Category: Communicatie

Hoe kweek je meer vertrouwen bij anderen? Tien tips

Leugenaars en oplichters blijken relaties waarin ze wél eerlijk zijn het meest te waarderen. Logisch, elkaar kunnen vertrouwen voelt goed. Daaruit ontstaat vaak weer intimiteit, vriendschap en soms liefde. Op wederzijds vertrouwen kun je hele beschavingen bouwen.

Als je aan mensen vraagt waarom ze de ene persoon wél en de andere niet vertrouwen dan hoor je iets als: “Ik weet het niet precies, intuïtie.” Toch laat het gevoel ‘vertrouwen’ zich best ontleden. Intuïtie bestaat uit het razendsnel bij elkaar sprokkelen van losse stukjes informatie over iets of iemand. ( Wat overigens niet betekent dat je intuïtie altijd klopt.)

Vertrouwen komt grofweg in twee smaken. Je kunt iemand vertrouwen vanwege diens vaardigheden en/of diens goedhartigheid. Het eerste soort vertrouwen zoek je in loodgieters en andere vakmensen, de tweede soort in vriendschappen en partnerrelaties. In dit artikel hebben we het vooral over het tweede soort, maar we kunnen beide type vertrouwen niet helemaal van elkaar scheiden. Ook in vriendschappen zoeken we een bepaalde mate van competentie en zorgvuldigheid. En in professionele relaties voelen we graag iets van goedheid en amicaliteit. Uit onderzoek van Cross en Parker blijken de volgende tien zaken essentieel voor het scheppen van een vertrouwensband. Waaruit bestaat vertrouwen eigenlijk? Wanneer voelen we het wel en wanneer niet?

1. Hou geheimen geheim
Mensen die laten zien dat ze een geheim kunnen houden, worden – niet verbazingwekkend – als betrouwbaarder gezien. Geheimhouding blijkt overigens nogal uniek. Uit onderzoek blijkt dat 60 % van ondervraagden geheime informatie deelde met een derde partij. Met nadruk vragen om informatie geheim te houden – ‘Even tussen jou en mij…”- blijkt paradoxaal genoeg voor veel mensen juist een stimulans om het toch te delen.

2. Laat woorden en daden overeenkomen
Heldere en realistische afspraken maken en die nakomen is goed voor het creëren van vertrouwen. Mensen die afspraken te weinig naleven, worden als incompetenter of ongeïnteresseerder gezien. Wees daarom zuinig met al te royale beloften en makkelijke toezeggingen. Zelfs als mensen denken dat je het goed bedoelt, krijgen ze toch het gevoel niet van jou op aan te kunnen.

3. Communiceer vaak en duidelijk
Mensen die vaak en goed kunnen verwoorden wat er in ze omgaat en wat ze van plan zijn, lijken misschien minder mysterieus en spannend, je weet gelukkig wel waar je aan toe bent. ‘Een open boek zijn’ is goed voor het vertrouwen. Als je daarentegen wilt dat iemand verliefd op je wordt, kun je maar beter een beetje mysterieus doen.

4. Expliciteer af en toe wat jullie samen delen
Als de normen en verwachtingen binnen jullie vriendschap duidelijk zijn, kun je makkelijker samen beslissingen nemen en weet je beter wanneer bepaalde grenzen zijn overschreden. Het is goed om af en toe te vragen wat een ander van jullie band of samenwerking verwacht. Alleen die vraag al schept meer vertrouwen.

5. Wees eerlijk over wat je wel en niet weet
Mensen die doen alsof ze altijd van de hoed en de rand weten worden paradoxaal genoeg minder vertrouwd. Mensen die eerlijk zijn over wat ze wel en niet weten (of kunnen) vinden wij in ieder geval eerlijker overkomen. Ze lijken meer zelfkennis te hebben en durven toe te geven waar hun grenzen liggen. Mensen die snel een oordeel klaar hebben, zonder eerst goed te luisteren nemen we ook minder snel serieus. In beide gevallen kunnen we betweters best goedhartig vinden, maar we zullen hen toch minder snel op hun kundigheid of oordeel vertrouwen.

6. Weet wanneer je uit je rol moet stappen
In zakelijke relaties kun je soms niet kiezen met wie je samenwerkt. Je hebt geen garantie voor een persoonlijke klik. Toch blijkt uit het onderzoek van Cross en Parker dat alle ondervraagden een productievere band hadden met een collega of zakelijke relatie wanneer de formele grenzen wat vervaagden omwille van een meer persoonlijke, vriendschappelijke band. in dit geval is een persoonlijk geheimpje of roddel delen juist wel weer vertrouwen schenkend.

7. Geef iets van (persoonlijke) waarde
Mensen die gul zijn en makkelijk iets voor een ander doen worden als meer betrouwbaar ervaren. Dat hoeft zich overigens niet te uiten in dure dingen of grootste daden. Juist het delen van waardevolle informatie, belangrijke contacten of persoonlijke zorgen zijn belangrijke signalen dat iemand eerlijk en betrouwbaar is.

8. Houd beslissingen rechtvaardig en onpartijdig
Mensen worden als betrouwbaarder gezien, wanneer ze in situaties die rechtvaardigheid en objectiviteit vereisen hun eigen vooroordelen, belangen en voorkeuren buiten de deur weten te houden. Mensen voortrekken, duidelijke voorkeuren uitspreken, je eigen belangen najagen; vooral wanneer je baas, manager of verzorger bent, is meestal een slecht idee.

9. Spreek de ander aan op ‘slecht’ gedrag
Als jij een vriend(in) die jouw vertrouwen schaadt daar niet op aanspreekt, dan laat dat zien dat jij die relatie niet heel serieus neemt. Gek genoeg maakt jou dat ook minder betrouwbaar. Mensen die anderen (durven) aanspreken op hun sneaky gedrag, of hen juist belonen voor eerlijkheid laten daarmee zien dat ze zelf te vertrouwen zijn. Ze zeggen daarmee indirect: “Jij kunt mij wel vertrouwen, ik verwacht dat van jou andersom ook.”

10. Vertrouw vaker op anderen
We spiegelen elkaar. Zo zijn we gebouwd. Het lastige daarvan is dat je soms niet weet wie er begonnen is wie te spiegelen. Het zal je niet verbazen dat mensen die achterdochtig zijn (eerst de kat uit de boom kijken en anderen niet snel vertrouwen) de ander stimuleren om ook wat afstandelijk terug te doen. Dat stimuleert geen vertrouwensband. Als jij vertrouwen schenkt en mensen een kans geeft, dan krijg je daar in de meeste gevallen veel voor terug. De meesten zullen jouw goedhartigheid niet willen misbruiken. Gebeurt dat in jouw geval wel met regelmaat en/of twijfel je over je intuïtie en mensenkennis? Lees dan ook dit artikel.

eKudos Nu Jij

‘Gelijk hebben’ voor beginners


Ons dagelijks leven ziet scheel van misverstanden, meningsverschillen en onenigheden. Om tot elkaar te komen proberen we elkaar (en onszelf) te overtuigen met goede argumenten. Iets waar we over het algemeen vrij slecht in blijken te zijn. We denken vaak dat we goede redenen hebben om ‘iets’ te vinden terwijl we in werkelijkheid ‘iets vinden’ en daar de redenen bij bedenken. Je kunt je hersenen daar de schuld van geven. Als je er een beetje oog voor krijgt, zie je hoe vaak we ons verlaten op drogredenen om ons gelijk te halen.

