Liefde voor oude spulletjes roest niet
Al rond hun tweede jaar hebben kinderen het besef dat ze ‘iets’ kunnen bezitten. Vanaf die tijd kan een knuffel of speeltje als een extensie van henzelf voelen. Ruzies in de zandbak tussen kleuters gaan ook bijna altijd over bezitsdrang: ‘De schep is nu van mij, ik zag hem het eerst.’
Rond hun zesde laten kinderen het zogenaamde eigendoms-effect (endowment effect) zien. Dit wetenschappelijke effect laat zien dat ‘bezit’ iets geks doet met een mensenbrein: mensen vinden precies hetzelfde voorwerp mooier, specialer en aantrekkelijker als ze het van de onderzoeker mogen houden dan wanneer ze het voorwerp alleen maar mogen beoordelen. Een willekeurig voorwerp wordt subjectief gezien dus meer waard simpelweg omdat je er eigenaar van bent.
Kinderen willen, als ze een voorwerp eenmaal bezitten, ook absoluut niet dat het wordt vervangen door een identieke kopie. Het is alsof het voorwerp dat zij bezitten een unieke en onvervangbare essentie krijgt. Die vorm van magisch denken komt uiteraard nog steeds bij volwassenen voor als je ziet hoe zij erfstukken, kunstwerken en spullen van beroemdheden behandelen. Precies hetzelfde kunstwerk wordt ineens minder mooi als blijkt dat het een vervalsing is.
Ons brein heeft overigens een aangeboren neurochemisch mechanisme om zich spullen toe te eigenen en te herkennen. Daarom voel je iets speciaals als je tussen al die fietsen in een fietsenrek ineens de jouwe herkent. En daarom zie jij dezelfde fiets anders als hij in de etalage staat dan wanneer hij een dag later bij jou in de schuur staat. Op het moment dat je besluit de fiets te kopen eigent het brein zich die fiets toe. Een willekeurige fiets in de etalage wordt dan ineens ‘jouw’ fiets.
Waarom hechten mensen aan spullen?
Er zijn meestal meerdere redenen om aan een voorwerp te hechten:
Praktisch nut – Je kunt aan je auto hechten omdat die handig is en het jou en je intimi vervoert.
Status en identiteit – Je kunt aan je auto hechten omdat het een statussymbool is en jij er graag in gezien wordt. Spullen zijn voor mensen ook een manier om uit te dragen hoe ze zichzelf zien of hoe ze gezien willen worden.
Persoonlijke geschiedenis – Je kunt aan je auto hechten omdat je er een persoonlijke band bij voelt, bijvoorbeeld omdat je hem lang hebt, vaak hebt opgeknapt hebt of geërfd hebt van je vader.
Het is normaal voor veel zoogdieren om hun territorium af te willen bakenen. Hondjes doen dat vooral met pis, wij doen dat met spullen: dit is mijn territorium. Mensen zijn zo gehecht aan hun spullen, omdat ze daarmee hun eigen wereldje creëren. Mijn huis voelt als thuis omdat daar allemaal mijn spullen en prullen staan. Ik herken ze als ik terugkom van vakantie; ze geven me direct een gevoel van thuiskomen. Spullen creëren een identiteit en een thuis in de wereld.
Er zijn uiteraard grote persoonlijkheidsverschillen in de mate waarop mensen aan hun bezittingen hechten. Wat de één voelt bij lakschade aan zijn scooter, voelt een ander pas als zijn partner in het ziekenhuis ligt na een auto-ongeluk.
Waarom is het ene voorwerp waardeloos en het andere van onschatbare waarde? Het ligt er aan hoe vervangbaar het voorwerp voor iemand is en hoezeer iemand een persoonlijke band met dat specifieke voorwerp voelt. Hoe makkelijker het voorwerp te vervangen is door een nieuwe, en hoe minder iemand zich identificeert met het voorwerp, hoe minder waardevol het voelt.
