Psychologisch woordenboek: blinde vlek
De zogenaamd psychologische blinde vlek is afgeleid van de blinde vlek van het oog: dat is het gedeelte van ons netvlies achterin waar de oogzenuwen het oog verlaten. Daar zien we niks, maar ons brein hallucineert het ontbrekende deel erbij. Psychologisch gezien laat een blinde vlek zich goed beschrijven door Jezus’ bekende vraag: “Waarom zie je wel de splinter in het oog van je broeder, maar niet de balk in je eigen oog?” Hier had de omhoog getilde timmerman een goed punt. Sommige zaken zijn zo vanzelfsprekend voor ons, dat we niet zien hoe ze ons tegenwerken. Zoals bij de professor die zo thuis is in een specifiek onderzoeksgebied dat hij niet door heeft dat andere mensen hem totaal niet begrijpen als hij over zijn werk praat. Iets soortgelijks zie je in verkooptekst die deze ‘slimme’ businessnerd voor zijn bedrijf heeft geschreven. Geen idee wat die man nou eigenlijk verkoopt.
Blinde vlekken zijn vaak hardnekkig en problematisch wanneer de werkelijkheid ze niet corrigeert. Het zijn vaak vicieuze cirkels die zichzelf in stand houden doordat de ‘oplossing’ ervoor niet klopt en juist oproept wat iemand tracht te voorkomen. Een voorbeeld illustreert het beter dan welke definitie ook:
Ik ken iemand die nogal wantrouwig en defensief is. In communicatie vraagt hij zich constant – vaak hardop – af waarom mensen iets aan hem vragen of tegen hem zeggen. ‘Waarom wil je dat weten?’ en ‘hoezo heb je het daarover?’ zijn z’n meest geuite boodschappen. Mensen die hem niet kennen reageren op hun beurt vaak een beetje defensief en verward op zijn houding. Een vrij natuurlijke reactie lijkt me. Hij echter denkt dat ze inderdaad niet te vertrouwen zijn. Alleen honden kun je vertrouwen zegt-ie. Hij heeft er vier. Allemaal enge waakhonden.
In de psychologie worden blinde vlekken ook wel met automatische gedachten vergeleken. De cognitieve gedragstherapie probeert die te bestrijden.