Category: Communicatie

En ze leefden nog geil en gelukkig


‘De echte ontdekkingsreis bestaat niet uit het ontdekken van nieuwe landschappen, maar in het waarnemen met nieuwe ogen.’ Marcel Proust, schrijver

‘De meesten van ons ‘s nachts opgewonden raken door precies die dingen waar we overdag tegen demonstreren. De erotische geest is niet politiek correct.’ Esther Perel, relatietherapeut

Inmiddels de liefde van je leven gevonden? Iemand die nagenoeg perfect in jouw leven past? Van harte gefeliciteerd. Toch zul je merken hoe lastig het is tevreden te blijven. De grootste nachtmerrie van romantici is in een relatie belanden die je kunt reduceren tot samen eten en afwassen, De Wereld Draait Door kijken en eens in de maand een seksuele ontlading op zondagochtend. Dit is eigenlijk al heel wat, maar niet bepaald enerverend of begerenswaardig. Is deze implosie van romantiek en lust onvermijdelijk? De wereldbefaamde relatietherapeut Esther Perel maakte het haar wetenschappelijke missie om het geheim van een langdurig, erotisch samenzijn te ontrafelen. Het verontrustte haar dat stellen overal ter wereld verzuchtend concludeerden dat hun seksuele en romantische verlangens naar elkaar waren afgenomen. ‘Vooral wanneer er kinderen in het spel zijn.’ Met haar onderzoeken hoopte ze meer inzicht te krijgen in twee vragen: waarom precies is het zo lastig te blijven verlangen naar je partner? En wat maakt romantisch en seksueel verlangen duurzaam?

Wat het lastig maakt is dat een lange relatie vraagt om de succesvolle verzoening van twee fundamenteel verschillende menselijke drijfveren. De hang naar een veilige connectie en het verlangen naar groei, spanning en avontuur. Er bestaat wereldwijde consensus dat dit onmogelijk is en dat je het gewoon niet moet verwachten: ofwel je hebt de spanning van een affaire zonder de veiligheid en intimiteit van een lange relatie, ofwel je hebt een partner die je door en door vertrouwt, zonder de lust en spanning. Veel partners zitten klem tussen hechting aan het bekende en de zucht naar het onbekende. Liefde is kalm, harmonieus, duurzaam en veilig. Begeerte is onrustig, ambitieus, kortstondig en gevaarlijk. In een relatie willen we de geliefde liefst bezitten. We willen de ander door en door kennen, de gevoelsmatige afstand zo klein mogelijk houden en alle spanningen neutraliseren. We willen dat de partner ons thuis is. Om te hunkeren daarentegen – seksueel of romantisch – is juist afstand en onvoorspelbaarheid nodig: als we de uitkomst kunnen voorspellen interesseert ons de uitkomst niet. Hoe kun je nieuwsgierig en opgewonden raken zijn als het resultaat vaststaat. Dan houdt het op een avontuur te zijn. Om naar iets te kunnen verlangen, moeten we een (gevoelsmatige) afstand kunnen overbruggen. Perel wilde praktische antwoorden en vroeg koppels (uit meer dan twintig landen) wanneer ze zich het meest tot elkaar aangetrokken voelden? Drie antwoorden bleven terugkomen:

1.‘Ik voel me het meest aangetrokken als mijn partner weg is én als we weer bij elkaar komen.’ Logisch, een geografische scheiding tussen partners, geeft ze de kans elkaar te missen. Alleen daarom is het goed af en toe alleen op pad te gaan en met een andere energie en een nieuw verhaal terug te komen. Hierom werken latrelaties voor sommige stellen beter dan samenhokken. Ik ken genoeg romantisch gelinkte huisgenoten die experimenteren met vakantiehuisjes, caravans en aparte vakanties. Ik ken ook een reislustig stel waarvan elke partner jaarlijks een paar maanden hun eigen gang gaat. Meestal komen ze elkaar tegen het einde van hun reizen ergens op deze aardkloot tegen. Voor hun werkt het.

2. Het tweede antwoord vond Perel interessanter. ‘Ik ben het meest aangetrokken als mijn partner in zijn element is.’ Als die iets doet waarvoor hij/zij een passie heeft of leuk interacteert met anderen. Dit antwoord zegt iets zegt over de kwaliteit van de afstand die nodig is om verlangen op te wekken. Ga te dicht op iemand staan en je ziet en voelt niets, sta te ver uit elkaar, en hetzelfde gebeurt. Er is emotioneel gezien blijkbaar een ideale afstand dat verlangen kan aanwakkeren. Perel: ‘In die ruimte tussen jou en de ander ligt het erotische élan.’ Als je naar je partner kijkt vanaf een comfortabele afstand, waardoor je partner zowel vertrouwd als een beetje mysterieus wordt, creëert dat positieve spanning. Zo wordt een vriendin van mij telkens weer opnieuw een beetje verliefd op haar vriend, en een tikkeltje jaloers, wanneer ze hem op feestjes geanimeerd met andere vrouwen ziet praten. Ze zijn al vijftien jaar samen, maar dan ziet ze hem weer even zoals vroeger. Een andere vriend gaat om diezelfde reden regelmatig naar de muzikale optredens van zijn partner.

3. ‘Ik ben het meest aangetrokken als ik door mijn partner verrast wordt, als we samen een nieuwe situatie beleven.’ Dit antwoord gaat over het samen ervaren van iets nieuws, zoals een reis, tangocursus of zelfs een relatietherapie, waardoor zowel jij als je partner een nieuw aspect van elkaar kunnen ontdekken en om elkaar kunnen lachen. Onbekende situaties, samen uit de comfortzone gaan, zorgt voor een bepaalde mate van onvoorspelbaarheid die de relatie een nieuwe impuls kan geven.

Om als stel succesvol tussen liefde en spanning te laveren zijn goede gewoontes, flexibiliteit en offers nodig. Hieronder wat adviezen die het vuur van een liefdesrelatie laten smeulen en af en toe hoog doen oplaaien.

Vier jullie individualiteit – Een belangrijke oorzaak dat partners het verlangen naar elkaar verstikken is dat zij elkaars onafhankelijkheid en individualiteit als bedreiging voor de relatie zien. Onafhankelijkheid is juist zuurstof voor de relatie. Of in de woorden van Perel: ‘Vuur heeft lucht nodig.’ Partners die uit onzekerheid proberen de vrijheid van hun partner in te perken, maken het elkaar en zichzelf lastig. Perel geeft een moeder-kind-analogie. Zelfs een kind dat zielsgelukkig en geborgen in de moederschoot ligt, krijgt vroeg of laat het verlangen om de wereld te ontdekken. Een kind dat er op uit trekt, kan grofweg twee verschillende boodschappen meekrijgen. De eerste moeder zegt: ‘Ga maar kind, de wereld is een magische plek. Er valt ontzettend veel te ontdekken. En als je terugkomt ben ik er voor je.’ Dit stimuleert het kind om zich, zonder onnodige angst, in de wereld te begeven. Het kind voelt zich dan zowel verbonden als afgescheiden. Hij durft alleen op pad te gaan, zonder zich eenzaam te voelen en kan zich laten leiden door zijn eigen fantasie en intuïtie, en daarvan leren, wetende dat er altijd iemand is als hij terugkomt. Een angstige moeder zal een heel andere boodschap meegeven: ‘Kind, ik maak me zorgen, want jij bent alles voor me. Wat is er nou zo interessant daarbuiten? Hebben wij samen niet alles wat we nodig hebben?’ In plaats van het kind te helpen tegenstrijdige verlangens naar avontuur en geborgenheid te omarmen, wordt het kind nu gedwongen een keuze te maken. Het kind zal een deel van zichzelf ontkennen om het andere niet te verliezen. Als het kind wat angstig is, zal het zijn vrijheid opgeven om te voorkomen dat het verbondenheid met moeders verliest. Een meer rebels kind zal zijn ontdekkingsdrang niet kunnen weerstaan, maar als het kind eenmaal op pad is, zal dit kind gevoelsmatig nooit helemaal weg zijn, omdat het bezig blijft is met de nadelige gevolgen van zijn trektocht. Zo’n kind komt in een tweestrijd en leert liefde gelijkschakelen met schuldgevoel, spijt en angst. De tweede categorie kinderen ontdekt niet hoe ze zelfstandig kunnen spelen en op hun eigen intuïtie kunnen vertrouwen. Ze leren niet dat het fijn is om hun moeder gelukkig te willen maken, ze leren vooral bang te zijn om hun moeder ongelukkig te maken. Uiteraard is dit inzicht te vertalen naar volwassen relaties. Elk stel staat af en toe voor deze keuze: wil je een relatie gebaseerd op liefde en vertrouwen of één gebaseerd op schudgevoel en controle? Als ik het zo formuleer, klinkt het als een strikvraag, maar elke relatie zit vol met dit soort keuzemomenten: laat ik haar met vriendinnen op vakantie gaan of steek ik daar een stokje voor? Steun ik hem in dit tijdelijke project of eis ik dat hij meer tijd aan mij besteedt? Het is goed om daar een evenwicht in te vinden. Het cliché is waar: je kunt pas van een ander houden als je daar allebei voldoende ruimte en vrijheid voor hebt. Elkaar loslaten – binnen een voor jullie acceptabele bandbreedte – is noodzakelijk voor de passie.

Projecteer eigen onzekerheden niet op een partner – ‘Hartstocht is soms de wanhoop over de afwezigheid daarvan.’ Ik vind dit citaat van Harry Mulisch een mooi voorbeeld van hoe je een negatief gevoel op een positieve manier framet. Neem jaloezie. Een beetje jaloezie is prachtig: het is een magnetische en erotiserende kracht die je alert houdt en maakt dat jullie bij elkaar willen blijven. Het zorgt voor een gevoel van exclusiviteit en versterkt erotische gevoelens. In relaties waarbij alle jaloezie ontbreekt, ontbreekt vaak ook seksuele aantrekkingskracht. Jaloezie kan de relatie alleen verzuren als de jaloerse partner probeert de partner te controleren. Zie jaloezie niet als iets waar je koste wat kost vanaf doet, zie het als brandstof om je relatie spannend en erotisch te houden. Als er objectief gezien geen reden is om jouw partner níet te vertrouwen, dan moet je je afvragen hoe serieus je jouw jaloezie moet nemen. Het is goed voor de intimiteit om het er af en toe eerlijk over te hebben, maar maak het het niet jouw partners taak om jou keer op keer gerust te stellen als jij weer eens onzeker bent. Dit geldt voor alle ongemakkelijke gevoelens waarvan jouw partner wél de trigger, maar níet de belangrijkste oorzaak is. Als jij je partner vooral gebruikt om gevoelens van eenzaamheid, zelftwijfel en angst te verhullen, dan is dat een signaal dat je niet alleen je partner daarmee moet lastigvallen, maar ook met jezelf aan de slag moet. Aan je eigen karakter werken, is soms het beste wat je voor jezelf én de relatie kunt doen.

Ga samen uit jullie comfortzone Gedrag beïnvloedt je gevoel meer dan erover nadenken. Ik heb hier een heel artikel aan geweid, dus ik hou het kort. Praten wordt in elk geval vaak overschat als methode om passie of intimiteit te vergroten. Je kunt soms beter af en toe een gek avontuur beleven. Partners die samen iets enerverends doormaken blijken achteraf meer verliefd dan stelletjes die relaxt uit eten gaan. Alles wat het lichaam opwindt, helpt blijkbaar ook passie stromen. Samen uit de comfortzone gaan is goed voor de relatie. De roes van het avontuur versmelt zich met de band die je voor elkaar voelt. Bovendien wordt die band intenser omdat je elkaar moet helpen en vertrouwen. Oude romantische rolpatronen worden zo opnieuw geactiveerd.

Doe je best aantrekkelijk voor elkaar te blijven – Sommige partners denken dat officiële verkering rechten met zich meebrengt. Zoals het recht om jezelf fysiek te verwaarlozen en toch seks te krijgen. ‘Iemand moet me helemaal nemen zoals ik bent.’ zegt een luie vriend altijd. ‘Ook als je jezelf een week niet gewassen hebt?’ antwoord ik dan. Mensen die altijd maar hun luie zelf zijn, zijn niet de mensen met wie je per se in een relatie wilt zitten. Ook werken aan een gezond en fit lichaam maakt je gelukkiger en levenslustiger. Het gaat er niet om een schoonheidsideaal na te streven dat niet bij jou (of je leeftijd) past, het gaat erom dat je lekker in je vel zit en dat je je eigen lichaam accepteert, want – niet onbelangrijk – dat stimuleert je libido.

Maak tijd voor seks en fysieke intimiteit – Hoe je het ook wendt of keert, seks is datgene wat liefdesrelaties van vriendschappen onderscheidt. Hoewel genoeg partners eraan wennen om ‘seksloos’ door het leven gaan, geeft regelmatige seks en lichamelijke intimiteit de relatie glans. De hormonen en hersenstoffen die vrijkomen voeden zowel lichaam als relatie. Een belangrijke reden dat stellen steeds minder seks hebben is de macht der gewoonte. Op het moment dat seksueel verlangen minder wordt, bijvoorbeeld omdat het nieuwe ervan is, schiet het er bij veel stellen vanaf dan bij in. Vooral werkstress is een killer. Dus, doen jullie het niet meer, want: druk, kinderen, voorspelbaarheid, enzovoorts? Geen goed excuus. Bouw gezamenlijke ontspanningsmomenten waarin seks en intimiteit kunnen ontstaan. Massage-avondjes, samen in bad, een dagje sauna. Prima om de kat op het spek te binden. Het helpt ook om jullie fantasie weer te gebruiken. Waarom wilde je eerder dagelijks met je partner naar bed en een half jaar later een stuk minder? Je partner is niet veranderd, alleen jouw beeld over hem of haar. Seks wordt minder speciaal wanneer je het gevoel hebt dat het altijd mag. Logisch dat dit zo werkt, maar het verraadt ook een gebrek aan creativiteit. Dieren hebben alleen seks op het moment dat de natuur het verlangen influistert. Het is een natuurlijk instinct waarbij de erotische verbeelding geen rol speelt. De mens is het enige dier dat gedurende het hele jaar seks kan hebben, puur door de kracht van verbeelding te gebruiken. ‘Zelfbevrediging’ zo meende schrijver Theo Kars, ‘is de triomf van de gedachte over de geest.’ De mens kan seks met zichzelf hebben terwijl hij fantaseert over een ander. Voorspel, anticipatie, masturbatie, wij kunnen met alle facetten van erotiek spelen, en die zowel voeden als smoren met onze verbeeldingskracht. Als je zulke fantasieën kracht wilt bijzetten, dan is het nog beter daar als je werkelijkheid een handje helpt. Een rollenspel is misschien te veel van het goede, maar waarom niet wat experimenteren met seks. Probeer elkaar op nieuwe manieren te veroveren en laat je niet te veel weerhouden door gêne. Nog een voordeel: blijken mannen ná de seks beter in staat conflicten uit de praten.

Hou romantische relatierituelen in ere – Mensen houden van rituelen en symbolen. Die geven ons het gevoel dat we deel zijn van een groter geheel, zoals een land, vereniging of liefdesrelatie en verlenen betekenis aan de grilligheid van ons leven. Het leven zelf geeft geen betekenis aan jouw doen en laten, dat doen wij zelf met onze verhalen en rituelen. De natuur viert jouw verjaardag niet, de mensen die van je houden doen dat. Om je eraan te herinneren hoe bijzonder het is dat je er weer een jaartje bij hebt. Ook afstuderen, een voltooid werkproject of relatiebreuk zouden betekenisloos zijn als wij hier niet zelf bewust bij stilstaan. Voor het oplaaien van passie en romantiek zijn symbolische daden essentieel: alles wat jullie in het heden aan een gezamenlijk verleden bindt, versterkt het wij-gevoel. De liefde mag af en toe extra gevierd worden. Rituelen scheppen bovendien ook een mooie gelegenheid om elkaar even opnieuw het hof te maken. Koester daarom speciale dagen, tradities en routines die voor jullie relatie belangrijk zijn. De dag dat jullie samenkwamen, jullie trouwdag. Ook kleine terugkerende routines zijn belangrijk: het gesprek aan de keukentafel bij het ontbijt, koosnaampjes, een krimi kijken op zondag. Zoals Louis Couperus ooit schreef: ‘Alles wat goed is, is gewoonte.’ Rituelen zijn ook een krachtig therapeutisch hulpmiddel om drama’s en zware verliezen te verwerken. Het symbolisch inluiden van een nieuwe periode of levensfase helpt niet alleen te beseffen dat er een overgang heeft plaatsgevonden, maar het helpt je daar ook op voor te bereiden. Het verwerken van een relatiedrama, zoals vreemdgaan, heeft baat bij een symbolisch nieuw begin. Zo’n ritueel geeft het slachtoffer rechtmatige erkenning van het leed dat hem/haar is aangedaan, helpt de emotionele last verlagen en geeft de relatie een frisse start.

Gun elkaar privacy – ‘Wij hebben nul geheimen voor elkaar. We gebruiken hetzelfde emailadres en hebben een gezamenlijke bankrekening.’ Sommige partners claimen vol trots dat ze hun geliefde door en door kennen. Wat een enge illusie. Je partner is een levend (en veranderend) mens, geen voorgeprogrammeerde robot die je volledig kunt doorgronden. Je kunt niet alles met elkaar delen en je hebt ook geen recht op volledige controle over je partners digitale leven. En wat betreft de intieme privésfeer: ga er maar vanuit dat je partner, net als jij, wel eens een seksuele of romantische gedachte over een ander heeft of zaken met intimi bespreekt die jij liever niet hoort. Je hoeft ook niet alles te weten zolang het de relatie niet direct in gevaar brengt. Stellen die elkaar hun privacy gunnen, hebben volgens Perel een duurzamer en erotischer liefdesleven. Als je kunt accepteren dat je partner een eigen fantasieleven heeft, dan kan het zelfs meehelpen aan de erotische spanning tussen jullie. Het wordt alleen een dealbreaker als je partner zich stiekem suf masturbeert achter zijn laptop en jou daardoor niet meer kan bevredigen. In alle andere gevallen: gun je partner een eigen binnenwereld en laat hem/haar zelf bepalen waarvan hij/zij jou deelgenoot maakt. Eigenlijk heb je hierin sowieso geen keus. Je kunt hoogstens een relaxtere, meer vertrouwde sfeer creëren waarin je elkaar niet veroordeelt op het moment dat de ander zijn/haar intiemere gedachten en gevoelens deelt.

Koester gezond egoïsme –Woorden die beginnen met ‘ego’ worden afgedaan als negatief. Bestaat er, behalve de narcist, iemand die graag ‘egoïst’, ‘egocentrisch’ of simpelweg ‘ego’ wordt genoemd? Door die kwaaie bijklank zou je haast vergeten dat egoïsme in een relatie niet alleen gewenst, maar ook broodnodig is. Nergens wordt dat zo duidelijk als in bed. Zonder het vermogen je volledig op jezelf te concentreren en de ander te vergeten, is het lastig tot een orgasme te komen. Genieten is nou eenmaal een egocentrische bezigheid, zelfs als je het samen doet. Dat is de paradox van goede seks: door zonder schroom te nemen, wordt het een stuk makkelijker om daarna zonder voorbehoud te geven. Je kunt niet opgewonden raken, laat staan een orgasme krijgen, als je teveel tijd in het lichaam en hoofd van de ander probeert te blijven. Je moet je op je eigen genot kunnen focussen. Je mag een partner best objectiveren als dat jou geil maakt. Een gezonde dosis egoïsme, helpt een gezond evenwicht te bewaren. Relaties waarin beide partners ook hun eigen dingen kunnen blijven doen, houden langer stand. Zo’n relatie vraagt minder offers. Zoek samen de grenzen op van wat jullie hierin acceptabel vinden en wees niet bang het daar eerlijk over te hebben. Als jullie allebei maar het gevoel houden dat het grote plaatje in balans is. Individuele dagen, aparte vakanties, seks buiten de relatie: alles is te bespreken. Dit evenwicht hoeft niet half-half te zijn. Sommige mensen vinden geven nou eenmaal leuker dan nemen. En gezegend zijn zij, want deze mensen blijken vaak iets gelukkiger te zijn.

Een gezonde dosis egoïsme maakt trouwens ook dat je eerder in een voor jou gezonde relatie belandt. Als conflictvermijder die veel ruimte en onafhankelijkheid nodig heeft, heb ik een paar klem gezeten in relaties waarin ik mij een totale egoïst voelde. Dat werd mij ook vaak verweten. Hoeveel ik ook van haar hield, het lukte me niet leuk mee te doen, Shoppen, weekendjes welness, samen op de bank. Deze relaties eindigden soms in een spervuur van verwijten totdat een van ons de stekker eruit trok. Pas toen ik die behoeften minder krampachtig verstopte – iets wat ik voorheen te egoïstisch zou vinden – werd het eerder duidelijk of een relatie kan werken. In de praktijk is dat voor mij met een vrouw die voldoende op mij lijkt en mijn ‘egoïstische’ drang om af en toe op mezelf te zijn gewoon begrijpt. Als partners zich continu inhouden om elkaar niet te kwetsen, zit er iets niet goed. Je-egoïstische-zelf kunnen zijn, is een goede graadmeter om te bepalen of je in de juiste relatie zit. En wanneer dat zo is voelen egoïstische trekjes misschien niet als egoïsme, maar als gelijkwaardigheid. En met de juiste partner word je misschien zelfs een gever.

Communiceer over wat jullie bezighoudt – Conflicten en lastige gesprekken zijn nodig om uit te praten wat je stoort aan elkaar. Ga je die uit de weg, dan ondermijn je niet alleen het vertrouwen en de intimiteit, maar ook het verlangen om moeite voor elkaar te doen. Niets doodt romantiek meer dan vanzelfsprekendheid. Het delen en samen onderzoeken wat jullie bezighoudt, benadrukt het feit dat jullie behalve een stelletje ook individuen zijn. Individuen met eigen innerlijke werelden, eigen ontwikkeling en eigen verlangens. Het besef dat je partner niet vanzelfsprekend is, en dat je die kunt verliezen is behalve realistisch, ook een prima drijfveer om je best voor elkaar te doen. Stellen die uit angst de ander te kwetsen heel voorzichtig met elkaar omgaan en weinig delen, hebben weinig last van conflicten, maar verliezen zowel hun band met elkaar als de motivatie om die band te koesteren en goed te houden.

eKudos Nu Jij

Hoe weet je dat iemand niet into you is?


Uit onderzoek blijkt dat de boodschap van een boek net zo goed blijft hangen als je de samenvatting leest. Kort is goed! Dat bespaart iedereen tijd en moeite. De lezers, de auteur, de uitgever, de mensen van de papierfabriek, de boomkappers, de bomen. Ik heb me altijd al afgevraagd waarom zelfhulpboeken over beperkte thema’s soms meer dan tweehonderd pagina’s moeten beslaan. Neem de bestseller He is just not that into you. Hoeveel woorden moet het boek bevatten om een vrouw duidelijk te maken wanneer een man niet wil? Ik denk dat je het in een a4’tje ook kwijt kunt. Ik denk dat de meeste vrouwen prima aanvoelen wanneer de liefde van een man iets te voorwaardelijk is. Laat ons – om ook dit boek niet nodeloos te vullen – nu maar naar de kern gaan. Uit pure rechtschapenheid (en lichte jaloezie) geef ik hier de essentie weg van een boek dat het schrijversduo Liz Tuccillo & Greg Behrendt in een klap multimiljonair heeft gemaakt. Ik moet bekennen dat ik het boek écht gelezen heb. In sneltreinvaart, dat wel, maar daar is het boek op gemaakt, met veel kaderteksten en citaten. Na het gelezen te hebben kan ik volmondig beamen dat de luttele zinnen op de achterflap van het boek prima volstaan als vervanging voor het lezen van het hele boek. Wat zegt de achterflap?

‘Mannen zijn niet gecompliceerd, al willen zij je soms anders laten denken. En er zijn geen onduidelijke boodschappen. De waarheid zou kunnen zijn dat hij niet into you is.’

Hij is niet into you wanneer hij…
– niet van de woorden ‘relatie’ en ‘vriendje’ houdt;
– je niet mee uitvraagt;
– te druk is om de telefoon op te pakken.’

Vind je de achterflaptekst toch te karig? Hier dan de (iets ingekorte, maar waarheidsgetrouwe) inhoudsopgave, plus uitleg: Hij is niet zo into you als hij je níet belt, uitvraagt of date; alléén belt als ie dronken is; geen seks met jou wil, maar wel met een ander; níet wil trouwen; het heeft uitgemaakt; zomaar is verdwenen uit je leven en/of getrouwd is In de hoofdstukken leggen ze vervolgens uit waarom het geen goed idee is om te hopen op een leuke relatie met iemand die geen seks met je wil, jou niet opbelt, enzovoorts. Het is zonde om je tijd te verspillen aan een ambivalente man wanneer je op meer hoopt. Als je niet van lezen houdt kun je trouwens ook de film zien. Als je niet van films houdt kun je het die eikel ook op de man af vragen.

eKudos Nu Jij

Relatiemisverstand: ‘Hoezo ziet ze niet wat ik allemaal voor haar doe?’


De kern van veel relatieproblemen is dat partners de dingen die hun geliefde voor hen doet vaak anders waarderen dan hoe hun geliefde ze bedoelt. Als Piet liefdevol de lekke fietsband repareert van Petra, en als extraatje het wasrek meepakt, doet hij misschien moeite die hij niet gewaardeerd ziet. Die fiets interesseert Petra misschien niet, ze neemt de bus wel. Zij heeft liever dat hij écht luistert als ze ergens mee zit zonder te reageren met een dooddoener, opmerkt dat ze naar de kapper is geweest of vraagt naar haar functioneringsgesprek. Persoonlijke aandacht dus. De misverstanden ontstaan omdat partners elkaars gebruiksaanwijzing in de liefde niet goed kennen. Veel mensen die ik in relatietherapie zie, denken hun partner vaak door en door te kennen, terwijl dit overduidelijk niet zo is.

Een van de grootste eyeopeners die ik in mijn wetenschappelijke zoektocht naar duurzame liefde vond, betreft een opmerkelijk Zwitsers onderzoek. Daaruit bleek ondubbelzinnig dat hoe langer partners bij elkaar zijn, hoe minder goed ze elkaar blijken te kennen. Vind je dat niet vreemd? In het onderzoek moesten oude en jonge stelletjes hun kennis over elkaar testen. Ze moesten vragen beantwoorden als ‘is je partner tevreden met de relatie?’ tot ‘wat is het lievelingseten van je partner?’ Paradoxaal genoeg hadden jonge stelletjes het vaker bij het juiste eind. Hoe dat kan?

Elkaar kennen is blijkbaar niet (alleen) een kwestie van tijd, maar van aandacht.

Oude stellen denken elkaar beter te kennen, maar verwarren voorspelbare reacties van hun partner (‘hij schudt weer zijn hoofd’) met wat ze denken dat er in diens hoofd omgaat (‘die zeur zal wel weer denken dat…’). Oude stellen checken die veronderstellingen minder bij elkaar en gaan er ten onrechte van uit dat ze partnerlief door en door kennen. Maar een reactie van je partner kunnen voorspellen betekent niet dat je diens binnenwereld per se goed kent. Dat is het gevaar van een lange relatie: die kan steeds meer en meer op routine en vanzelfsprekendheid draaien, terwijl er in beide hoofden heel andere binnenwerelden aan het ontstaan zijn. Dat verklaart vaak gehoorde verzuchtingen als: ‘Alles was helemaal perfect, totdat ze ineens vreemdging, het uitmaakte en de helft van mijn inboedel stal.’

Om met elkaar in tune te blijven en liefde brandend te houden moet je je ook voor elkaar blijven interesseren en vragen stellen. Zowel jij als je partner verandert, jullie omstandigheden veranderen, alles verandert. Dat vraagt om blijvende alertheid en aandacht voor wat er nu tussen jullie speelt (zonder te blijven hangen in wat er in het verleden is gezegd en gedaan.)

eKudos Nu Jij

Het sluimerende gevaar van een verwijtende communicatiestijl


Relatiepsycholoog John Gottman kan in zijn ‘liefdeslaboratorium’ na vijf minuten observatie met een zekerheid van 91 procent zeggen of een stel bij elkaar blijft of niet. De man heeft geen glazen bol en bijhorende helderziende gaven, dus… hoe doet hij dit?

Hij laat ze een ‘oude’ discussie opnieuw voeren en afgaande op de manier waarop ze hun conflicten proberen op te lossen, weet hij al snel genoeg.

Als voorbeeld een conflict over de afwas. Stelletjes die het niet zullen redden, beginnen met een valse start. Een negatief of sarcastisch verwijt waarmee de ander direct in de hoek wordt gezet. Iets als: ‘De afwas? Jij doet het toch niet.’ Daarmee is de toon gezet. De ander heeft de keuze om zich te verdedigen of in het verdomhoekje te gaan staan. Welke strategie hij of zij ook kiest, de uitkomst is hoogstwaarschijnlijk (met 96 procent kans) negatief. Of er ontstaat een discussie die niemand wint of de ander voelt zich vernederd. Zelfs als de vaat daarna blinkend in de kast staat, belooft dit geen goeds voor de relatie.

Stelletjes die in de toekomst uit elkaar zullen gaan, communiceren volgens Gottman niet optimaal. Gottman, die ook de hartslag van deze mensen meet en alle negatieve woorden telt, kan na een paar minuten zeggen of deze mensen het zullen halen als ze zo doorgaan. En om te veranderen, zullen ze heel actief aan de gang moeten om de meest destructieve communicatiegewoonte van allemaal te ontmantelen: niet meer vragen wat je van je partner wilt, maar hem/haar verwijten dat hij/zij het niet goed doet.