Heb jij ook graag het grote gelijk aan je kant? Hieronder een kleine rondleiding in de wereld van schijnargumenten. Gebruik die kennis naar eer en geweten.

Goede versus slechte argumenten
Alle redeneringen en argumenten hebben dezelfde structuur: A leidt tot B. Eerst is er een veronderstelling of feit waaruit het argument volgt, dan volgt er een logisch principe om tot de conclusie te komen. Een goed argument heeft drie kenmerken: je conclusie komt logisch voort uit je veronderstellingen, je punt is relevant voor het onderwerp en je conclusie klopt met de werkelijkheid. Bijvoorbeeld: Jan is een man. Alle mannen zijn mensen. Dus, Jan is een mens.

Een drogreden is een schijnredenering, waardoor er een ongeldige conclusie wordt getrokken. Bijvoorbeeld: Jan is een drol. Een drol is een uitwerpsel. Jan is een uitwerpsel. Ergens gaat er in de veronderstellingen die naar de conclusie leiden iets fout. In dit geval is dat omdat de gebruikte woorden verschillende betekenissen hebben: Jan is in zekere zin een uitwerpsel van zijn moeder, en hij is misschien een sukkel, maar hij is geen ontlasting. We kunnen ook opmerken dat wanneer de logica wel klopt, maar de veronderstellingen niet, dat de getrokken conclusie ongeldig is. Toch kan in die gevallen de conclusie, per toeval, wel waar zijn.

De meest voorkomende drogredenen zijn:

Conclusie volgt niet uit premissen (non sequitur)
De meeste drogredenen zijn welbeschouwd een subtype van de non sequitur. Dit is een drogreden waarbij de spreker een mening of conclusie formuleert die niet uit de argumenten of premissen volgt. Voorbeeld: “Bij een kwart van de dodelijke ongevallen had de bestuurder alcohol gedronken, bij driekwart van de dodelijke ongevallen had de bestuurder koffie gedronken. Het is dus veiliger als de bestuurder alcohol drinkt in plaats van koffie.” Deze conclusie klopt niet. Deze getallen worden onjuist met elkaar vergeleken. Je kunt allereerst verwachten dat er in totaal veel meer koffie drinkende bestuurders dan alcohol drinkende bestuurders onderweg zijn. Logisch dus dat er meer koffiedrinkers botsen. Om de gecursiveerde conclusie te kunnen trekken moet je de verongelukte koffiedrinkers met alle koffiedrinkers die niet verongelukken vergelijken en verongelukte alcoholdrinkers met niet-verongelukte drinkers vergelijken. Dan zou je vast dat mensen die alcohol hebben gedronken statistisch gezien meer kans hebben te verongelukken dan koffiedrinkers.

Onterechte oorzaak-gevolgrelatie (post hoc ergo propter hoc)
“Vorige keer dat ik naar die ene sauna ging, werd ik ziek. Je moet niet naar die sauna gaan. Het is daar onhygiënisch.” Als twee dingen na elkaar of gelijktijdig optreden betekent dat niet ze verband houden. De spreker gaat ervan uit dat het aan de sauna ligt dat hij ziek werd en sluit daarmee alle andere oorzaken uit. Zoals een sluimerend virus, voedselvergiftiging, een lang weekend doorhalen.

Valse vergelijking
Ten onrechte veronderstellen dat de ene situatie vergelijkbaar is met de andere. Bijvoorbeeld: “Geschiedenis is een nutteloos vak. Het verleden moet je laten rusten. Een versleten paar schoenen gooi je immers toch ook in de prullenbak?” Oude schoenen vergelijken met geschiedenisles is een valse vergelijking. Een (vooral bij internetters) bekende valse vergelijking is de Godwin, waarbij een gematigde politieke uitspraak wordt vergeleken met de nazi-cultuur. “Dus jij vindt dat we de Nederlandse cultuur beter zouden moeten beschermen? Weet je wie dat ook zei over de Germaanse cultuur?”

Vals dilemma (zwart-wit-denken)
De ander wordt een vals dilemma opgedrongen door te doen alsof er maar twee keuzes zijn terwijl er meer zijn. Voorbeeld: “Of je laat zien dat je een vriend bent door me nu te helpen of je laat zien dat je nooit een vriend bent geweest.” Je kunt best een vriend zijn en een verzoek van jouw vriend onredelijk of ongewenst vinden. Een ander voorbeeld: “Of je hebt gelijk en ze is gewoon een beetje schuw of ik heb gelijk en ze mag me gewoon niet.” Misschien hebben jullie allebei gelijk, of allebei niet.

Argument van de onwetendheid
Omdat er nog geen goede verklaring is (of jijzelf niet weet hoe het zit) kun je ten onrechte veronderstellen dat jouw verklaring klopt. “Ik heb hem nooit met een vrouw gezien. Hij is homo.” Of: “Wij zijn te nietig om te begrijpen hoe het heelal is ontstaan, dus er bestaat een God die het heeft gecreëerd.” Deze specifieke drogreden wordt ook wel het ‘God van de gaten’-agument genoemd.

Ontduiken van de bewijslast
Het ten onrechte presenteren van een standpunt als iets dat geen verdediging behoeft omdat het zogenaamd vanzelfsprekend is. “Iedereen die er langer dan een jaar gewoond heeft, weet dat Spanjaarden heetgebakerder zijn dan Hollanders.” Je onderbouwt je mening niet met argumenten waardoor de ander op het verkeerde spoor wordt gezet. Dit soort argumenten beginnen vaak met iets als “Je moet wel gek zijn om niet te weten dat…” Je moet stevig in je schoenen staan om daar iets tegen in te brengen. Tegenargument: “Dat is iets te makkelijk: wat zijn de redenen die aantonen dat Spanjaarden heetgebakerder zijn?”

Een subset van deze drogreden is de nodeloze herhaling of het stokpaardje: “Zoals ik al vaker en uitvoerig heb aangetoond: melk is niet goed voor je gezondheid. Nu wil ik een stap verder gaan en uitleggen… “ Op die manier wordt impliciet gezegd dat je eerst genoemde punt nu niet voor discussie vatbaar is.

Definitieverwarring en spelen met woorden
Ervaren en minder debatteerders spelen constant met woorden. Veel begrippen hebben geen scherp afgebakende betekenis waardoor sprekers er een andere invulling aan geven. Dat noemen we containerbegrippen. Hoe elastischer het begrip hoe meer betekenissen het kan krijgen. Veel toestanden, gebeurtenissen of zaken kun je heel verschillend verwoorden. Neem het woord God: die wordt door verschillende mensen ook wel genoemd: Jahweh, mysterie, liefde, Moeder Natuur, het kwantumveld, het heelal, Allah, energie enzovoorts. Dat maakt discussies over het onderwerp behoorlijk glibberig. Vaag taalgebruik kan maken dat mensen langs elkaar heen praten: “Jij creeërt constant verwarring op de werkvloer. Dat leidt tot een lagere productie, daarom wil ik je op een andere afdeling hebben.” Tegenvragen: “Wat bedoel je precies met verwarring? En lagere productiviteit? Kunnen we het niet op een andere manier oplossen, ik werk graag op mijn huidige afdeling?”

Beroep op traditie
Een mening of standpunt wordt verdedigd met het argument dat het altijd al zo was. Mensen die alternatieve geneeswijzen promoten gebruiken vaak dit argument. Ze zeggen bijvoorbeeld: “Handoplegging wordt al duizenden jaren door wijze mensen gebruikt tegen hoofdpijn, dat doen ze niet voor niks. Het werkt.” Deze argumentatie klopt niet. Zelfs als de conclusie toevallig wel zou kloppen. Dat iets duizenden jaren wordt toegepast betekent vaak niet zoveel: mensen geloofden duizenden jaren dat bliksem een straffe Gods was en dat de aarde het centrum van het universum was.

Andersom kun je natuurlijk ook een beroep op moderniteit doen. “Sjonge, we leven toch niet meer in de jaren 20. Je kunt toch wel iets van deze tijd aantrekken?” Ook dat is een non-argument.

Beroep op populariteit
De waarheid is geen kwestie van neuzen tellen. Hoeveel (percentages van) medestanders je ook aanvoert in je argumenten, het maakt je stelling niet meer waar. In Amerika gelooft een meerderheid in een (bijbelse) God. Veel gelovigen gebruiken hierom het volgende als argument: “De meeste Amerikanen geloven in God, noem je al deze mensen dom en onwetend? Of betekent dit misschien dat er een God is die jij hardnekkig probeert te ontkennen?”
Je kunt als (onzinnig) tegenargument noemen: “In West-Europa is de meerderheid atheïstisch. Zijn deze mensen dan wel achterlijk?”

Beroep op autoriteit
Bij een autoriteitsdrogreden wordt ten onrechte een beroep gedaan op autoriteit zonder uit te leggen waarom die autoriteit het bij het rechte eind heeft. Bij discussies op de werkvloer zie je dit argument vaak terug: “Waarom ik vind dat we moeten reorganiseren? Omdat ik hier al vijftien jaar werk. Ik weet waar ik het over heb.” Het feit dat iemand ergens lang werkt of een hogere titel of status heeft, wil verder helemaal niet zeggen dat diens mening meer waard is dan de jouwe. De discussie wordt nu afgedaan met een onterecht argument.

Beroep op emotie
Deze drogredenen komen vaak neer op emotionele chantage, of zelfs regelrechte bedreiging. Zelfs als de tegenstander de truc door heeft is het lastig om er niet door van slag te raken. Ze gaan vaak zo: “Prima als je dat vindt, maar als ik ooit in de positie kom dat ik jou een keer kan steunen weet ik niet wat ik doe.” Of: “Ongelofelijk zeg, hoe kun je nu kritiek op mijn werk hebben, terwijl je weet hoe zwaar ik het thuis heb.” Ook vleierij maakt het de ander moeilijk om kritischer te zijn: “Zo’n mooie vrouw als jij snapt toch wel dat een man als ik niet altijd objectief kan zijn?”

Cirkelredenering
Bij een cirkelredenering gebruik je je standpunt als argument. Je herhaalt je standpunt in andere woorden. Voorbeelden: “Ik vind die gast een lul, omdat ik hem gewoon niet mag.” Of: “God bestaat omdat het in de bijbel staat. En de bijbel dat is het woord van God.” Nog eentje: “Als ik alle kritiek op haar lees, dan kan ik alleen maar concluderen dat zij de zaak niet goed heeft aangepakt.”

Het verschuiven van de bewijslast
Als je zelf weinig goede argumenten om jouw zaak hard te maken kun je ten onrechte beweren dat het de taak van de ander is om het (tegendeel) te bewijzen. Ook dit argument zie je veel in discussies over het paranormale of God. “Ik weet gewoon dat God bestaat. Bewijs jij maar eens dat God niet bestaat?” Dit is natuurlijk geen argument. Als jij beweert dat er een Grote Onzichtbare Gnoom in jouw achtertuin woont dan is het aan jou om dat te demonstreren, niet aan de ander. Niemand hoeft zomaar iets van je aan te nemen omdat een ander niet het tegendeel kan bewijzen. Hitchens tegenargument: “Dat wat zonder bewijs wordt beweerd, kan zonder bewijs worden genegeerd.”

Overhaaste generalisatie
Het afleiden van een algemene uitspraak uit een te klein aantal gegevens. Bijvoorbeeld: “Al twee keer met Transavia gevlogen, elke keer meer dan een uur vertraging. Vlieg niet met Transavia beste mensen!” Discriminatie werkt ook volgens deze drogredenering. Dat gaat ongeveer zo: “Ik ben twee keer beroofd in Afrika. Afrikanen zijn niet te vertrouwen.” Tegenargument: “Dat kan toeval zijn, heb je objectieve statistieken die dat aantonen?”

De stroman of vogelverschrikker
Het toeschrijven van een standpunt aan de tegenstander die hij niet heeft. Dat doe je door het standpunt uit zijn context te halen, te simplificeren of te overdrijven. In alle gevallen wordt een standpunt gecreëerd dat gemakkelijker aangevallen kan worden, een karikatuur. Een arts die pleit voor een betere regulering van euthanasie om mensen uit hun lijden te verlossen, kan door een tegenstander worden uitgemaakt voor moordenaar: “Een arts die mensen stimuleert er zelf een einde aan te maken is geen arts maar een moordenaar. Wat voor woord je er ook voor gebruikt: euthanasie is moord. Het leven is heilig. “ Deze redenering is een stroman, een karikatuur van wat de arts bedoelt. De stroman is mogelijk de meest gebruikte debatteertruc van allen. Een actuele stroman is wanneer kritiek op moslims in de multiculturele samenleving wordt afgedaan als islamofobie of populisme. Dit staat een eerlijke discussie in de weg.

Het hellend vlak
Dit valse argument veronderstelt dat een bepaald standpunt onherroepelijk zal leiden tot heel schadelijke gevolgen. Voorbeeld: “Door softdrugs te legaliseren, maak je het mensen heel gemakkelijk om ook aan de heroïne te gaan.” Dit is een drogreden wanneer er geen bewijzen voor zijn. Een argument dat vaak gebruikt wordt door (religieuze) activisten die tegen het homohuwelijk zijn: “Als we het homohuwelijk toestaan, dan kunnen we we net zo goed mensen en dieren laten trouwen.”

Op de man spelen (ad hominem)
Het persoonlijk aanvallen van de tegenstander in persoon in plaats van het standpunt dat hij verdedigt. Voorbeeld: “Hoe kun je mij nou kwalijk nemen dat ik lieg. Jij hebt zo vaak gelogen in je leven.” Of: “Hoe kan ik iemand zonder diploma serieus nemen over onze bedrijfsvoering? Haal eerst maar eens je papieren.” Beide persoonlijke aanvallen zijn niet relevant voor de echte issues. Ook zonder diploma kun je goede argumenten hebben, en dat jij vroeger gelogen hebt, betekent niet dat je haar dáár nu niet kunt aanspreken.

