oprechte intenties en positieve boodschappen niet overkomen. Dit werkt in het nadeel van online daters die elkaar (waarschijnlijk) nooit hebben ontmoet en het gemis aan non-verbale signalen niet goed weten te compenseren. Aan de andere kant schijnen mensen afwijzingen via een datingsite minder persoonlijk te nemen dan een blauwtje in de kroeg.

eKudos Nu Jij

Je mist meer dan je ziet

Via collega Janneke:Psychologisch woordenboek: inattentional blindness
Heb je je wel eens afgevraagd waar Hans Klok zijn magie vandaan haalt? Het heeft meer met jezelf te maken dan je je misschien realiseert. Veel goocheltrucs zijn gebaseerd op de manier waarop je brein informatie verwerkt. De meeste mensen overschatten hoe scherp hun observatievermogen is. We hebben het idee dat ons brein alles keurig registreert en dat er – als we een beetje opletten tenminste – weinig aan onze aandacht ontsnapt.

Niets is minder waar. Via je ogen krijgt het brein zoveel informatie aangeleverd dat het steeds keuzes moet maken. Door je aandacht ergens op te richten maakt je brein een selectie tussen wat relevant, en wat overbodig is. Hierdoor kun je in een drukke bus een boek lezen zonder dat je afgeleid wordt door het gesprek van de mensen tegenover je, kun je in een lawaaiige kroeg toch prima een gesprek voeren en kan een konijn in een hoed verdwijnen zonder dat jij het merkt.

Met het volgende filmpje kun je testen hoe alert je bent:

Ongeveer de helft van de mensen ziet de eerste keer dat ze dit naar dit filmpje kijken niets ongebruikelijks. Dat komt door een principe dat psychologen inattentional blindness noemen. Kort gezegd: waar je niet op let, dat is er niet.

Als je zomaar over een dansende man in berenpak heen kunt kijken, is wat we zien dan niet gewoon een illusie?

eKudos Nu Jij