Category: Psychologisch woordenboek

Flow versus het Mihály Csíkszentmihályi-gevoel

De psychologie van tegenwoordig is allang niet meer zo naargeestig en anaal-gepreoccupeerd als toen het in opkomst kwam. Waar Freud (de pijprokende, coke snuivende, MILF-georïenteerde, psychotherapeut die alle psychologen een slecht imago heeft gegeven) zich vooral bezighield met de herkomst van neurosen en angsten, zijn psychologen tegenwoordig meer geïnteresseerd in positieve gevoelens en hogere bewustzijnstoestanden. Deze zoektocht in de psychologie heet dan ook heel toepasselijk: Positieve Psychologie. Een van haar belangrijkste concepten is: flow. Een term die ik ook vaak van mijn surfgenootjes hoor wanneer zij hun favoriete bezigheid beschrijven.

Als ik een buitenstaander moet uitleggen waarom ik surf, en wat er zo verslavend aan vindt, dan… weet ik het eigenlijk niet. Het voelt lekker, maar waarom? Op zich is surfen namelijk een uiterst nutteloze bezigheid: naar ‘buiten’ peddelen om me naar ‘binnen’ te laten voeren op het eerste de beste golfje. Het is vergelijkbaar met het onvermoeibare heen-en-weer-gewaggel van Dido die zijn stok ophaalt. En nog een keer. En nog een keer. Waarom doet Dido het? Misschien om zijn baasje te pleasen. Waarom doe ik het?

De Hongaarse psycholoog Mihály Csíkszentmihályi (hierna om overduidelijke redenen M te noemen) heeft zich gespecialiseerd in dit soort vragen. Hoewel het juist uitspreken van zijn naam al voor hoofdpijn zorgt, heeft hij met zijn zoektocht het concept flow op de wetenschappelijke kaart gezet. Zijn boek Flow werd een enorme bestseller en hij werd een van de sleutelfiguren van de Positieve Psychologie.

Meneer M merkte dat mensen het gelukkigst zijn als zij in een staat verkeren waarin ze helemaal opgaan in de activiteit waarmee ze bezig zijn. De mensen die hij interviewde voor zijn geluksonderzoek gebruikten heel vaak metaforen die te maken hadden met ‘stromend water’. Ze hadden in hun gelukkigste momenten het gevoel alsof ze opgingen in de waterstroom waarin ze meevloeiden – of het nou schilderen, dansen of hardlopen was. De term ‘go with the flow’ gaat daarover. Het klinkt natuurlijk verdacht veel als surfen.

Flow ontstaat volgens M wanneer je een doel in het hier-en-nu voor ogen hebt dat om focus en directe feedback vraagt, omdat het anders – als je even niet oplet – misgaat. Het gaat om een bezigheid, passend bij jouw skills, die het uiterste van je vraagt. Net niet te moeilijk dus. Die focus geeft jou de mogelijkheid jezelf te vergeten, één te worden met wat je doet en daarbij elk gevoel van tijd te vergeten. Mensen die in de flow zitten vergeten vaak zelfs de noden van hun lichaam (honger, dorst, een botbreuk) omdat de activiteit in zichzelf zo belonend is (en niet (alleen) om het geld of de roem achteraf). Flow is de hoofdprijs.

In je hersenen kunnen neuropsychologen de flow duidelijk terugzien. Het heeft min of meer eenzelfde uitwerking als cocaïne – jammer dat Freud dat destijds niet wist.

Hoewel het willen ervaren van flow datgene is wat surfers door weer en wind naar het strand drijft, is het niet iets dat ze makkelijk cadeau krijgen. De meeste surfsessies zijn namelijk gewoon ‘lekker’. Ook prima, maar voor flow is iets extra’s nodig. Je kunt jezelf niet in een flow forceren, of zelfs maar voorspellen wanneer het jouw beurt is. Het gebeurt gewoon. Wanneer alles op bijna magische manier samenkomt. De golven, de juiste stemming, een prettig zonnetje, goede vrienden in de buurt.

Flow klinkt bijzonder relaxt, maar zonder uitzondering gaan er maanden- of jarenlange voorbereidingen aan vooraf. Voor de meeste surfers zijn die gekoppeld aan vernederende sessies in slappe blubber, ruzies met agressieve locals, doodsangsten wanneer de golven stukken hoger zijn dan ze vanaf het strand lijken, en het pijnlijke gevoel uit zoute bubbels te bestaan na een flinke spoelpartij.

Voordat je in de flow komt, moet vaak keihard gebuffeld worden.

De liefelijke term ‘flow’ mag daarom best vervangen worden door een meer toepasselijke naam. Het Mihály Csíkszentmihályi-gevoel bijvoorbeeld.


Deze man heeft het Mihály Csíkszentmihályi-gevoel goed te pakken!

eKudos Nu Jij

Dieren: wat denken ze nou echt?