Irrelevante bijzaak tot hoofdzaak maken
Jij vraagt aan een collega of ze jou kan steunen met een project dat jou boven de pet gaat. Haar antwoord: “Ik dacht dat jij juist zo veel waarde hechtte aan onafhankelijkheid en alles zelf wilde oplossen?” Zelfs als zou je ooit zoiets gezegd hebben, haar antwoord is niet relevant voor de vraag die je haar nu stelt. Een ander voorbeeld: “Hoezo ben je niet blij met onze samenwerking? Je hebt er zelf voor gekozen om met mij te werken? Dat is jouw eigen schuld.” Dat jij ooit jullie samenwerking hebt geïnitieerd betekent niet dat jij daar nu geen kritiek op mag hebben.

Oneerlijk gebruik van de drogredenen
Zoals je misschien al opgemerkt hebt, zijn drogredenen lastig onder te verdelen. Het vereist een heldere geest om ze goed uit te elkaar te halen. De meeste drogredenen hebben bovendien overlap met elkaar. De uitspraak “Jouw kritiek op mij laat alleen maar zien hoe kleinzielig en seksistisch je bent” kan je zien als een persoonlijke aanval, een non sequitur en een beroep op emotie. Ervaren publieke debatteerders en politici met kennis van drogredenen bestempelen de uitspraken van hun tegenstander te pas en te onpas tot drogreden om hen onderuit te halen en het publiek te beïnvloeden. Een relatief valide vergelijking wordt meteen tot valse vergelijking gebombardeerd. Het aanhalen van relevante werkervaring wordt als onterecht beroep op autoriteit gezien. Het eerlijk aankaarten van problemen binnen een bevolkingsgroep wordt van de hand gedaan als discriminatie (overhaaste generalisatie). Goed statistisch onderzoek kan bij dit soort discussies een eerlijke leidraad zijn. Cijfers liegen niet (als ze tenminste statistisch verantwoord zijn verzameld).

Waarom gebruiken mensen drogredenen?
Meestal omdat ze willen dat iets waar is of anderen willen laten denken dat het waar is. Hierin laten zich de verschillen tussen geloof en wetenschap goed zien. Wetenschap is intrinsiek ontworpen als tegengif voor wensdenken, drogredenen en vooroordelen. Als er (nog) geen antwoorden voorhanden dan stelt wetenschap harde conclusies uit. Geloof daarentegen is gemaakt om ondanks de feiten of een gebrek aan bewijs zichzelf in stand te houden. Drogredenen zijn daarvoor essentieel.

eKudos Nu Jij

Hoe onderzoek naar telepathie de liefde verandert

Psycholoog James Laird vroeg ooit een aantal mensen mee te doen aan een onderzoek naar telepathie. Telkens moesten een man en een vrouw elkaar lang en diep in de ogen kijken om te raden wat de ander dacht. Dat klinkt bij voorbaat al vrij kansloos, aangezien dit omwille van de wetenschap al vaker is geprobeerd, zonder enig resultaat. En inderdaad, na het zorgvuldig analyseren van de resultaten bleek voor de zoveelste keer geen bewijs voor bovennatuurlijke krachten. Dat blijft jammer. Toch was dit specifieke experiment meer dan geslaagd.

Laird onderzocht namelijk iets anders. Hij wilde weten of mensen die elkaar lang in de ogen kijken zoals geliefden dat doen ook iets van de bijbehorende aantrekking en verliefdheid meekrijgen. Zijn hypothese bleek wonderwel te kloppen. Bijna alle proefpersonen kregen speciale gevoelens voor hun telepathische partners. Die varieerden van lichte verliefdheid tot diepe affectie. Dit onderzoek verraadt een belangrijk principe van de menselijke geest: wat we doen is vaak bepalender voor ons gevoel dan wat we denken.

Ons brein negeert dit haast onbenullige inzicht meestal. We zijn namelijk zo gewend dat ons gedrag en gevoel in een specifieke en vaste volgorde verschijnen, dat we blind lijken voor situaties waarin het andersom is. We lachen nadat we een leuke grap horen. We dansen als we lekkere muziek horen. We raken gestresst wanneer we overvolle agenda’s openslaan. We denken na over oplossingen als we een probleem ervaren. Via de schijnbare Orde der Dingen menen we ook te kunnen voorspellen hoe we ons in toekomstige situaties zullen voelen. Wanneer we ons klote voelen, proberen we de vermeende oorzaken ervan te achterhalen om zo snel mogelijk weer gelukkig te zijn. We denken bijvoorbeeld: ‘Als ik weer seks heb, voel ik me weer gewaardeerd.’ Of: ‘Eerst mijn zelfvertrouwen en spieren opkrikken, dan komt die vriendin vanzelf wel.’

Onderzoek laat zien dat we zo’n 30-50 % van onze tijd verdoen aan nadenken over andere dingen dan waar we op dat moment mee bezig zijn. We hebben het hier niet over constructief, oplossingsgericht denken om tot actie te komen, we hebben het over dagdromen, tobben en cirkeltjesdenken. Over alles wat mis is, of mis kan gaan. Over deadlines, gemiste kansen, vluchtige ontmoetingen, schuldvragen, kapotte auto’s, vervelende conversaties en gemaakte fouten. Waarom pijnigen we onszelf zo? Om in de toekomst gelukkig te kunnen zijn natuurlijk. We veronderstellen dat erover nadenken ons uiteindelijk naar verlossing zal leiden. We vermoeden dat wanneer we de problemen in ons hoofd oplossen en onze gedachten ordenen, dat wij ons beter zullen voelen. In de praktijk kunnen echte piekeraars soms uren, dagen, nee maanden en zelfs jaren tobben zonder dat er structurele verbeteringen in hun gevoelsleven plaatsvindt. Piekeraars eindigen vaak doodmoe bij een therapeut op de bank. Zij nemen hun gedachten veel te serieus. En dat doen we in meer of mindere mate allemaal.

Als het om geluk, liefde en succes gaat overschatten wij systematisch het nut van ons denken en onderschatten we het effect van de context waarin we ons bevinden en het gedrag dat we daarin uitvoeren. We beseffen vaak onvoldoende hoe onze subjectieve beleving achter de schermen van ons bewustzijn tot stand komt. Die wordt namelijk veel meer gebouwd door de ‘toevallige’ omstandigheden van het moment dan we ons realiseren.

Een paar voorbeelden over de invloed van gedrag en contect uit onderzoek naar geluk:

Een sterke of dominante houding aannemen – voeten op je bureau, breed staan, rug recht, handen in je zij of armen over elkaar – geeft meteen een zelfverzekerder gevoel. Door alleen al je spieren aan te spannen, kweek je meer wilskracht om vervelende taakjes gedaan te krijgen. Dat geldt ook voor rechtop zitten. Mensen die tijdens een dieet gevraagd wordt om hun vuisten te ballen als ze iets lekkers gepresenteerd krijgen, vallen meer af dan mensen die dat niet doen. Een potlood tussen je tanden doen maakt je gelukkiger. Het stimuleert je lachspieren en je hersenen maken er de bijbehorende geluksstoffen bij aan. Je lacht niet omdat je je blij voelt. Je voelt je blij, omdat je lacht. (Bron.)

