Na twijfel en verwarring komt verandering
Onze blinde vlekken en negatieve automatische gedachten zijn zo moeilijk te herkennen en te veranderen, omdat we hebben aangenomen dat ze waar (en onveranderlijk) zijn. Ze zijn deel van ons. En als we ze al doorzien, en ontevreden zijn met het resultaat… het blijkt moeilijk ze los te laten. We zijn eraan gehecht. En dat maakt veranderen lastig.
Uit onderzoek blijkt dat mensen extreem veel weerstand hebben tegen verandering. Verandering vraagt namelijk van ons dat we tijdelijk in verwarring en twijfel leven. Het vraagt van ons dat we tijdelijk de weg kwijt zijn. Misschien zijn we niet blij met ons huidige leven, we weten in ieder geval waar we aan toe zijn. Naarmate we meer lijden en – omdat we steeds tegen dezelfde lamp aanlopen of in dezelfde saai wordende kringetjes eromheen – , des te meer gedreven we worden de stap naar verwarring te wagen. En we zullen ons – meer en meer – eerlijk durven afvragen:
Waarom gebeurt me dit steeds?
En belangrijker: Hoe kan ik ervoor zorgen dat het in de toekomst echt anders wordt?
Dit is een belangrijk moment. Als we op het punt zijn dat we echt twijfelen betekent dat er een opening is naar een ander leven, een ander ruimer perspectief dat ons leven op den duur makkelijker maakt. Veel mensen waarderen de kracht van twijfel maar matig, en willen er zo snel mogelijk van af. Als ze de kans krijgen om van het gevoel af te komen dan onthalen we met open armen: geruststelling van vrienden, afleiding, verdovende middelen of medicijnen, een onzinnige metafysische verklaring. Alles liever dan ‘jeukende twijfel’ of ‘pijnlijke verwarring.’
Naarmate het lijden groter wordt, wordt het moeilijker twijfel weg te denken of te vermijden, op een gegeven moment zijn de tijdelijke ‘opluchtingen’ uitgewerkt: een eerlijke confrontatie is dan het meest heilzame wat er bestaat. Een dat vraagt erom dat je jezelf goede, kritische vragen stelt.
Weerstand tegen verandering is universeel: