Psychologisch woordenboek: bindingsangst
Serieuze pathologie of gezonde twijfel?
Iedereen is bekend met de term ‘bindingsangst’. Het wordt door leken vaak onterecht uitgesproken alsof het serieuze psychologische diagnose betreft. Het officiële boek (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) spreekt van een ‘reactieve hechtingstoornis’; een ontwikkelingsstoornis bij kinderen die van invloed kan zijn op relaties in het latere leven. Dat is andere koek.
De term bindingsangst klinkt nogal heftig en wordt vaak op veroordelende manier gebruikt. Vooral door mensen die er het ‘slachtoffer’ van zijn. Die zullen misschien geneigd zijn de term te pas en te onpas te slingeren naar iedereen die uiteindelijk niet met ze tot het gaatje gaat. Sommige mensen zijn inderdaad notoire twijfelaars, maar twijfel ontstaat altijd in interactie. Als iemand zich gedraagt als een veeleisende pitbull dan is bindingsangst gerechtvaardigd.
Hoewel er uitzonderingen zijn, is een beetje bindingsangst – je kunt het ook twijfel noemen – in eerste instantie erg nuttig. Zonder die angst loop je pas echt gevaar. Voor je het weet zit je gevangen in een slecht huwelijk, of ben je zwanger van een snuivende hoerenloper.
Bindingsangst als excuus
De meeste ‘bindingsangstigen’ hebben moeite zich te binden omdat ze bang zijn mogelijkheden te missen: andere partners, levensdoelen, enzovoorts. De mensen die graag alle opties willen openhouden zijn meestal jongere mensen die willen weten wat er nog te koop is in de wereld. Dit soort bindingsangst wordt minder naarmate mensen weten wat er mogelijk is en welk soort relatie voor ze werkt.
Mensen die van het verleidingspel houden en er goed in zijn kunnen verslaafd raken aan de oneindige wereld van mogelijkheden. Zo’n verslaving kan wel even duren. Deze ‘succesvolle’ individuen zullen het verwijt ‘bindingsangst’ met een zelfgenoegzame glimlach beantwoorden, het is hun excuus om uit jullie verhouding te stappen. Als jij zo iemand tegenkomt dan kun je verwachten dat de twijfel af en toe de kop op zal steken en dat je stevig in je schoenen moet staan. Het jaloeziemonster ligt constant op de loer. Zelfs als ben je nog zo’n leuke aantrekkelijke partner.
Hechtingsproblemen
De bindingsangst waar psychologen over praten is sterker dan normale twijfel. Er zijn mensen die het om een of andere reden moeilijk vinden om hun lot te verbinden aan dat van andere mensen. Ze vertrouwen het gewoon niet. Vaak is dat omdat ze zich in hun vroege kinderjaren niet geborgen en veilig hebben gevoeld bij hun ouders of verzorgers. Zo’n kind zou de diagnose reactieve hechtingsstoornis kunnen krijgen. Deze diagnose valt onder de ontwikkelingsstoornissen en ontstaat in de eerste vijf levensjaren. Een onveilige relatie met de moeder en/of de vader of serieuze verwaarlozing in je kinderjaren drukt een sterke stempel op het basisvertrouwen dat je in mensen hebt. Deze kinderen voelen zich niet snel vertrouwd en intiem met iemand. Kinderen die eraan lijden gedragen zich vaak erg teruggetrokken of juist overdreven waakzaam. Relaties met anderen zijn vaak oppervlakkig en kort. De angst om verlaten te worden (separatie-angst) of de ander te teleurstellen gaat daar vaak mee samen. Hierom blijven de meesten vaak afstandelijk, en anderen juist overdreven aanhankelijk. Deze moeite met intimiteit en het gebrek aan vertrouwen is van invloed op latere liefdesrelaties.
Als deze partners niet bereid zijn hier iets aan te doen dan ben je helaas zonder beter af. Bindingsangst wordt minder naarmate er veel vertrouwen, ruimte en liefde in een relatie is. Claimen, verwijten maken, veroordeling, en deadlines stellen zullen over het algemeen geen veilige intieme sfeer creëren. Hoogstens meer angst en afstand.
Bij sommigen zit het helaas nog dieper: in de genen. Meer dan angst, zullen ze een onvermogen ervaren om zich verbonden te voelen. Sommige zullen die intimiteit en bijbehorend vertrouwen ook niet echt missen, ze voelen het gewoon niet. Verwacht ook geen beterschap.
” De meeste ‘bindingsangstigen’ hebben moeite zich te binden omdat ze bang zijn mogelijkheden te missen: andere partners, levensdoelen, enzovoorts. De mensen die graag alle opties willen openhouden zijn meestal jongere mensen die willen weten wat er nog te koop is in de wereld. Dit soort bindingsangst wordt minder naarmate deze puppies beter weten wat er mogelijk is en welk soort relatie voor ze werkt.
Mensen die van het verleidingspel houden en er goed in zijn kunnen verslaafd raken aan de oneindige wereld van mogelijkheden. Zo’n verslaving kan wel even duren. Deze ’succesvolle’ individuen zullen het verwijt ‘bindingsangst’ met een zelfgenoegzame glimlach beantwoorden, het is hun excuus om uit jullie verhouding te stappen.”
Eindelijk een verklaring waarin ik mij kan vinden! Hoef ik in ieder geval niet eindeloos in mijn vroege jeugd tot ijn 6e jaar (waarin ik mij niet veel van kan herinneren, maar ik kan mij ook geen onaangename jeugd herinneren) hoef te wroeten voor een verklaring.
Ik moet wel zeggen; ik ben mij heel bewust van mijn bindingsangst maar ook van het feit dat je zo snel als de tijd voorbij vliegt in no-time uit de datingmarkt ligt! Ik zie nu dames die een jaartje of 6,7, 10 jaar ouder dan ik zijn..en hun kriebels naar een partner beginnen bij het bijna aanstalten van ‘wanhopigheid’ aan te nemen (misschein wel door de grote druk van buitenaf die aan je opgelegd wordt als je ‘ nog steeds niet ‘ gesetteld bent)
Ja, en die ‘slachtoffers’ willen dan oh, zo graag ‘reddertje’ gaan spelen: als ik nu maar genoeg aandacht geef, kom je er wel van af. Of ze willen tegenover zichzelf bewijzen die grote uitzondering te zijn waardoor ze het precies verkeerd aanpakken.