Over naar het domein van de romantiek:

Je vindt een toevallige passant aantrekkelijker als je die tegenkomt op een hangbrug dan op het trottoir. Verklaring? Je hartslag is boven op de brug sneller en dat versterkt de aantrekkingskracht. Daarom ook kun je op een eerste date beter in de botsautootjes gaan dan een suffe romantische film kijken. Als je wilt dat een vrouw warm van je wordt, dan kun je haar beter een kopje warme thee schenken dan koude frisdrank. De fysieke warmte wordt deels vertaald naar een soort persoonlijke warmte. Ook broodbaklucht, zwoele muziek, rode kledingstukken, grote pupillen, toevallige aanrakingen, horrorfilms, bloemengeuren en ongemakkelijke momenten blijken de hersenen ontvankelijker te maken voor liefde. In sommige gevallen gaat dit om echt grote effecten. In onderzoek naar verleiding- en verkooppraatjes waarbij het enige verschil een schijnbaar vriendschappelijke aanraking op de schouder was, hadden de casanova’s en verkopers (M/V) een derde tot de helft meer succes. Je wordt verleid door je onderbewuste zonder het te weten.

Ook langdurige liefde werkt volgens dit soort onbewuste patronen.

Partners die samen iets spannends doormaken – zoals omwille van de wetenschap aan elkaar vastgetapet door een grote betonnen buis kruipen of meedoen aan een danscompetitie – blijken achteraf een stuk meer verliefd dan de stelletjes die uit eten gaan of een ontspannen cruisetochtje maken. Alles wat het lichaam opwindt, helpt ook liefde stromen. Samen uit de comfortzone gaan is goed voor de relatie. De roes van het avontuur versmelt zich met de band die je voor elkaar voelt. Bovendien wordt die band intenser omdat je elkaar moet helpen en vertrouwen. Dat schept een mooie gelegenheid om elkaar opnieuw het hof te maken. Oude romantische rolpatronen worden zo opnieuw geactiveerd. (Bron.)

Kortom, de wereld is minder logisch dan hoe wij haar ervaren. Laird laat dat met zijn onderzoek mooi zien. Ons onderbewuste maakt onophoudelijk een intuïtieve optelsom van alle prikkels die het krijgt en wordt daarbij beïnvloedt door grilligheden in het hier en nu die wij domweg niet opmerken. Ons brein blijkt daarbij erg slecht te discrimineren tussen waarheid en fantasie; oorzaak en gevolg: emoties en lichamelijke sensaties; verleden, heden en toekomst. Die worden op een hoop gegooid. Wij vertalen die ongedifferentieerde boodschappen van ons onderbewuste achteraf in de verklaring die ons het meest aannemelijk lijkt. Zonder er ooit achter te komen of we het wel bij het rechte eind hebben. Dat maakt vaak ook niet zoveel uit.

Een ding kun je aannemen: wanneer je gelukkiger wilt worden kun je het nadenken en filosoferen daarover beter uitbesteden aan vakidioten zoals mij. Erover denken leidt vooral tot nog meer denken. Als je jouw stemming en die van de mensen om je heen wilt beïnvloeden is er weinig beter dan weerstand overwinnen en te sporten, lachen, dansen en lief te hebben. Wie doet alsof de wereld vol liefde en geluk is, treft die namelijk veel vaker.

Dit artikel is een bewerking van een hoofdstukje uit het boek Liefde in tijden van Facebook.

eKudos Nu Jij

Wat is het gevaar van een groot en kleinzerig ego?

Dat het relaties verpest, liefde wegjaagt en ongeluk aantrekt. Ik ken een stel dat regelmatig hevige ruzies had om het gebruik van de computer. Hij had de computer bijvoorbeeld nodig voor zijn werk, maar woensdag was normaliter haar dag en zij had zich erop verheugd. Deze welgestelde mensen konden geen goed antwoord geven op de meest voor de hand liggende vraag: ‘Waarom kopen jullie niet een tweede computer?’ In hun strijd hadden ze daar niet eens over nagedacht. De oorzaak van hun issues lag natuurlijk dieper dan de strijd om de computer. Die was slechts exemplarisch voor hoe zij met andere dingen omgingen. Hun relatie was verzand in een machtsstrijd, waarbij het niet ging om de vraag ‘Hoe kunnen we leuker met elkaar omgaan?’ maar ‘Wie heeft er gelijk?’

Veel psychologische klachten en relatieproblemen zijn overbodig. Ze zijn het product van een groot ego, zelfmede- lijden en ongepaste trots, en klinken vaak zo: ‘Niemand luistert toch naar mij’, ‘Waarom zou ik afwassen als die ander het ook niet doet’, ‘Als hij wat liever was, zou ik dat ook zijn’. Ego, trots en zelfmedelijden zijn gemaakt van hetzelfde materiaal. ‘Het is de meest destructieve kracht waar de mens aan kan lijden. Het verziekt alles om zich heen, behalve zichzelf,’ zei komiek Stephen Fry ooit. ‘Het houdt je tegen iets van je leven en je relatie te maken.’

Het is een spelbreker die je creativiteit doodt en daarmee de mogelijkheden om van de liefde een feestje te maken. Vooral in relatietherapie wordt dat soms pijnlijk duidelijk. Niet het rondslingerende tandpastadopje of de vraag wie vergeten is de tomtom op te laden is de oorzaak van hun laatste ruzie, maar twee gekrenkte ego’s die wachten op een stukje liefdevolle ‘rechtvaardigheid’. Een bekende uitspraak onder relatietherapeuten luidt: waar één gelijk krijgt, verliezen er twee. Wanneer twee partners het laatste woord willen hebben, neemt de Lulligheid der Dingen waarover ze het oneens zijn exponentieel toe. Terwijl ze ook iets leuks of nuttigs kunnen doen.

En nee, ik zeg niet dat je over je heen moet laten lopen of een natte dweil moet worden.

eKudos Nu Jij

Liefde in tijden van Facebook: het keuzeprobleem

Liefde, daar kun je voor kiezen. Als je niet teveel keuzes hebt, althans.

In Manhattan is meer dan de helft van de mensen alleenstaand. Alleen een Hawaiiaans eilandje dat ooit dienst deed als leprakolonie overtroeft het New Yorkse stadsdeel. In Amsterdam is momenteel twee van de vijf mensen tussen de vijfentwintig en veertig alleenstaand. Veelal leuke, creatieve, aantrekkelijke singles die in een stad wonen waarvan een groot deel ook leuk, creatief, aantrekkelijk en single is. De meesten daarvan willen een fijne relatie.

Hier klopt iets niet.

Natuurlijk, er is sprake van zelfselectie: steden trekken studenten, ambitieuze singles en vrije vogels aan die op het moment dat zij een partner hebben en een gezin willen stichten weer wegtrekken. Dat verklaart een deel van de singles. Maar er is meer aan de hand.

Een bekend jampotjes-experiment uit 2000 werpt licht op de zaak. In een vergelijkend warenonderzoekje van psycholoog Barry Schwartz werden voor een delicatessenwinkel op de ene dag vierentwintig potjes met verschillende soorten jam uitgestald, op de andere dag zes. De vierentwintig potjes trokken veel meer aandacht, maar of er nu veel of weinig potjes stonden, geïnteresseerden proefden er toch maar een of twee. Als het op kopen aankwam, werd er bij de uitstalling van zes potjes veel meer jam verkocht dan bij de grote uitstalling. Dit soort meerkeuze-experimenten is met talloze andere producten en activiteiten herhaald. Met steeds dezelfde resultaten.