Psychologisch woordenboek: antropomorfisme
Wanneer menselijke eigenschappen en waarde-oordelen worden toegeschreven aan niet-menselijke wezens zoals dieren, planten, goden of dingen, dan noemen we dat antropomorfisme. Erg menselijk om te doen. Zo hebben we allemaal wel eens de neiging het gekras, geblaf of gekwispel van onze favoriete huisdieren als menselijke uitingen te willen interpreteren. ‘Ja, Fido, jij bent ook boos op Peter hé? Het is ook een zak!’

Wat denken ze nou echt? De slimme mensen van de BBC weten het:

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: ontkenning deel 2

Soms zijn woorden overbodig. Freud had het in ieder geval niet beter kunnen zeggen. Als je dictator wilt worden is het soms handig een flinke plank voor je hoofd te hebben, daar kun je ver mee komen. Maar als die plank hardhandig door een heel volk wordt weggegrist, dan is het veiliger de werkelijkheid van de dreiging te erkennen. Sommige dictators hebben elk gevoel voor werkelijkheid verloren. Na deel 1, nu een gevalletje ontkenning deel 2.

Terwijl Libiërs zich wapenen tegen Kadhafi, meent de goedlachse dictator: “Iedereen houdt van mij. Mijn mensen zouden zonder problemen voor mij sterven!”

eKudos Nu Jij

Bijbellezen, kersen plukken en homo’s aftuigen: your ticket to Hell

Psychologisch woordenboek: cherry picking
Cherry picking (kersen plukken) is een wetenschappelijke term die staat voor het selectief omgaan met de feiten om je punt te maken. Je plukt de rijpe kersen die goed smaken, en laat de rest zitten. Prima als het om kersenjam gaat, niet wanneer het belangrijke kwesties betreft die ons welzijn beïnvloeden. Vaak hebben kersenplukkers niet eens door dat ze feiten negeren die niet stroken met eigen verwachtingen en vooroordelen.

Wetenschappers erkennen hoe gemakkelijk we onszelf voor de gek houden en zijn hierom getraind kritisch te kijken naar hun eigen onderzoeksresultaten en mogelijke verklaringen daarvoor. Zelfs al haalt dat hun onderzoek onderuit. Dit gedrag wordt aangemoedigd in wetenschappelijke kringen, en terecht. Elk gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek heeft dan ook een discussiestuk waarin de onderzoekers proberen de resultaten op alternatieve manier te verklaren, en komen met suggesties hoe dat te onderzoeken. Dat geeft uiteindelijk de meeste kans om uit te vinden hoe iets echt in elkaar zit.

Als persoonlijke belangen boven de onpersoonlijke werkelijkheid gaan dan is cherry picking dé meestgebruikte methode. Zo zullen sommige ‘global warming’-sceptici claimen dat systematisch opwarming van de aarde wel verzonnen moet zijn omdat de extreem lage temperatuur van afgelopen winter dat ‘overtuigend bewijst’. De mensen die er echt verstand van hebben, de klimatologen, laten heel overtuigend een ander, groter plaatje zien. Homeopaten doen vaak hetzelfde om te bewijzen dat hun suikerpillen werken. Ze komen altijd met dezelfde (slecht uitgevoerde) onderzoeken om homeopathie legitiem te maken, ze negeren de (overweldigende) rest. De angst voor inenten is ook te verklaren door het kiezen van kersen. Voor een eerlijk verhaal, moet je alle beschikbare feiten op tafel gooien. Ook als ze met elkaar in strijd zijn. Daar kun je tenminste iets van leren.

Heilige boeken worden ook vaak zeer selectief geciteerd (grappig filmpje hier). Barbaarse geboden over – pak ‘m beet – het stenigen of martelen van brutale kinderen, schuinsmarcheerders, vrouwen die maagd hadden moeten zijn, homo’s en ongelovigen worden – goddank?- genegeerd, alles wat oké klinkt wordt aanbeden. Ik verzin het niet zelf. ‘Het was een andere tijd, je moet het in context lezen, ‘sputteren sommige gelovigen dan tegen, terwijl ze tegelijkertijd geloven dat hun Magische Boek een tijdloze, universeel geldige waarheid bevat.

Soms heeft cherry picking iets heel ironisch. Wat te denken van deze nare homofoob die de bloederige anti-homo aftuigactie van zijn vrienden rechtvaardigt met een passage uit de bijbel die hij trots op zijn arm heeft getatoeëerd.

Vrij vertaald staat er: ‘U zult niet met een man liggen zoals u met een vrouw ligt, want dat is een zonde.’ (Leviticus 18:22.)

De ironie is dat hetzelfde boek – een hoofdstukje later – ondubbelzinnig zegt dat tatoeages ook zondig zijn. Heeft deze vrome man zijn bijbeltje niet uitgelezen?

Vrij vertaald staat er in Leviticus 19:28:
‘U zult geen sneeën of tekens op uw lichaam maken, want ik ben de Heer.’

Gij zijt gewaarschuwd: cherry picking kan zorgen dat je in het Hellevuur belandt! Of dat je de Hel op aarde creëert.

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: verliefdheid = waanzin

Verliefdheid is een truc van de natuur om onze voortplanting te garanderen. Uitspraken als ‘liefde maakt blind’, ‘roze bril’, ‘de zevende hemel’ laten zien dat hier iets vreemds aan de hand is. Een zijnstoestand die zich heel duidelijk onderscheidt van andere emotionele toestanden. Het is sterker, het is een egoïstisch oerverlangen.