Het gevolg van een verwijtende toon is tweevoudig (en nooit positief). Ofwel andere partner begint de partner terug te verwijten en rechtvaardigt zijn gedrag. ‘Ja, maar als ik het een keer doe is het toch nooit goed. Ik probeer het maar niet eens meer.’ Ofwel de partner gaat in het verdomhoekje staan en voelt zich vernederd. Misschien doet hij/zij alsnog de afwas, maar het zal de sfeer en de relatie op de lange duur niet ten goede komen.

Verwijten is meestal het begin van een vicieuze cirkel. Het gevolg: twee teleurgestelde partners die tevergeefs wachten tot hun partner de eerste stap zet om weer tot elkaar te komen.

Het resultaat van bovenstaande stroom aan verwijten wordt ook wel interpunctieproblematiek, machtsstrijd of het Spel zonder Einde genoemd. Die ontstaat als twee ontevreden partners het idee hebben dat zij pas iets positiefs voor hun partner hoeven doen als hun partner iets aardigs doet. In de praktijk betekent dat soms ‘lang en tevergeefs wachten’. Op een gegeven moment wordt het eigen gelijk belangrijker is dan de harmonie in de relatie.

Hoe ontstaat het Spel zonder Einde? Hoe langer je samen bent, hoe groter het risico is dat je uitsluitend nog oog hebt voor de minder leuke eigenschappen van de ander. Het goede is vanzelfsprekend en wordt niet meer gezien, het ‘slechte’ wordt steeds meer een doorn in het oog. Dat dit gebeurt is niet zo vreemd. Onze hersenen zijn namelijk geëvolueerd om obsessief bezig te zijn met alles met wat er niet klopt of verbetering nodig heeft in ons leven. Dat is een oeroud overlevingsmechanisme dat uiterst nuttig is voor de overleving, maar helaas niet bevorderlijk voor ons levensgeluk. Die verloren balans moeten wij dus zelf kunstmatig herstellen. En daar is – zo blijkt vaak in relatietherapie – vaak echt tijd en doorzettingsvermogen voor nodig.

Bepaalde trekjes van je partner kunnen op een gegeven moment voor allergische reacties zorgen. Continu stil vallen, niet luisteren, te laat komen, drinken, flauwe grappen op serieuze momenten, ongewassen oksels. Misschien heb je jarenlang gevochten om iets in jullie relatie te veranderen en was dat tevergeefs. Op een gegeven moment kun je alle hoop en motivatie verliezen en jezelf afvragen: waarom zou ik mijn best nog voor die idioot (M/V) doen?

Het is daarom niet vreemd dat sommige partners slechts nog in verwijten lijken te communiceren. ‘En ja hoor, je hebt weer een vlek in je trui.’ ‘Ach, wat maakt jou het uit hoe ik eruitzie, het is niet dat we een seksleven hebben of zo.’

Het vreemde is dat sommige partners aan deze vorm van communicatie wennen en dit soms jarenlang kunnen volhouden. Ze zijn niet gelukkig mét en niet gelukkig zónder elkaar. Deze mensen eindigen vaak bij een relatietherapeut. De situatie lijkt daar aanvankelijk meestal een stuk hopelozer dan het in werkelijkheid is.

Het grote probleem is vooral dat beide partners tegelijkertijd denken dat ‘het’ vooral of alleen aan de ander ligt. Pas als de ander verandert, zullen zij misschien ook overwegen om te veranderen. Als twee partners dit allebei denken, gedurende lange tijd, verandert er dus helemaal niets meer. Dan zijn ze vooral bezig hun liefde voor elkaar uit te putten. Het goede nieuws: op het moment dat een van beide partners zijn trots aan de kant schuift is weer van verbetering mogelijk.

Verwijten verlammen:
‘Was je weer op pad? Je doet veel leukere dingen met je vrienden dan met mij!’
‘Alsof jij de laatste tijd zo leuk bent om iets mee te doen.’

Het uiten van een wens of vraag zorgt voor betrokkenheid:
‘Vind je het leuk om vrijdag samen naar het strand te gaan? Ik heb die dag vrij.’
‘Ik zou met Marie sporten, maar dat kan eventueel ook op woensdag. Ik bel haar zo even.’

Uit vervolgonderzoek van verschillende psychologen blijkt dat partners die elkaar adempauzes gunnen, en niet bang zijn omwille van de harmonie hun gelijk op te geven, een betere kans hebben om bij elkaar te blijven dan stellen die de koude oorlog proberen vol te houden. Ook hebben eerstgenoemden minder last van gezondheidsproblemen. De spanning eist duidelijk haar tol.

Mannen blijven gemiddeld gezien iets langer met de stress in hun lichaam zitten dan vrouwen. Terwijl de vrouw al klaar is voor de verzoening, is de man dat dan nog niet.
Veel mannen die als verwijt krijgen dat het ze geen bal interesseert of dat ze koud, kil en afstandelijk zijn, laten van binnen een heel ander plaatje zien als je hun hartslag meet. Van buiten lijken ze onverschillig, van binnen ervaren ze stress. De ‘afgestompte houding’ of ‘muur’ die ze hebben opgebouwd, is een logische, fysieke reactie op de schijnbaar niet aflatende dreiging die ze voelen binnen de relatie. Bij stellen die hun problemen niet weten op te lossen en die geen veilige rustmomenten inbouwen, is de kille muur vaak het enige toevluchtsoord.

Daarom, hoe logisch het ook voelt om bij elke ‘misstap’ van je partner een kritische of cynische noot te kraken, probeer de communicatie constructief te houden. Het is veel belangrijker dan de meeste mensen zich realiseren. Klaagzangen en verwijten brengen elke relatie in gevaar. Het is besmettelijk: je partner doet waarschijnlijk hetzelfde. De eerste en meest belangrijke stap om relatieproblemen te lijf te gaan, is heel vaak: een rigoureus verwijtendieet.

Een kleine klaagzang op zijn tijd kan lucht geven, maar hou het beperkt. Het uiten van een echte vraag of wens maakt het voor de ander veel aantrekkelijker om positief te reageren. Wacht niet tot de ander eerst gaat, voordat jij besluit aardiger te communiceren: als jij verandert, verandert je partner (meestal) mee.

eKudos Nu Jij

De paradox van de leugen

Liegen is de nummer één levensstrategie die het leven van heel veel mensen oneindig compliceert. Deskundigen schatten dat zo’n 10 tot 30 procent van al onze communicatie bewust misleidend is. Zelfs tussen liefdespartners. De redenen liggen voor de hand: schaamte voorkomen, fouten maskeren, voordeeltjes halen of confrontaties vermijden om de harmonie te bewaren. De verleiding om te liegen ligt altijd op de loer.

Omdat we onszelf graag als ‘eerlijk en aardig’ zien, praten we onze oneerlijkheid meestal goed. ‘Ach, als de ander er niet achter komt, wie doen we er dan eigenlijk kwaad mee? De paradox is dat zelfs aartsleugenaars uitwisselingen van eerlijkheid meer waarderen dan communicatie waarin wordt gelogen. En dat is niet meer dan logisch. Een echte band bestaat bij de gratie van wederzijds vertrouwen en transparantie. Dat geeft een uitermate goed gevoel, meetbaar in de hersenen als het hormoon oxytocine. Er zijn weinig dingen die gelukkiger maken dan een connectie met een ander mens. Liegen saboteert dat gevoel. Als je je zoveel mogelijk aan de werkelijkheid houdt, hoef je niks te onthouden. Leugens daarentegen, hoe klein ze ook zijn, moet je keer op keer tegen ontmaskering beschermen. Daarom groeien ze en kunnen ze je leven ontsporen.

Hier lees je het uitgebreide artikel.

eKudos Nu Jij

De oneerlijke welles-nietesdiscussie: vooroordeel versus goed geïnformeerde mening

Of het nou om een tv-debat of familieruzie gaat, een discussie is onbevredigend, en kan blijvende relatieschade opleveren, als twee mensen NIET over hetzelfde praten. Als ik het wil hebben over de geluidsoverlast die jij veroorzaakt en jij blijft herhalen dat ik gewoon last heb van een slechte muzieksmaak… dan wordt dat een onoplosbare burenruzie.

‘Kan die muziek alsjeblieft wat zachter: ik heb er last van.’
‘Nee echt, je hebt last van een slechte muzieksmaak. Als je het nog een maand aanhoort dan zul je het echt waarderen.’
‘Dat wil ik helemaal niet. Ik wil rustig een boek lezen na tienen.’
‘Dat zeg je alleen maar omdat je niet openstaat voor mijn muziek. Je bent een muzikale xenofoob.’

Dit langs elkaar heen praten is niet altijd meteen duidelijk. Vaak genoeg lijkt het voor de leek alsof twee partijen een redelijke en gelijkwaardige, maar onverenigbare, mening verkondigen. Dit is helaas niet altijd het geval.

Soms (zoals in mijn laatste discussie) heeft de één een onzinnige mening gebaseerd op niets anders dan een onderbuikgevoel en de ander een mening gestoeld op goede argumenten en relevante feiten. Eerlijk debatteren en kunnen toegeven wat je wel en niet weet is noodzakelijk als je tot elkaar wilt komen. Daarom is het goed deze drogredenen te kennen en te vermijden.

Iemand die ze goed kent, zal zich waarschijnlijk niet tot de tenenkrommende discussie verlagen waarin ik gisteren terecht kwam. Het ging over een openbaar debat, dus ik kon er niet zomaar uitstappen. Het was gekmakend. Ik zal hem formulematig uitschrijven, zodat het nog duidelijker zichtbaar wordt wat hier mis gaat. Misschien leer je er iets van.

De ander: ‘Ik vind ZUS van X.’
Ik: Aha, ik begrijp dat je ZUS vindt, maar toevallig heb ik X bestudeerd en de feiten lijken toch echt ZO te zijn.
DA: ‘Maar dat is jouw mening die jij nu heel stellig als een waarheid verkoopt.’
Ik: ‘Nou, ik had ook graag ZUS gevonden, maar nu ik X vanuit verschillende perspectieven heb onderzocht, lijkt het toch echt ZO te zijn. Onderzoek A, B en C bijvoorbeeld zeggen dat het ZO zit en niet ZUS.’
DA: ‘Ja, jij zegt dat wel, maar als ik eerlijk ben, vertrouw ik jouw feiten niet helemaal. Wie ben jij nu helemaal? Ik heb andere feiten gehoord.’
Ik: ‘Ik vind die kritische houding juist prima! Ik heb verschillende bronnen en onderzoeken die ik je kan toesturen en die jij allemaal kunt natrekken. Als je wilt kunnen we het daarover hebben?’
DA: ‘Sorry, ik neem dat niet zo van je aan. Statistiek is ook maar spelen met cijfertjes. En ik heb bovendien zelf meegemaakt dat het ZUS was. En veel mensen om me heen hebben diezelfde ervaring.’
IK: ‘Ja, dat snap ik. Ik heb zelf ook ZUS meegemaakt, maar jouw en mijn persoonlijke kijk zijn per definitie beperkt en bevooroordeeld. Daarom is onafhankelijk statistisch onderzoek zo nuttig… om het grote plaatje in beeld te krijgen. Want die klopt soms niet met wat een individu vanuit zijn kleine bubbel waarneemt. En al die onderzoeken naar X laten dus niet ZUS zien, maar ZO.’
DA: ‘Ja, jij probeert punten te scoren en je gelijk halen, maar ik ken die feiten die jij noemt niet. En sorry dat ik het zeg, maar ik ben allergisch voor dat betweterige toontje van je. Dat roept weerstand op.’
Ik: ‘Ja, ook dat begrijp ik, maar dat is niet relevant voor WAT ik zeg. We hebben het erover of X nu ZUS of ZO is. Ik kom met argumenten en feiten, en daar reageer je nu niet op. En langzamerhand wordt mijn toon inderdaad ongeduldig.’
DA: ‘Ja inderdaad, dit wordt een saaie eenzijdige monoloog waarin jij gelijk probeert af te dwingen. Je drukt me in een hoek. Dat doen fascisten zoals Wilders dus ook.’

(Ik raap ondertussen mijn gevallen onderkaak van de grond. )

Ik: ‘Eh… een fascist? Wilders? Wat heeft dat hier mee te maken. Ja, ik reageer inderdaad kribbig en ik herhaal mezelf, maar nogmaals, mijn toon is verder NIET relevant voor de hamvraag in deze discussie. De vraag is en blijft nog steeds: is X nu ZUS of ZO?’
DA: ‘Tja, en ik voel duidelijk dat het ZUS is en jij hebt het over statistische feitjes die ik niet ken. Dit is dus geen eerlijke discussie. Je wilt gelijk hebben en ik wil jou dat niet geven, en daar kan jij niet tegen. Dat is wat hier aan de hand is.’
Ik; ‘Nee, ik hoef echt niet per se gelijk te hebben, maar ik wil wél een eerlijke discussie, waardoor het nu eens echt over de inhoud gaat en jij reageert op WAT ik zeg, en niet op HOE ik het zeg.’
DA: ‘Sorry, maar zo werkt dat niet voor mij. Ik neem die feiten gewoon niet zomaar aan. Ik ken ze niet en jij probeert ze aan me op te dringen. Daar hou ik niet van. Ik heb het gevoel dat ik niet met je oneens mag zijn. Je laat me niet in mijn waarde.’
Ik: ‘Ik laat je wel in je waarde, maar ik vraag je op op de inhoud te reageren, en nu blijf je jammeren over mijn betweterige toon. Ik word moedeloos: kunnen we ermee ophouden?’
DA: ‘Ook dat nog: op het moment dat het moeilijk wordt, wil je er mee ophouden. Dat laat in ieder geval zien hoe zeker je van je zaak bent…’
Ik: ‘…’

Zo’n discussie kan eindeloos doorgaan, totdat een van beide wijselijk de stekker eruit trekt. Wat wel blijft hangen is een onbevredigend rotgevoel en een hartgrondige hekel aan elkaar. Als je vijanden wilt, moet je vooral discussiëren zoals mijn tegenstander deed. Hecht je aan zowel een eerlijke discussie als een goede relatie dan kun je het beter zo doen:

De ander: ‘Ik vind ZUS van X.’
Ik: Ik begrijp dat je ZUS vindt, maar ik heb allerlei bronnen en onderzoeken bestudeerd die jij allemaal kunt natrekken. We kunnen het over die bronnen hebben?’
DA: ‘Goed, dat moet ik nu maar van je aannemen dan. Stuur die bronnen maar op dan hebben we het er volgende keer over. Misschien klopt mijn gevoel niet met de feiten.’
Ik: ‘Prima, dan kunnen we nu naar het volgende onderwerp.’

Meer lezen? Lees ook dit artikel: Wetenschap is niet zomaar een geloof of mening.

eKudos Nu Jij

Maakt passief Facebook-gebruik ongelukkig?


Het is vast geen verrassing meer
, maar sociale media hebben hun weerslag op de gemoedstoestand. En niet per se positief. Veel mensen gebruiken Facebook op een voyeuristische manier, waarbij ze niet interacteren met anderen maar slechts passief kijken hoe anderen hun ‘leven’ op Facebook delen. De kans is dan groot dat je stemming er slechter wordt dan beter, suggereert onderzoek van de Universiteit van Kopenhagen. Als Facebook-gebruik niet samengaat met interactie op de site dan creëert dat eerder gevoelens van jaloezie en afgunst. Of ergernis. Het geeft je het gevoel dat je een eenzame buitenstaander aan de zijlijn bent die niet echt meedoet. En wie vindt dat nou leuk?

Mijn conclusie: gebruik Facebook vooral om te connecten met mensen. Misschien wel om af te spreken in de echte wereld?

Meer lezen?
Maken sociale media ons eenzaam en ongelukkig?
De narcistische akeligheid op Facebook verklaard

eKudos Nu Jij

De narcistische akeligheid van Facebook verklaard


Ik weet niet precies wanneer het is misgegaan, maar ergens in mijn zoektocht naar zelf- en mensenkennis – ik ben niet voor niks psycholoog geworden – heb ik een wat pessimistisch mensbeeld ontwikkeld. Facebook heeft daar in grote mate aan bijgedragen.

Alvast twee disclaimers over dit zure artikel. 1. Ik schreef het dus niet om je (zoals hier) te verlichten met wijsheden over sociale media, maar vooral om mijn eigen ergernis te ventileren. 2. Om dat te doen heb ik bovendien uitvoerig gepikt uit dit artikel van de briljante Tim Urban van Waitbutwhy.com. (Een artikel dat onlangs overigens zonder bronvermelding geplagieerd werd door Esquire).

Terug naar mijn frustratie. Uiteraard ben ik bevooroordeeld, maar nergens zie ik zoveel onnozelheid met zoveel trots gepresenteerd worden als op Facebook. En dat huwelijk tussen onwetendheid en ijdelheid brengt lelijke kinders voort. Facebook biedt 24/7 een podium voor iedereen die zijn hart wil luchten, een mening heeft en NU aandacht wil. En waar in het echte leven onhebbelijkheden uit beleefdheid vaak verborgen blijven, gaat op Facebook de beerput wel open. Dat is ook niet gek: zelfs om drie uur s’ nachts met een fles whisky en een onsje hallucinerende paddenstoelen achter de kiezen, kun je achter je toetsenbord kruipen om je bijzondere inzichten te delen. Je leert elkaar daar echt kennen. En zelfs iemand die niets post, kun je beoordelen op zijn of haar like-gedrag. ‘Wat? Mijn baas liket die Zwarte Piet-preek van Melissa?’

Bestaat er zoiets als een objectief stomme post?
Is het mogelijk een scheidslijn te bepalen tussen ‘vervelende’ en ‘goede’ posts? Ik denk het wel, en Urbans vuistregel slaat volgens mij de spijker op zijn kop. Een goede post verlicht tijdelijk je bestaan met nuttige informatie, een lach of moment van ontroering. Urban: ‘Het gaat erom dat niet alleen de auteur van de post, maar ook zijn lezers iets aan de post hebben. Vervelende Facebook-posts dienen alleen de auteur en doen verder niets positiefs voor het leven van de lezer. Ze worden alleen geplaatst om aandacht voor zichzelf te genereren, anderen jaloers te maken of een fraaier beeld van zichzelf neer te zetten.’ En natuurlijk zullen deze menselijke motivaties ook meespelen bij leuke posts, maar nu heeft de auteur zich tenminste ook in zijn publiek verdiept. Bij onderstaande statusupdates valt precies dit gebrek aan inlevingsvermogen op:

‘Mijn leven is gaver dan het jouwe’-posts
(Al dan niet samengaand met foto’s van cocktails, mooie uitzichten, spannende feestjes en poserende mensen):

Met deze ongelofelijke beauty’s naar de party van Vogue. #blondeshavemorefun

Whoop whoop, op naar de studio voor een interview met Radio 1. Lekker babbelen met Eric Corton over mijn nieuwe project!

 Een collegezaal toespreken met honderden studenten over nieuwe media! Verder helemaal niet zenuwachtig hoor

Doel: bewondering oogsten. Wat kan het nut van dit soort posts anders zijn dan lezers een jaloers gevoel te geven en aandacht krijgen? Het is mooi als je enthousiast bent over je leven, maar voor wie is zo’n post nu echt interessant of relevant, behalve dan voor je intimi met wie je ook appt, telefoneert en afspreekt. Dat zijn de meeste mensen in je Facebook-netwerk alvast niet.

Meer gewiekste Facebookers zullen subtieler opscheppen door hun zegeningen te verhullen met valse bescheidenheid. Urban noemt dit de undercover brag:

 Mmm, zo’n futloos is mijn kapsel na een ochtendje sportenl
(Foto laat strak bikini-lichaam en zwoele pruillippen zien.)