Uit een onderzoek onder New Yorkers bleek dat de singles in Manhattan niet alleen de meeste keuze hebben, ze zijn ook verreweg het meest kieskeurig. Op datingsites hebben deze mensen de langste eisenlijstjes en het merendeel vooral over een gebrek aan leuke loslopende mannen en vrouwen.

Psychologen en opvoeders weten allang: als je een mensenbrein veel concurrerende opties geeft, verlamt het. Het kan niet de gevolgen van alle keuzes overzien en vindt daardoor geen van de keuzes bevredigend. Het brein probeert spijt te voorkomen en blijft eindeloos in cirkeltjes ronddraaien. Meer dan vijf, zes opties maakt niet gelukkiger, zegt psychologisch onderzoek.

Toch denken we hardnekkig dat geluk synoniem is met meer keuzevrijheid. Wij vinden dat het allerhoogste goed. Elke dag opnieuw worden we geconfronteerd met talloze beslissingen die ons geluk moeten vergroten. Te beginnen met de kleur van het koffiekuipje, eindigend met onze favoriete tv-serie. Ook in ons liefdesleven mogen we – sinds hippies, anticonceptiemiddelen en geëmancipeerde vrouwen de weg vrijmaakten – improviseren hoe we liefhebben, met wie, hoe lang en hoe vaak.

Waar twee generaties geleden de liefde nog in een vissenkom werd gemaakt – je had slechts de keuze uit drie of vier huwbare partners in je dorp – hebben we tegenwoordig de oceaan die internet heet tot onze beschikking. Zelfs wanneer je als kluizenaar leeft of ziek thuiszit met diepdonkere wallen en een druipneus kun je aandacht voor jezelf opeisen met een knap profielfotootje en pakkend tekstje. Op elk tijdstip van de dag. Je kunt alleen in Nederland al kiezen uit driehonderd datingsites en talloze sociale netwerksites. Je kunt elke dag opnieuw een potentiële scharrel of partner opduiken. Je kunt oude exen op Facebook weer eens opzoeken, Twitteren met fotomodellen en sexcammen met iemand in Australië.

Die vrijheid heeft voordelen. Vooral als je door al je collega’s en dorpsgenoten heen bent en in je dagelijks leven weinig potentiële partners tegenkomt. Mensen die snel tevreden zijn, varen wel bij de mogelijkheden van deze meerkeuzemaatschappij. Voor perfectionisten en twijfelaars – een groep die groeit naarmate de mogelijkheden toenemen – is het dankzij Facebook&co een hele uitdaging gelukkig in de liefde te zijn. Onze neiging om de beste deal te krijgen maakt ons perfectionistischer en oppervlakkiger – we willen de knapste, slimste of succesvolste die we kunnen krijgen in plaats van degene met wie we goed kunnen opschieten. En als jij er wel uit bent, dan wellicht de ander weer niet. Al die mogelijkheden doen ons collectief het hoofd op hol slaan.

Een wijs iemand – Voltaire – zei ooit: ‘With great power, comes great responsibility.’ Great power is niets anders dan ‘het hebben van heel veel mogelijkheden’. We hebben tegenwoordig objectief gezien meer mogelijkheden en rijkdom dan -pak ’m beet – Napoleon, de machtigste man in zijn tijd. Hoe je daar verantwoordelijk mee omgaat is minder duidelijk. Napoleon wist dat ook niet echt.

Het is in ieder geval noodzakelijk te erkennen dat juist hardnekkig zoeken naar de beste optie ons ongelukkig houdt; dat is de paradox van keuze. Al die eindeloze mogelijkheden die we voor onszelf gecreëerd hebben, helpen niet om liefde, saamhorigheid en vreugde te laten ontstaan.

Het goede nieuws dat ik daaruit leer: we kunnen ons de moeite, geld en ellende besparen. We hebben slechts iets meer daadkracht nodig. De koffiejuffrouw op het werk, de barvrouw van de tennisclub of de ex die nu weer lekker in haar vel lijkt te zitten? Om het een kans te geven moeten we – slechts af en toe – stoppen alle opties eindeloos te blijven overwegen. Geluk is niet de keuzevrijheid, geluk begint bij kiezen.

Dit stuk staat deze maand in Esquire.

Meer lezen? Klik hier.

eKudos Nu Jij

Links

Verschillende bezigheden en projecten op een rijtje:

Liefde in tijden van Facebook op bol.com
Populair wetenschappelijk boek over liefde in deze tijd en de kunst van het verleiden, partnerkiezen en langdurig samenzijn.

Psychologisch.nu
Collectief psychologisch blog, opgericht in 2010. Dagelijks artikelen over geluk, liefde en relaties, succes, blinde vlekken, interessante misverstanden en andere waanzin.

JIP – Jeinternetpscholoog.nl
In de maak! Jip maakt veranderen makkelijk. Hier bieden we binnenkort (on- en offline) cursussen en coachingtrajecten aan op het gebied van relaties, werk en persoonlijke ontwikkeling. Doelstelling is om 1 april online te zijn.

Relatieklik.nl
Gratis datingsite, opgericht in 2006 met Koen Kastermans. Tweede plek Tros Radar enquête. Dit jaar grote vernieuwing in aantocht.

Knuz.nl
Gratis datingsite, beheerd sinds 2008 met Koen Kastermans. Derde plek Tros Radar enquête. Zes keer genomineerd als datingsite van het jaar.

Een overzicht van nuttige websites en bedrijven die Kiteloop.nl ondersteunen vind je hier:

Webshops

Sport

Overig

  • Vaarbewijs halen? Kies voor een gedegen opleiding via Vaarbewijs.com.
eKudos Nu Jij

Media

Greep uit recente interviews en adviezen:

