Goede voornemens voor 2014? Verwacht niet dat je brein er ook zin in heeft
Waarom is het zo verbazingwekkend lastig destructieve gewoonten te veranderen? Zelfs als je je heus beseft dat drinken meer kapot maakt dan je lief is, dat de schurende ademhaling rechtstreeks met de sigaret te maken heeft en het vermijden van spoken of eeuwige piekeren je echt niet verder helpt. Veel mensen weten heus wat er mis is en toch is dat inzicht zelden genoeg om te veranderen. Hoe dat kan?
Ons brein is ‘gebouwd’ om verandering te weerstaan.
Onze hersenen zijn geĆ«volueerd om gedrag te automatiseren in de hersenstam zodat we er verder niet over na hoeven te denken. Dat vergroot de overlevingskans. De diepere, dierlijke hersengebieden die we delen met reptielen en zoogdieren, zijn veel bepalender voor ons gedrag dan de jongere, meer aan de oppervlakte gelegen hersengebieden (frontaalschors). Het idee dat ons gezonde verstand het voor het zeggen heeft is een misverstand. Pas als de ‘dierlijke hersengebieden’ noodzaak voelen om te veranderen – bijvoorbeeld door een levensbedreigende situatie of sterk lijden – zijn we geneigd daadwerkelijk te veranderen. Omdat dat gelukkig maar weinig gebeurt, moeten we onze hersenen een handje helpen als we destructieve gewoonten willen aanpakken.
Er zijn dan een aantal slimme trucs van de hersenen die we moeten doorzien. Onze hersenen zijn namelijk geneigd om (1.) lijdensdruk te verlagen zodat we geen noodzaak voelen om te veranderen en (2.) ons te laten geloven dat wij toch niks kunnen of hoeven te doen om te veranderen. Het eerste heeft te maken met cognitieve dissonantie en de tweede met de atrributiefout. En daarnaast (3.) hebben onze gewoonten en klachten soms een belonende functie in sociaal verband.
1. Zelfs als we maar al te goed weten dat ons gedrag ons op de lange termijn beschadigt (zoals roken), dan zullen we om die spanning te verlagen toch zo lang mogelijk proberen vol te houden dat de ‘schade’ wel mee zal vallen (‘Mijn stokoude opa rookte ook’) of menen dat de voordelen uiteindelijk zwaarder wegen dan de nadelen (‘Wat is het leven waard als je niet geniet?’). Ook kul-argumenten gaan tellen (‘Rokers zijn leukere mensen’). Als we op een gegeven wel besluiten te veranderen dan worden we nog steeds tegengehouden doordat we de doelen vaag houden, uitstellen (‘Na mijn 30ste stop ik echt’) of naar beneden stellen (‘Ik rook alleen nog als ik me klote voel’).
2. De tweede truc heeft te maken met het beschermen van ons zelfbeeld. Mensen neigen er over het algemeen toe om succes aan zichzelf toe te schrijven en mislukkingen aan de buitenwereld. Ons zelfbeeld komt op die manier niet in gevaar, en dat beschermt ons tegen depressie en negatieve, pijnlijke gedachten. Deze truc zorgt er echter voor dat wij ‘ontspannen’ omdat we toch niks aan de ‘mislukkingen’ kunnen doen. Het ligt aan je partner, de economische crisis, het feit dat je met ADHD bent gediagnosticeerd of je vader ook altijd vreemdging. Het is niet echt jouw verantwoordelijkheid, denk je.
3. Het hebben van klachten of slechte gewoonten heeft, naast de voor de hand liggende voordelen, vaak ook andere minder opzichtige fijne kanten. Soms krijgen we daardoor extra aandacht of privileges en worden we van vervelende taken en verplichtingen ontheven. ‘Ah, wat sneu dat je zo belabberd voelt, ik kook vanavond wel.’Dat noemen we ziektewinst. Dat kan maken dat we stiekem niet zo gemotiveerd zijn om de klachten echt aan te pakken. Vaak is ook de identificatie met een groep – en het daarbij willen horen – een reden waarom we dingen doen die we van nature niet eens zouden willen doen. Veel rokers zijn zo begonnen. Dit ‘groepslidmaatschap’ maakt verandering ook lastiger.
Om te veranderen moet de kracht van deze trucs en excuses tijdelijk worden geannuleerd. En dat betekent het verwelkomen van een periode van leren, ploeteren, twijfelen, terugvallen en doorzetten. Alleen positief denken of boeken over the Secret lezen zullen niks voor je doen. De snelste route naar gedragsverandering is: je gedrag veranderen. Een tijdlang, zodat de veranderingen in je hersenen verankerd raken.
het is soms ongelooflijk welke excuses je brein kan bedenken om toch maar iets niet te moeten doen