Dankbaar dat ik deze fantastische groep mensen mocht leren hoe ze mindful cupcakes kunnen bakken om gelukkiger te worden. Bedankt lieve mensen dat jullie er waren! Ik heb ontzettend veel van jullie geleerd

 Deze bescheidenheid is uiteraard bedoeld om de opschepper te sieren, want wat zegt die laatste post nou anders dan: ‘Ik ben er dankbaar voor dat IK zo geweldig ben.’ En dan zijn er nog die openbare theatrale liefdesverklaringen en steunbetuigingen op Facebook:

 Uit eten met mijn allerliefste, mooie, intelligente en prachtige vriendinnetje Marja Rovers. Hou van je schat <3.

 Liefje en ik genieten van ons uitzicht en elkaar #grenzelozeliefde #beachlife #eencocktailsmaaktbetermetjelief

Bedankt Pieter Bos dat je erbij was om mij te steunen bij mijn eerste optreden! Vrienden voor het leven!

Waarom is hier in vredesnaam publiek bij nodig? Om te laten zien hoe goed jullie band is? Om extra bevestiging te krijgen van je geliefde of vriend? Zo ja, dan is dit een vreemde, indirecte manier om dat te doen. Verdacht haast. En des te opvallender als de stroom publieke liefdesverklaringen ineens ophoudt. Dan weet het publiek zeker dat er heibel is in de relatie. Maar goed, die pijn is te verzachten met een ander type posts.

 ‘Ik wil steun, zonder dat ik daar iets voor doe’-posts

Helemaal ziek van. Contract niet verlengd omdat ik niet in het team zou passen!

Geërgerd. Vraagt die serveerster doodleuk of ik de oma van Nina ben. Het moederschap is zwaar, maar zo slecht zie ik er toch ook nog niet uit?’

Voor de derde keer afgewezen keer deze maand. Begin de moed wel te verliezen zo.

Dit soort posts hebben veel weg van wat psychologen ‘coping’ noemen: ze zijn een manier om vervelende emoties te reguleren. Vaak lukt dat enigszins als de steunbetuigingen daadwerkelijk binnenkomen, maar waarom bel je hiervoor niet een echte vriend(in)? Opvallend is dat de auteur zelden eerlijke feedback krijgt, maar wel zelfbevestigende steunbetuigingen die iemand verder niet helpen. Misschien is de auteur van de post gewoon een sukkel die concreet advies of een eerlijke spiegel nodig heeft. ‘Logisch dat mannen afknappen: je bent helaas een irritante zeurkous.’ Of: ‘Hallo, wakker worden! Niemand zal een zeiksnor aannemen die alleen maar huilt hoe onrechtvaardig het leven is.’ De mensen die wel zinnige kritiek hebben, zullen uit beleefdheid niet reageren. Niemand wil die azijnpissende Facebook-vriend zijn.

Een interessante variant van deze post noemt Urban de cryptische cliffhanger. Een post die duidelijk maakt dat er iets vreselijks of moois aan de hand is, zonder expliciet te vermelden wat dat is:

 Ongelooflijk, wat bestaan er toch vreselijke mensen op deze planeet!

 WTF! Bestaan er mannen op Tinder die wel normaal zijn?

Er staat iets supergaafs te gebeuren in mijn leven. Duimen maar mensen!

 Doel: mensen onnodig nieuwsgierig maken en aan je lippen laten hangen. Uiteraard zijn er voldoende mensen die daadwerkelijk happen na zo’n opzichtige post. Deze ‘techniek’ werkt dus. ‘Vertel, wat is er gebeurd?’ Of ‘Ik weet niet wat er aan de hand is, maar ik ben er voor je hoor <3!’  ‘Ik eet, drink, sport, werk en ga naar bed’-posts
Geen idee wie de auteur hiermee een plezier denkt te doen, maar niets zo slaapverwekkend als de statusupdate waarin iemand uitleg geeft over de dagelijkse dingen die we ALLEMAAL doen. Het is de Facebook-variant op de buurman die jou mededeelt dat de zon schijnt als jij met dikke zonnebril en sombrero aan het tuinieren bent.

 ‘Wandelen in Broek in Waterland met Bert. Volgende week gaan we weer.’

 ‘Huis snel opruimen en nasi goreng maken voor mijn oude buurtjes die straks komen eten.’

Nieuwste koffiezetapparaat van Philips gekocht: de oude was wel aan vervanging toe

 Vanwaar zo’n uitbarsting van suffigheid? Een die waarschijnlijk je eigen moeder niet eens zal boeien? Het lijkt erop dat de auteur Facebook gebruikt als dagboek om de eenzaamheid op te heffen. Maar krijgt je leven echt meer betekenis door te delen dat je soep aan het koken bent en straks tv gaat kijken? Niemand is geïnteresseerd.

 ‘Ik ben een goeroe en weet hoe het écht zit’-posts
(Al dan niet samengaand met een Deepak Chopra-citaat)

 Wil je eens een mooi, perfect mens zien? Kijk in de spiegel. Je bent 100% perfect zoals je bent.

 Veroordeel niemand voordat je in diens schoenen hebt gelopen. Je weet nooit waarom iemand zo is geworden. De ander is niets minder dan jij: een manifestatie van het kwantumbewustzijn dat door jou en mij heen werkt. We zijn allemaal één <3.

Sommige mensen krijgen het hoog in de bol nadat ze een paar zelfhulpcursussen hebben gedaan. Ze wanen zich vervolgens een wijsgeer die anderen verlichting komt brengen. Meestal met pseudowijsheden die zo algemeen of meervoudig interpreteerbaar zijn dat ze niets meer betekenen. Holle frasen, geïnspireerd of geleend van bekende zelfhulpgoeroes als Deepak Chopra en David Wolfe. De posts lijken geschreven te zijn om mensen een hart onder de riem te steken, maar moeten juist de verlichte status van de auteur bevestigen. Soms is het doel anderen te overtuigen van een absolute waarheid. Iemand heeft na een cursus ayurvedisch mantra-zingen ineens minder last van angst en is ervan overtuigd dat de hele wereld dit zou moeten doen. Deze posts zijn oprecht, maar ook kortzichtig.

En dan zijn er de zogenaamde activistische complotdenkers, die er zeker van zijn dat zij de enige objectieve Waarheid met een hoofdletter in pacht hebben. Een Waarheid die totaal verduisterd is door mainstream media, politici, Facebook, de farmaceutische en voedselindustrie, de illuminati en Satan himself. De boodschap is: ik heb me echt in de wereld (lees: internet) verdiept en ik weet nu hoe we massaal voor de gek worden gehouden. De bronnen en bewijzen voeren altijd terug op halfgare websites van een clubje complotdenkers en pseudowetenschappers die niet begrijpen wat wetenschappelijk onderzoek en kritisch denken inhoudt.

 Lees het schokkende interview met deze arts!!!!! Je kind vaccineren is kindermishandeling!!!!!! Iedereen moet dit lezen!!!!!
(Het artikel zelf – meestal vol taalfouten – staat op een vage website waar ook andere belachelijke complottheorieën huishouden. De arts is meestal geen arts maar een zelfbenoemd natuurarts die een cursus kruidengeneeskunde heeft gedaan.)

Het gevaar van deze posts is niet dat ze saai zijn, maar dat ze de mensen die zich er niet genoeg in verdiept hebben onnodig bang maken en in gevaar brengen.

 ‘Ik heb een mening die totaal voor de hand ligt, maar ik deug tenminste wel’-posts
Laten we het beestje bij de naam noemen: de wereld is kut. Nou ja, voor de meeste mensen dan. Honger, kinderarbeid, racisme, inkomensongelijkheid, milieuproblemen, armoede, bio-industrie, scooters op het fietspad. Zelfs een vijfjarig kind kan hiervan de oppervlakkige oorzaken en oplossingen benoemen. ‘Eerlijk delen? Lief zijn voor mekaar?’ Het publiekelijk benoemen van de ellende laat jou in de ogen van je lezers deugen, maar je laat vooral zien wat zijzelf ook al vinden en draagt niet concreet bij de oplossing van het probleem.

 Wanneer leren we nou om met elkaar in vrede te leven. Iedereen is gelijk ongeacht kleur, ras of religie!

De grens tussen ‘ik deug’-posts en constructief activisme is niet altijd duidelijk, maar echte activisten zijn buiten Facebook ook actief om de wereld te verbeteren en vragen op Facebook meestal concrete hulp voor het project waarvoor ze zich inzetten. Die posts zijn in ieder geval gebaseerd op meer dan alleen ijdelheid. Er moet een petitie getekend worden of geld worden gedoneerd. De mensen die alleen posten dat ze ergens mee zitten, zijn vooral bezig met laten zien dat ze oké zijn. Het zijn de mensen die na een ramp reageren met een nogal voor de hand liggend statement als:

Ongelooflijk wat mensen elkaar aandoen uit naam van religie. Ik leef mee met de nabestaanden.

… steekt een kaarsje aan voor de mensen in Nepal. Ik ben daar zelf twee geleden ook geweest, prachtig land, prachtige mensen! #aardbevingNepal

Deze mensen gebruiken een ramp om te laten zien dat ze een goed mens zijn. En dan heb je nog de politiek correcte, brave meningen die duidelijk maken dat jij het hart op de juiste plaats hebt, maar ook dat je verder totaal niet serieus hebt nagedacht over het onderwerp of de meningen van de mensen die je probeert te weerleggen. Het zijn dooddoeners die vaak onwaar zijn en alle nuance over het hoofd zien.

Weg met dat gore pvv-volk! Wat bezielt al die mensen om zo harteloos met vluchtelingen om te gaan. We hebben het over mensen. Mensen die hun gezin liefhebben en ook in vrede willen leven.

Elke religie predikt precies dezelfde waarheid en liefde! Waarom elkaar niet liefhebben zoals God het vast bedoeld zou hebben als hij zou bestaan.

Als je zwarte piet zo haat, waarom ben je dan nog in Nederland?