Click, ik heb je (Psychologie Magazine, 11/2016)
Interview dertigersdilemma met Marlijn (Dolende Dertiger, NCRV, 2016)
Rouw en sociale media (Linda, 2016)
Potloodventers in het digitale tijdperk (Charlie magazine, 2016)
Cake, koffie en Facebook na overlijden (Algemeen Dagblad, 2015
Love my Phone (Jan magazine, 2015)
Oude bokken en poema’s (Quest Psychologie, 2015)
Bezet. Verslaafd. Dominant. (Viva, 2015)
Mannen gelukkiger dan vrouwen? (RTL Nieuws, 3-2015)
Doe de relatietest! (Pillow Talk, Viva/RTL5, 2015)
Verslaafd aan de smartphone (Jan Magazine 4-2015)
Controleer je je partner op vreemdgaan? Viva, 2014)
Column’Egoisme is broodnodig’ (GezondNu, 5-2015)
Hoe word je een wijs mens? (Flow Magazine, 2-2015)
Schaduwkant van positief denken (Jan Magazine, 3-2014)
Vind ik niet leuk! (De Standaard, 12-2013)
Vriendschap in tijden van crisis? (Red, 10-2013)
Liefde is een werkwoord (Libelle, 10-2013)
Verslaafd aan daten (Liefde Magazine, 5-2013)
‘Ik ben een like-junk’ (Marie-Claire, 3-2013)
Nadelen van doorgeschoten positief denken (Jan Magazine, 3-2013)
Interview Esquire: ‘Zo krijg je een goede relatie’ (Esquire, 3-2013)
Interview Zoolmaat: ‘Liefde hoort bij dankbaarheid’ (Zoolmaat, 3-2013)
Mensen maken gelukkig (Vara’s Kassa magazine, 3-2013)
Interview Liefde in tijden van Facebook (Nrc next/Nrc Handelsblad, 18-10-2012)
Veeleisende vrouwen aldus Elisabeth Wytzes (Elsevier, 10-2012)
Liefde in tijden van Facebook met Pernille La Lau (Koffietijd, RTL4)
Interview Single & seks met Birgit Schuurman (TLC Liefde afl. 4, 22-10-2012)
Liegen binnen relaties: noodzakelijk kwaad? (Hp de Tijd, 9-2012)
Manifest Esquire over Liefde in tijden van Facebook (Esquire , 10-2012)
Op zoek naar Mr impossible? ( Viva, 12-2012)
Oud zeer en zielenpijn kun je van je afschrijven (Schrijven online, 10-2012)
‘Romantiek voor hem’ (Flair, 10-2012)
Hoe belangrijk is een mooi uiterlijk? (Libelle, 9-2012)
Online daten in deze tijd? Drie tips. (Psychologie Magazine, 11- 2012)
Daten na je veertigste: hoe doe je dat ook alweer? (Esta, 10-2012)
Een levensbeslissing zet je op scherp (Psychologie Magazine, 6-2012)
Kun je trippen op een aspirientje? (Spuiten en slikken, BNN, 1-4-2012)
Liefdesdokter Loverboys met Valerio Zeno en Dennis Storm (BNN, seizoen 2012)
Mede-auteur Psychologie scheurkalender 2013/2018 (Veen magazines)
Mede-auteur Boer zoekt Vrouw-kalender 2013 (VKB Uitgevers/KRO)
Bijdragen boek ‘Heb jij al een foute man?’ Esther Jacobs (Van Brug, 2012)
Het boek dat mijn leven veranderde (Esta, 6-2012)
Over de foute vrouw (Telegraaf, 1-2011)

Van 2006 – 2011
Trouwen op 11-11-2011: bijzondere dag? (Metro, 10-11-2011)
Zo vind je liefde op internet (Psychologie Magazine, 10-2011)
Hoe kom je als single de kerst door? (Santé, Kerst 2011)
De gelukkigste dag van het jaar (Editie NL, RTL4, 17-06-2011)
Vrouwen gamen ook (Nu.nl, 03-2010)
De kracht van de liefde! (Kruispunt, RKK, 10-2-2011)
Interview met echte dr Rossi’s (Linda Magazine, 1-2011)
Lonkt de ex nog steeds? (ex-files Cosmopolitan 5, 2010)
De groupies van Take That (Shownieuws, SBS6, 03-2010)
De black-out van Gerard Kemkers (Editie NL, RTL4, 03-2010)
Vrouwen houden van mooie auto’s (VPRO, Café de Liefde, 07-2009)
Help, mijn man wil geen seks (VPRO, Café de Liefde,06-2009)
Samen verschillen (Filmpje, Universiteit van Amsterdam 07-2009)
Weet wie je date! (Metro 11, 2008)
Trouwen maakt depressief (Spits, 26-11-2008)
Van nerd tot meesterflirt (Nieuw Amsterdams Peil, 26-9-2008)
Vara consumenten.tv, 09-2008
Hoe lig je in de markt? (Margriet, 05-2008)
Eerste Hulp bij Blauwtjes (Metro, 04-2008)
Onrealistische verwachtingen saboteren kans op liefde (Metro, 01-2008)
Eerste hulp bij liefdesverdriet (Spits, 03-2008)
Flirten op internet (Spits, 2-2008)
Internet maakt flirten makkelijker (AD, 2-2008)
Wat wil je nou echt? (Cosmopolitan, 12-2007)
Verslaafd aan klagen (Mind, 10-2007)
Samenwonen (Cosmopolitan, 11-2007)
Als je vriend twijfelt (Yes, 10-2007)
Van veganist tot dikkerd, ieder zijn eigen datingsite (Trouw, 1-2008)
Flirten leer je op internet (Metro, 1-2008)
Op zoek naar je wedergothic (Dag, 1-2008)
Online flirten geeft geluksgevoel (Nu.nl, 1-2008)
Do’s en dont’s van online daten (Metro op 2-7-2007)
Verliefd op je spiegelbeeld (Mind, 9-2007)
Conflictiquette (Elle Girl, 5-2007)
BN’ers en hun imago (Jackie, 11-2007)

eKudos Nu Jij

Boeken

LIEFDESGEDOE (2018)

Onze opa’s en oma’s twijfelden lang niet zoveel over de gemaakte partnerkeuze als wij. Scheiden was zelden een optie en het aanbod van potentiële partners hield ook niet over, maar vandaag zit dat allemaal anders. Tegenwoordig zijn we veel vrijer en streven we onophoudelijk naar ultiem geluk op elk vlak in het leven: of dat nu gaat om het bereiken van een glansrijke carrière of dat mooie appartement in de stad. Geen wonder dat we in de war zijn als het aankomt op de liefde. Hoe weet je of je de juiste keuze gemaakt hebt? Is het voor altijd? En is het echt het beste van het beste? Marcelino Lopez is psycholoog en zit met regelmaat front row bij liefdesproblemen. Zowel in zijn praktijk als op de bank bij zijn vrienden en vriendinnen.

In Liefdesgedoe (Unieboek/Het Spectrum, 2018)) combineert Marcelino Lopez wetenschap, geschiedenis en moderne realiteit zodat we niet alleen om onszelf kunnen lachen maar, eenmaal ontnuchterd, onszelf vol overgave in de (nieuwe) liefde kunnen storten, zónder gedoe.

Klik hier om Liefdesgedoe te bestellen!

LIEFDE IN TIJDEN VAN FACEBOOK (2012)

Liefde in tijden van Facebook (Prometheus/Bert Bakker, 2012) is een bloemlezing van eerlijke en rake inzichten over partnerkeuze, date, flirten, aantrekking, lust en langdurig samenzijn. Een boek vol eye openers, interessante weetjes en handige adviezen. Vanuit de eigen psychologische praktijk en recent wetenschappelijk onderzoek beantwoorden we vragen als:

– Hoe wordt een date het snelst je geliefde?
– Wat zijn de voor- en nadelen van online daten?
– Wat zijn simpele manieren om direct je aantrekkingskracht te vergroten?
– Wat is het grote geheim van de succesvolle versierder?
– Hoe belangrijk zijn timing, context en toeval voor het ontstaan van de ‘de vonk’?
– Waarom zijn foute partners zo verslavend?
– Wat is de allergrootste communicatievalkuil in relaties?
– Hoe weet je eigenlijk of je een goede match bent?
– Hoe ga je het beste om met liefdesverdriet, afwijzing en twijfels?
En nog veel meer.

Klik hier om Liefde in tijden van Facebook te bestellen!

Lof over de boeken
‘Liefde is gedoe, aldus psycholoog Marcelino Lopez in zijn nieuwe boek. Maar met zijn tips, adviezen en verleidingsgeheimen helpt hij je er nuchter en met humor doorheen.’ – Mustread van de maand, Cosmopolitan.

