Ben je nog egoïstisch als je in de juiste relatie zit?
Woorden die beginnen met ‘ego’ worden meestal afgedaan als negatief. Ken jij iemand die graag ‘egoïst’, ‘egocentrisch’ of simpelweg ‘ego’ wordt genoemd? Behalve misschien een verdwaalde narcist? Op een oude enquete van onze datingsites Relatieklik en Knuz bleek dat mensen egoïsme de grootste afknapper in een partner vonden. Door die kwaaie bijklank zou je bijna vergeten dat egoïsme in een relatie niet alleen gewenst, maar zelfs broodnodig is.
Nergens wordt dat zo duidelijk als in bed. Zonder het vermogen je tijdelijk volledig op jezelf te concentreren en de ander te vergeten, is het lastig tot een orgasme te komen. Genieten is nu eenmaal vaak een egocentrische bezigheid. Zelfs als je het samen doet. De paradox van seks: door af en toe zonder schroom te nemen, wordt het een stuk makkelijker om daarna zonder voorbehoud te geven.
Wat in bed geldt, telt ook daarbuiten. Als één partner de ander alsmaar probeert te paaien of te sparen, wordt de relatie ofwel pijnlijk ongelijkwaardig ofwel dodelijk saai. In het eerste geval negeert iemand de eigen behoeften omwille van een partner die daar (misschien zonder het te weten) misbruik van maakt. In het tweede geval heb je twee mensen die zo weinig van elkaar eisen dat je je afvraagt of ze überhaupt nog iets wezenlijks met elkaar delen.
In duurzame relaties blijken partners behoorlijk egoïstisch te (kunnen en mogen) zijn. Relaties waarin geliefden hun eigen dingen blijven doen en daar de ruimte voor krijgen, houden langer stand dan relaties waarbij mensen elkaar beperken. Zolang beide partners maar het gevoel hebben dat het grote plaatje van hun relatie in balans is. Dit evenwicht hoeft niet half-half te zijn. Sommige mensen vinden géven nou eenmaal leuker dan némen.
Een goede dosis egoïsme maakt ook dat je eerder in een voor jou gezonde relatie belandt. Als iemand die conflictvermijdend is en tegelijkertijd veel ruimte en onafhankelijkheid nodig heeft, heb ik regelmatig klem gezeten in relaties waarin ik mij een totale egoïst voelde. Dat is mij ook vaak verweten. In sommige relaties lukte het me gewoon niet leuk mee te doen, hoeveel ik ook van haar hield. Shoppen, weekendjes welness, samen op de bank – omdat het niet van harte ging, hield ik daar op een gegeven gewoon mee op. Deze relaties eindigden soms in een spervuur van verwijten totdat een van ons de stekker eruit trok. Pas toen ik mijn behoeften niet meer verstopte om de vrouw in kwestie voor me te winnen – iets wat ik gek genoeg voorheen te egoïstisch zou vinden – werd veel sneller duidelijk met wie ik wel en niet in een duurzame relatie zou kunnen zitten. In de praktijk is dat een vrouw die voldoende op mij lijkt en mijn ‘egoïstische’ drang om regelmatig op mezelf te zijn gewoon begrijpt.
Als partners zich continu inhouden om elkaar niet te kwetsen, zit er iets niet goed. Voor buitenstaanders is het meestal makkelijker te bepalen wat er niet klopt dan voor de geliefden zelf. Deze mensen zijn vaak te emotioneel om te zien dat ze gewoon niet zo veel met elkaar gemeen hebben. Want voldoende op elkaar lijken – zo laat al het onderzoek zien – is wat relaties langdurig bevredigend maakt. Je begrijpt elkaar beter, communiceert makkelijker en je hebt meer voor elkaar over. Je-egoïstische-zelf kunnen zijn, is vaak de beste graadmeter om te bepalen of je in de juiste relatie zit. En wanneer dat zo is voelen de meeste egoïstische trekken niet als egoïsme, maar als gelijkwaardigheid. Met de juiste partner word je misschien nog een gever.
Deze column verscheen eerst in het gezondheidsmagazine GezondNu