Omgang met Facebook
Een schrijver van wie ik de naam kwijt ben scheef ooit iets als: ‘Wijsheid is niets anders dan observeren hoe andere stupiditeiten begaan, om die vervolgens zelf niet te begaan.’ Dat is min of meer hoe ik ook met Facebook probeer om te gaan. Ik post tegenwoordig alleen maar als iets wil verkopen of informatie nodig heb. Verder blijf ik er weg.

eKudos Nu Jij

Waarom jij altijd gelijk hebt (ook als je geen gelijk hebt)

‘Waarom zie je wel de splinter in het oog van je broeder, maar niet de balk in je eigen oog?’ – Jezus Christus, spiritueel leider

Jij en ik leven met een onzichtbare handicap. Een dragelijke, maar serieuze mentale beperking die we ironisch genoeg ‘gezond verstand’ noemen. We denken vaak goede redenen te hebben om iets te vinden, terwijl we in werkelijkheid iets vinden en daar pas achteraf de redenen bij verzinnen. Die blinde vlek spotten we vaak accuraat bij anderen, maar niet bij onszelf.

Een eerste hint dat er iets goed mis is, vind je op de sociale media. Zoals Twitter. Op elk moment van de dag vind je daar intelligente, hoogopgeleide mensen – ook journalisten, deskundigen en hoge piefen met voorbeeldfuncties – die elkaar voor idioot of leugenaar uitmaken. De een weet zeker dat Zwarte Piet racisme is, de ander weet precies het tegenovergestelde. Een ander weet weer zeker dat vaccinaties gevaarlijk zijn, een ander weet dat het pertinent grote onzin is. De meeste discussies –vluchtelingen, Airbnb, Islam of Pokémon – polariseren razendsnel in een spiraal van wederzijdse akeligheid.

Is de diepere les dat de waarheid zich ergens in het midden bevindt? Nee, dat denken alleen luie mensen die zich onvoldoende in de materie verdiept hebben. De werkelijkheid trekt zich niks van onze compromissen en meningen aan. Soms heeft een van beiden gewoon gelijk, en de ander niet. (Maar wie is wie?) Als er al een les is, dan is het dat je nooit zomaar op je eigen brein kunt vertrouwen. Dat ding is namelijk niet gemaakt om zichzelf of de werkelijkheid te begrijpen, het is geëvolueerd om erin te overleven. Ons brein is daarom van nature bevooroordeeld.

Een paar stevige resultaten uit onderzoek:

We verkiezen welbespraaktheid boven eerlijkheid; zelfvertrouwen boven deskundigheid en simpele verklaringen die we begrijpen boven complexe. We schrijven succes aan onszelf toe en falen aan iets of iemand anders (tenzij we depressief zijn, dan doen we het eerder andersom). We zijn geneigd (precies dezelfde) prestaties van vreemden negatiever te beoordelen dan die van mensen uit ‘onze’ groep. We dichten mooie mensen positievere eigenschappen toe dan minder fraaie mensen. Tot slot denken we dat al die blinde vlekken meer voor anderen gelden dan voor onszelf. En die zelfoverschatting is volgens deskundigen precies de reden waarom we die vooroordelen niet corrigeren. We zien, kortom, veel zaken die er niet zijn.

Geloof – hoe onwaar of onzinnig ook – is onze geboortegrond.
Hoeveel illusies er ook zijn, je kunt ze altijd in een van twee categorieën plaatsen: 1) je ziet een patroon of betekenis waar er geen is, en 2) je ziet geen patroon of betekenis waar er wel een is. Mensen zijn vooral gemaakt om aan de eerste illusie te lijden. Die was extreem nuttig om te overleven. In de jungle, waar onze voorouders leefden, kon je er beter van uitgaan dat het struikgeritsel afkomstig was van een gevaarlijk roofdier dan van de wind. In het eerste geval gebeurde er niets, in het tweede geval werd je gedegradeerd tot lunch. Alerte, achterdochtige mensapen overleefden langer en gaven dus ook vaker hun genen door. Jouw en mijn brein zijn een directe kopie van onze conservatieve voorouders.

De defaultpositie van de mens is om er maar vanuit te gaan dat een patroon echt is. Simpelweg íets geloven is voor ons brein natuurlijker dan twijfelen, onderzoeken, experimenteren en testen hoe het écht zit. Dit is een van de redenen waarom veel mensen wetenschap wantrouwen, terwijl wetenschap bij uitstek is ontworpen om menselijke vooroordelen en denkfouten te omzeilen.

Het recept tegen welke illusie dan ook is – hoe kan het anders – de relevante feiten kennen. Maar dan nog, zelfs wanneer je mensen overweldigende bewijzen en goede argumenten tegen hun geloof presenteert, vallen zij er meestal niet vanaf, maar zullen ze dat instinctief juist versterken. Dit wordt ook wel het backfire-effect genoemd.

Een bizar voorbeeld: het is je vast niet ontgaan dat de Aarde – ondanks dat talloze onheilsprofeten haar ondergang regelmatig hebben voorspeld – nog niet is vergaan. Zelfs niet in 2012, het eens zo gevreesde einde van de Maya-kalender. Wat deden al die falende profeten en hun volgelingen eigenlijk met de feiten? Gaven ze toe dat hun geloof niet klopte? Zelden. Meestal werd hun geloof en toewijding juist sterker. Om hun oorspronkelijke geloof te rechtvaardigen gaven ze meestal een deze verklaringen voor de non-gebeurtenis:

1) De letterlijke Apocalyps met aardbevingen, overstromingen en hellevuur werd geherinterpreteerd als een onzichtbaar spiritueel proces (dat alleen de profeet en zijn volgelingen opmerkten).
2) Het was een test: God wilde weten of de profeet en zijn mensen wel écht voor hem door het vuur zouden gaan.
3) De datum werd verschoven vanwege een kleine misrekening van de profeet of een serieuze bedenking van God.

Dit is bijna net zo kras als dat je mij keihard in het gezicht slaat en ik even later (met een zakje ijs tegen mijn wang) mompel dat jij mij nooit met een vinger zou aanraken. Hoe gaat deze feitenontkenning eigenlijk in zijn werk?

Het brein heeft een defensiemechanisme tegen de werkelijkheid.
Een kort zijpad dat je misschien herkent: een waterval aan complimenten voelt een paar minuten lekker, maar één kritische noot – zelfs als het onterecht is – kan voelen als een mokerslag waarvan je de rest van de week moet bijkomen. Verklaring? Informatie die klopt met wat wij sowieso al geloven is niet zo interessant voor ons brein omdat we daar verder geen actie op hoeven te ondernemen. Ons brein is geëvolueerd om extra gevoelig te zijn voor informatie die dat ons wereldje bedreigt. Informatie die ons wereld- en zelfbeeld tegenspreekt doet extra pijn.

Neurowetenschapper Kevin Dunbar onderzocht het backfire-fenomeen ooit met een fMRI-breinscanner en deed een veelzeggende ontdekking: een mensenbrein dat informatie krijgt die strookt met wat het al gelooft, licht op in hersendelen die samengaan met leren en het verwerken van informatie. Bij tegenstrijdige informatie dooft die hersenactiviteit juist wat uit en wordt het brein actiever in gedeelten die samengaan met zelfbeheersing en de onderdrukking van gedachten. Kortom, het brein wordt dan defensief en zoekt naar een manier om de spanning van de tegenstrijdige informatie teniet kan doen. Het komt al snel met argumenten op de proppen – ook hele slechte – om het oorspronkelijke geloof in stand te houden.

Precies hierom hebben goedbedoelde gesprekken om religieuze, ideologische of politieke verschillen te slechten vaak een averechts effect. In plaats dat tegenstanders gemeenschappelijke grond vinden, raken ze gevoelsmatig juist nog meer van elkaar verwijderd. In een bekend Amerikaans onderzoek van Myers en co (1970) werd aan progressieve en conservatieve studenten gevraagd om een paar gevoelige politieke issues met elkaar te bespreken. Het resultaat: slechts door met elkaar te praten werden de conservatieven conservatiever en de toleranten nog toleranter. Groepspolarisatie wordt dit genoemd: iets wat op dit moment door sociale media als Twitter in rap tempo gebeurt.

Het backfire-effect geeft ook onzinnige complottheorieën extra brandstof. Complotdenkers zien zowel het gebrek aan bewijs als een tegenbewijs vaak juist als ‘bewijs’ van een goed georganiseerde cover-up die bewijzen wegmoffelt of manipuleert. Soms klopt het, maar als zelfs het gebrek aan bewijs wordt gezien als bewijs, dan is the sky the limit. Op internet vind je tal van hardnekkige en bizarre complottheorieën die wereldwijd al jarenlang door grote groepen aanhangers worden geloofd. Ze kunnen – gezien de tegenstrijdige theorieën die in omloop zijn – alvast niet allemaal waar zijn.

Het probleem met internet is dat het als een spiegelpaleis functioneert. Je checkt al snel de sites die jouw eigen ideeën terugkaatsen en negeert corrigerende informatie. Hierdoor kom je steeds vaster in je eigen ‘werkelijkheidsbubbel’ te zitten. In een langdurend onderzoek op Facebook (2010-2014) van Vicario et al. bleek dat internetters vooral informatie delen die strookt met hun vooroordelen zonder nog te letten op feiten en betrouwbaarheid van die informatie.

Ik zal hierdoor vast wat haters krijgen, maar het backfire-effect verklaart ook het huidige succes van de populaire antivaccinatie-lobby. Ondanks dat de wetenschappelijke consensus overweldigend is dat vaccinaties niet alleen miljarden levens redden, maar ook relatief veilig zijn, ziet de antivaccinatie-brigade het als een complot van de farmaceutische industrie, de mainstream media, de overheid, de wetenschap en reguliere geneeskunde om gezonde mensen voor hun eigen doelstellingen (geld en macht) te vergiftigen. In een onderzoek Van Nyhan & Reifler (2015) werden antivaccinatie-sympathisanten willekeurig in groepjes geplaatst om te zien welke van twee methodes het meest efficiënt waren om hen enigszins aan hun standpunt te laten twijfelen. De ene groep kreeg een rationele samenvatting van wetenschappelijk onderzoek, in de andere groep werden vooral emotionele argumenten gebruikt die duidelijk aantoonden hoe vreselijk de gevolgen konden zijn voor niet-ingeënte kinderen. Het resultaat? In beide groepen werd het anti-vaccinatie-sentiment juist sterker. Een bevestiging van het backfire-effect.