‘Als je psycholoog en oprichter van een datingsite bent, moet je wel het een en ander weten van de mechanismen achter de liefde.’ –Susan Smit, schrijfster en tv-persoonlijkheid.

‘Omarm het leven en de liefde en lees dit prachtige boek.’ Recensie Blijeboekenwurm.nl

‘Marcelino maakt ingewikkelde liefdeskwesties begrijpelijk voor iedereen!’ – Bedrock.nl

‘Ow, got, dit boek is voor mij geschreven […] Conclusie: we gaan het allemaal anders doen. Nuttig boek. Leest fijn. Goed advies.’ – Marianne Zwagerman, publicist en mediatycoon

‘Meer dan de titel doet vermoeden: hét boek over liefde anno nu.’ – Alex Hijmans, internationaal correspondent en romanschrijver

‘Dat zoiets groots als de liefde is opgebouwd uit toevallige omstandigheden, trucjes en zelfbedrog is niet verbazingwekkend. Een beetje een domper. Maar ook handig om te weten. Zo kun je de liefde een handje helpen.’ – NRC Handelsblad

‘De boeken van Lopez lezen als een tierelier, en zijn altijd raak geschreven. Superhandig om te weten wat de psychologie achter daten/relaties is.’ – Rhijja Jansen, schrijver en columnist

‘Soms zie je door de bomen het bos niet meer. […] Lief-de in tijden van Facebook zet je op het juiste spoor. […] Praktisch nut? Prima. Dankzij de praktische indeling kun je meteen opzoeken wat je echt wilt weten. Aanbevolen. Maar niet geschikt voor romantici die dromen dat alles vanzelf zal gaan.’ Vilan van der Loo, auteur en recensent

‘Een absolute must-read voor de online dater!’ – Recensie datingsite Pepper.nl

‘Het boek is zowel interessant voor mensen die een relatie hebben […] als voor singles, want ook tips voor verleiding en aantrekking komen aan bod. Liefde in tijden van Facebook bespreekt veel herkenbare problemen en verschaft leuke en handige inzichten.’ – Recensie Boekenkrant.

‘In Liefde in tijden van Facebook, leggen de auteurs uit waarom die oneindige keuzemogelijkheden in onze moderne, digitale tijdperk, het oh-zo moeilijk maken om een partner te vinden en te houden.’ – Goedele Magazine.

eKudos Nu Jij

Wat zeggen de woorden die je gebruikt over jou?

‘Veel,’ aldus collega Janneke.

“Zo laat onderzoek zien dat woordkeuze verandert als je liegt. Mensen die liegen vermijden vaker woorden die naar zichzelf of naar hun gevoel verwijzen (ik, mij, mijn, mezelf) en ze gebruiken eerder onpersoonlijke taal om zich van de leugen te distantiëren. “I did not have sexual relations with that woman”. Verder gebruiken leugenaars minder woorden, meer ontkenningen, en stellen ze meer tegenvragen. Op die manier worden ze minder snel ontmaskerd.

Psychologen Scherper en Sagarin (2006) onderzochten het effect van vloeken. Een beetje vloeken tijdens je speech helpt om je publiek te beïnvloeden. Zij lieten 88 mensen drie verschillende speeches horen. De eerste speech begon met een scheldwoord: “…lowering of tuition is not only a great idea, but damn it, also the most reasonable one for all parties involved.” Bij speech 2 zat het scheldwoord aan het eind en in de derde speech zat geen scheldwoord. Deelnemers werden het meest beïnvloed door speech 1 en 2.

Kunnen woorden ook gedrag voorspellen?
Het lijkt er wel op. Taalkundigen bestudeerden 100 interviews en quotes van professionele boksers vlak voor ze de ring in gingen. Boksers die positieve of optimistische woorden gebruikten (“Ik heb zin om de ring in te stappen” “Dit is een fantastische arena”) en die aan gezondheid en werk refereerden (“Ik voel me fit, ik ben er klaar voor”) hadden een grotere kans hebben om te winnen. Interessant, al sluit ik niet uit dat dit ook de fitste boksers waren.

Op kantoor is taalgebruik ook veelzeggend. Als werknemers het hebben over “dat”of “het bedrijf”, en aan collega’s refereren als “zij” dan wordt het als directeur tijd om je eens achter je oren te krabben. “Het bedrijf”-organisaties hebben meer ontevreden werknemers en het verloop onder het personeel is er groot. Een beetje roddelen op kantoor is niet per se negatief trouwens.

Taalgebruik beïnvloedt gedrag zonder dat we het in de gaten hebben. De Amerikaanse psycholoog John Bargh (1996) bood zijn proefpersonen woorden aan, waar ze zinnen van moesten maken. Bij sommigen zaten er vooral woorden tussen als ‘assertief’, ‘onbeleefd’ en ‘interrumperen’, bij anderen woorden als ‘geduld’, ‘beleefdheid’ en ‘respecteren’. De proefpersonen moesten zich na de test afmelden bij de proefleider, die druk in gesprek was. Tweederde van de ‘assertieve’ groep onderbrak de gespreksleider. Bij de ‘beleefde’ groep was dat slechts 16%.

In therapie is taal een belangrijk instrument. De ene formulering heeft meer effect dan de andere. Een supervisor leerde mij ooit om “maar” door “en” te vervangen. Zinnen met maar klinken al snel aanvallend. En zo zijn er meer trucjes. “Moeten” vervangen door “willen” is ook een bekende. Voor maar en moeten geldt dat het niet altijd opgaat. “Ik wil de afwas nog doen, nog wat opruimen en daarna de wil ik de administratie doen.” Ik krijg het niet geloofwaardig over mijn lippen, maar ach.

Je taal- en woordkeuze bepalen de impact die je op anderen hebt, ze voorspellen je gedrag en last but not least ze beïnvloeden hoe je over jezelf denkt. Door je alleen te richten op wat er niet goed gaat zorg je vooral voor bevestiging dat dat inderdaad zo is. “Ik vind nooit een leuke baan, want bij mij mislukt altijd alles” creëert niet de geschikte voorwaarden voor een leuke of verrassende wending. Woorden als nooit, altijd, alles, niks, geen, kun je sowieso beter schrappen, omdat ze weinig ruimte voor nuances laten.

Veel mensen vinden het aanvankelijk nogal kunstmatig om anders te communiceren dan ze gewend zijn. Eerlijk is eerlijk, toen ik geen maar meer mocht zeggen vond ik dat behoorlijk irritant. Toch is aanpassen van je taalgebruik effectief en vaak een belangrijke eerste stap voor verandering. Positiever taalgebruik en het benadrukken van eigenschappen of gedrag dat jij waardeert kan een wereld van verschil maken. Meer over communicatie vind je hier.

Bargh, J., Chen, M. & Barrows, L. (1996). Automaticity of Social Behavior: Direct Effects of Trait Construct and Stereotype Activation on Action. Journal of Personality and Social Psychology, 71(2), 230-244.

Scherper, C.R., & Sagarin, B.J. (2006) “Indecent influence: The positive effects of obscenity on persuasion” Social Influence, Volume 1, Issue 2 June 2006 , pages 138 – 146

Met dank aan: Eric Barker

eKudos Nu Jij