Een arme student die na een zomer werken met zijn zuurverdiende geld een tweedehands scooter koopt, die hij vervolgens met pijn en moeite opknapt, is daar waarschijnlijk meer aan gehecht dan rijke snob die spontaan een spiksplinternieuwe scooter koopt omdat hij geen zin heeft te fietsen. De student zal waarschijnlijk ook emotioneler reageren dan de snob als hun scooters worden gestolen. De eerste heeft gevoelsmatig veel meer geïnvesteerd in zijn tweewieler.
Aan sommige specifieke voorwerpen hangt een sterke persoonlijke geschiedenis, vaak gekoppeld aan een persoon waar iemand sterk aan gehecht is. Zulke voorwerpen worden dan onvervangbaar. Oorbellen die van je oma hebt gekregen. Liefdesbrieven van je eerste serieuze verkering. Je allereerste knuffel. Daar zit een emotionele geschiedenis achter die losstaat van het praktisch nut, financiële waarde of schoonheid van het voorwerp.
Zo was ik tot mijn achtste gehecht aan een oud, bevlekt blauw dekentje waarmee ik sinds de babyjaren sliep. De geur, de stof; pas als ik mijn hoofd in dat kleedje lag kon ik rustig slapen. Ik was dan ook echt overstuur toen mijn moeder op een gegeven moment het dekentje had weggedaan omdat ze vond dat ik er te oud voor was. Veel volwassen hebben nog steeds een oud dekentje of afgeleefde knuffel uit hun kindertijd.
Waarom bewaren sommige mensen heel veel? Angst voor spijt. Veel mensen durven geen afstand van oude spullen te doen uit angst dat ze er spijt van zullen krijgen. Die spullen zijn nou eenmaal deel van hun geschiedenis ook al doen ze er verder niets meer mee. Daarom staat er op de gemiddelde zolder het equivalent van een hele vlooienmarkt. Echte verzamelaars daarentegen sparen spullen vaak omdat ze een passie hebben voor specifieke voorwerpen, zoals postzegels of munten. Soms is hun motivatie professioneel omdat ze er geld mee verdienen.
De zogenaamde verzamelstoornis waar sommigen last van hebben is overigens van andere orde. Dat is een psychische stoornis. Deze mensen verzamelen vaak spullen die ze helemaal niet nodig hebben, en het wegdoen van die spullen leidt tot ontzettend veel angst en stress, en daarmee ook tot alle praktische problemen. Soms zelfs gezondheidsproblemen. Je huis goed schoonmaken en ontsmetten wordt bijvoorbeeld heel lastig als het vol met troep staat. Een partner zal het vast ook niet waarderen.
Kan ‘liefde voor spullen’ ook gevaarlijke kanten hebben?
Hechting aan een knuffel lijkt me vrij onschuldig, tenzij het verlies daarvan leidt tot serieuze stress of een trauma. Dan is er misschien meer aan de hand.
Het is wel zo dat onderzoek een correlatie zien tussen materialisme – het hechten en opsparen van bezittingen – en bepaalde psychische klachten. Naarmate mensen materialistischer ingesteld zijn, blijken ze over het algemeen ook iets egoïstischer en hebben ze iets vaker last van depressies, een wankeler zelfbeeld en minder goede relaties. Dat klopt ook met ander onderzoek waaruit blijkt dat mensen gelukkiger worden als ze hun geld besteden aan ervaringen (zoals een stedentrip of survivaltocht) in plaats van dat ze spullen mee kopen. Die ervaringen zorgen niet alleen voor fijne herinneringen, maar vaak ook voor verbeterde relaties als ze samen op pad gaan. Dat laatste is voor de meeste mensen de sleutel tot echt geluk: liefde en vriendschap zijn de allergrootste geluksmakers. De liefde voor spullen is dan slechts een slap alternatief.
P.s. Op onze site Relatieklik kun je gratis mensen ontmoeten. Misschien wel de liefde van je leven.