Ik wil niemand belachelijk maken, want we zijn allemaal geboren complotdenkers. Antropoloog Pascal Boyer deed ooit onderzoek onder verschillende natuurvolkeren en ontdekte dat zij allemaal een geloof deelden in onzichtbare entiteiten die het leven achter de schermen regelden. Bliksem, griep, een slechte oogst, winnen met voetbal: allemaal het werk van Goden, engelen, demonen, natuurgoden, complotten of aliens. Vooral in onzekere situaties hangen we liever een schijnverklaring aan dan te erkennen dat we het gewoon niet weten. Waarom tolereren we onzekerheid zo slecht?

De linkerhersenhelft: de fantast in ons brein.
Mensen zijn zowel in staat tot verbluffende inzichten en uitvindingen als ongelofelijke waanzin en domheid. Soms tegelijkertijd. Je kunt bijvoorbeeld een wiskundig genie zijn en tegelijkertijd geloven dat bruine bonen kwaadaardig zijn (Pythagoras). Je kunt in je eentje de zwaartekrachttheorie hebben uitgedacht en ondertussen geloven dat het doel van dit leven is om goud uit koper te maken (Isaac Newton). Je kunt de hele mensheid hebben verlicht met je uitvindingen en ondertussen drie keer angstvallig om elk gebouw heen moeten lopen voordat je er naar binnen durft (Nicola Tesla). Niemand is alleen maar slecht of gek, en niemand is alleen maar goed of wijs.

Wat is het mechanisme waardoor zin en onzin vaak in één en dezelfde schedel kunnen samengaan? Het lijkt er haast op dat er twee personen in ons hoofd zitten. En hoe belachelijk dit ook klinkt, misschien is dat niet eens zo ver van de werkelijkheid.

Ons brein bestaat uit twee hersenhelften die, ondanks dat zij continu met elkaar communiceren via de hersenbalk (corpus callosum), ook geheel zelfstandig van elkaar functioneren. Hoewel we voor veel taken beide helften nodig hebben, heeft elke helft een unieke kijk op de werkelijkheid. De linkerhelft is het analyserende gedeelte: het vereenvoudigt en verdeelt de werkelijkheid in hokjes, labels en oorzaak-gevolgrelaties. Het is gespecialiseerd in taal, rekenen en logisch en lineair nadenken. Het is ook dat deel dat dit artikel nu probeert te snappen en er een eigen oordeel over vormt. De rechterhersenhelft ervaart de werkelijkheid meer op een holistische manier. Je kunt dit deel zien als het waakzame, zintuiglijke, empathische en creatieve gedeelte: je intuïtie. Het is dit deel dat jou laat opschrikken als het iets verdachts hoort of verdriet in de stem van je geliefde hoort. Het ziet verbanden die de linkerhelft mist. De beschouwende rechterhelft informeert de uitvoerende linkerhersenhelft over hoe het gezamenlijke doelen kan bereiken, de linkerhelft bepaalt meestal het uiteindelijke beleid en voert het uit.

Over het algemeen functioneert dit huwelijk vrij harmonieus. En dat is maar goed ook, want beide helften hebben elkaar hard nodig. Onze beslissingen worden vaak door inzichten van beide hersenhelften geïnformeerd, maar soms is hun communicatie verstoord. In je eigen leven herken je het misschien door dit soort uitspraken: ‘Ik weet niet wat het is: die vrouw lijkt heel aardig, maar toch vertrouw ik haar niet.’ Of: ‘Ik weet verstandelijk dat dit een heel pijnlijke situatie is, maar ik voel het nog niet.’ In het eerste geval voelt je rechterhelft iets wat je linkerhelft nog niet in woorden kan uitdrukken. In het tweede geval voorziet de linkerhelft een gevolg dat de rechterhelft nog niet bevat.

De sterke ‘onafhankelijkheid’ van beide helften bleef heel lang onopgemerkt, totdat hersenwetenschapper Roger Sperry patiënten onderzocht bij wie de hersenhelften operatief volledig van elkaar gescheiden waren. Deze mensen lijken vrij op het eerste gezicht normaal, totdat je je goed onderzoekt. De conclusies zijn niets meer dan verbazingwekkend: het lijkt er sterk op dat deze mensen uit twee onafhankelijke personen bestaan, met eigen geheugens, identiteiten en verlangens. Voor dit artikel relevant: telkens waarin expliciet aan de rechterhelft werd gevraagd iets te doen (zonder medeweten van de linkerhelft) verzon de linkerhelft daar achteraf een totaal uit de duim gezogen verhaaltje bij waarom dat gebeurde. Als de rechterhelft een smiley face natekende omdat het dat net op een beeldscherm had gezien, en de linkerhersenhelft moest verklaren waarom dat getekend werd, dan antwoordde het iets onzinnigs als: ‘Hoezo? Wil je dat ik een verdrietig gezicht teken? Ik zie graag gelukkige gezichten.’

Het is de dominante linkerhersenhelft die alles verklaard hebben, zelfs als het geen of onvoldoende kennis van zaken heeft. De linkerhelft komt niet alleen met versimpelde versies van de werkelijkheid, maar ook met onzinnige verklaringen voor wat er gebeurt. En het is er heel slecht in dat eerlijk te erkennen. Talloze onderzoeken naar gezonde proefpersonen laat hetzelfde zien. De linkerhersenhelft is een zwamneus. In een ander grappig onderzoek werd vrouwen gevraagd te kiezen tussen twee nylon panty’s. De vrouwen kwamen stuk voor stuk met aannemelijke argumenten waarom ze de ene en niet de andere panty kozen: ze noemden subtiele verschillen in textuur, kleur of kwaliteit. In werkelijkheid waren het identieke panty’s. Zij rationaliseerden hun keuze zonder dat er enige reden voor was.

Wetenschapsjournalist Rita Carter geeft in haar boek Mapping the mind een goede evolutionaire reden waarom we deze blinde vlek zouden kunnen hebben: ‘De menselijke soort is zover gekomen door het vormen van complexe sociale structuren – van een groep jagers tot een politieke partij – en ervoor te zorgen dat deze harmonieus functioneren. Om een groep te laten functioneren is het nodig dat we er vertrouwen in hebben, en om er vertrouwen in te hebben, moeten we geloven dat deze organisaties gebaseerd zijn op gezonde, rationele beslissingen.’ Op dezelfde manier geeft het rationaliseren van onze beslissingen onszelf het gevoel dat wij geestelijk gezond zijn.

Misschien wordt het inmiddels tijd voor de volgende evolutionaire stap. De ‘linkerhersenhelften’ hebben een zootje van deze wereld gemaakt. We hebben nu vooral mensen nodig die gezond wantrouwen koesteren tegen die onuitputtelijke verklaringswaan van hun linkerhersenhelft. Dan kunnen we misschien samen uitzoeken hoe het wel zit.

Zoals Bertrand Russel, filosoof, ooit al zei: ‘Het probleem met de wereld is dat de idioten zeker van zichzelf zijn en de intelligenten vol zelftwijfel.’

eKudos Nu Jij

Communicatieregel: stop de Cirkel der Verwijten


Je kent ze vast. Partners die slechts nog in verwijten communiceren. “En ja hoor, je hebt weer een vlek in je trui.” ‘Ach, wat maakt jou het uit hoe ik eruit zie, het is niet dat we een seksleven hebben of zo.” Het vreemde is dat mensen aan deze vorm van communicatie wennen en dat ze het jarenlang kunnen volhouden. Dat is conditionering. Je traint elkaar hierin. Ook hier is het probleem dat de partners op een gegeven moment allebei denken dat het vooral aan de ander ligt. Als partnerlief verandert zullen zij het misschien ook overwegen. Het is een denkfout die beider geluk saboteert.

Als jij verandert, verandert je partner mee.
Vooral als je al lang samen bent is het soms heel makkelijk om vooral te zien wat er NIET goed gaat binnen jullie relatie. Het goede is vanzelfsprekend en wordt niet meer gezien, het ‘slechte’ steeds meer in het oog springend. Bepaalde gedragingen van je partner kunnen je na verloop van tijd zelfs jeuk of andere allergische reacties geven. Misschien heb je jarenlang gevochten om iets in jullie relatie te veranderen, tevergeefs. Daar word je moedeloos van. En vaak ook lui. Je hebt geen zin om je best te doen.

Hoe logisch het ook voelt om bij elke ‘misstap’ van je partner een kritische noot te zingen, probeer de communicatie constructief te houden. Klaagzangen en verwijten maken een fijne relatie erg moeilijk. Het is besmettelijk en zorgt ervoor dat je partner precies hetzelfde doet. Het uiten van een echte vraag of wens maakt het voor de ander veel aantrekkelijker om positief te reageren.

De eerste en meest belangrijke stap in de oplossing van relatieproblemen is door je te houden aan een rigoureus verwijtendieet! Stop met verwijten! Een kleine klaagzang op zijn tijd kan wat lucht geven, maar hou het beperkt.

Verwijten verlammen!
Hij: ‘Was je weer op pad? Je doet veel leukere dingen met je vrienden dan met mij!’
Zij: ‘Alsof jij de laatste tijd zo leuk bent om iets mee te doen.’

Hij: ‘En waarom moet het altijd zo’n zooi zijn als ik thuis kom?’
Zij: ‘Ik ben weggevlucht omdat jij vanochtend chagrijnig leek. Daar had ik weinig trek in.’

Het uiten van een wens of vraag zorgt voor betrokkenheid
Hij: ‘Vind je het leuk om vrijdag samen naar het strand te gaan? Ik heb toevallig een vrije dag gekregen.’
Zij: ‘Ik heb eigenlijk met Marie afgesproken, maar ik zal eens vragen of ik dat kan verzetten. Lang geleden dat wij op het strand waren, leuk!’

Hij: ‘Ik heb het vandaag druk, zou jij alsjeblieft de afwas kunnen doen?’
Zij: ‘Ik heb het ook behoorlijk druk, maar vooruit dan: omdat jij het bent!

Dit artikel is onderdeel van het kritiek-gedeelte van de cursus ‘Communiceren kun je leren’.

eKudos Nu Jij