Evolutionair gezien is verliefdheid, wanneer het wederzijds is, de beste methode om te zorgen voor gezond nageslacht. Veel seks met dezelfde persoon geeft nou eenmaal een grote kans op zwangerschap. De verliefdheid zorgt bovendien dat je ook bij elkaar wilt blijven in tegenspoed. Bijvoorbeeld als de huilende baby je weer eens niet laat slapen.

Als iemand binnen jouw liefdesideaal past, dan laat je lichaam je dat onomwonden weten. Te pas en te pas. Verliefdheid valt niet te negeren. Je wilt alleen maar bij de Geliefde zijn. Het is een obsessieve focus die maakt dat één persoon interessanter, mooier, leuker, beter lijkt dan de rest van de 7 miljard mensen op de planeet. Het is een waan waar werk, studie en zelfs andere relaties onder lijden. In de hersenen is deze toestand duidelijk te herkennen aan een stevige toename van bepaalde hormonen en hersenstofjes (o.a. fenylethylamine, noradrenaline, adrenaline, endorfine, dopamine en oxytocine). Verliefde mensen zien er door deze hormonale hyperactiviteit vaak ook beter uit. Ze gaan er letterlijk door stralen. Deze hormonen zijn verslavend, waardoor de persoon de geliefde zo vaak mogelijk wil zien. Verliefdheid is veel heftiger dan alleen seksuele aantrekking. Het leven zonder die persoon voelt als wachten.

De duistere kant van verliefdheid wordt duidelijk als de liefde onbeantwoord of afgebroken wordt. Wat iemand kan doen zweven in de zevende hemel, kan iemand ook de hel laten ervaren. Afwijzing door de Geliefde maakt sommigen waanzinnig, depressief en (zelf)moordlustig.

Verliefdheid lijkt mysterieus, irrationeel en groter dan onszelf. Hoewel er voor de verliefde geen enkele twijfel bestaat is het voor buitenstaanders vaak onbegrijpelijk (en voor ouders vaak een bron van frustratie): waarom juist die persoon?

Wat zeggen wetenschappers daarover? Hoewel verliefden elkaar als een Godsgeschenk ervaren zit er een willekeurige factor in. John Money stelt dat we na onze achtste levensjaar een soort mentale liefdesplattegrond ontwikkelen. Je eerste campingvriendje, je schattige nichtje of je hoofdrolspeler uit je favoriete kinderserie kunnen de eerste gevoelens van obsessieve liefde kikstarten. Zo viel ik op de Jane, de geliefde van Tarzan, uit de gelijknamige tekenfilmserie. De liefdesplattegrond evolueert langzaam tot een wat completer, realistischer, gedetailleerder liefdesideaal. Hierom spreken mensen vaak van ‘mijn type’. Naarmate we ouder worden waarderen we innerlijke eigenschappen meer dan wanneer we jong zijn, maar nog steeds brengt uiterlijk en uitstraling mensen bij elkaar, en houdt innerlijk ze samen. Een misverstand is dat mensen denken dat tegengestelden elkaar aantrekken. Dat klopt niet. Mensen voelen zich onbewust aangetrokken tot overeenkomsten, maar de verschillen vallen meer op en maken iemand extra interessant. Een vleugje mysterie is vaak nodig om verliefdheid te triggeren, maar de beste relaties heb je met mensen die enigszins op je lijken.

De roes van de verliefdheid maakt dat mensen met elkaar willen versmelten, dat ze eigenschappen en hobby’s accepteren die ze normaal als afstotelijk ervaren en bereid zijn te investeren in een gezamenlijke toestand. Een belangrijke periode, want de obsessieve focus op de Geliefde neemt na verloop van tijd af. Dat is meestal een kwestie van maanden tot een paar jaar. En dat is maar goed ook, want zo kom je weer toe aan de orde van de dag, kun je je weer focussen op je werk, studie, of een kindje. Hoe completer de versmelting die tijdens de verliefde fase heeft plaatsgevonden hoe meer je bij elkaar wilt blijven. Je kent elkaars gedachtewereld, vrienden, onzekerheden, familieleden, muzieksmaak, ontbijtgewoonten, en mogelijk ben je aan sommige aspecten gehecht geraakt. Verliefdheid maakt langzaam plaats voor steun, vertrouwdheid, geborgenheid die samen de basis vormen voor een langdurige liefde.

eKudos Nu Jij

Perfectionisme! Mag het ietsje minder zijn?

Dit is een dossier van een maand geleden, maar daarom niet minder interessant. Psychology Today kwam met een serie artikelen over het fenomeen perfectionisme. De hoge standaard die sommige mensen voor zichzelf hebben verzonnen en die ze koste wat kost proberen te handhaven.

Perfectionisme is mogelijk de nummer één eigenschap die mensen uitput en burned-out maakt. Zelfs – of juist – als ze er succes mee boeken. Psychologe Miriam Adderholdt bestudeerde het fenomeen en schreef het boek Perfectionism: What’s Bad About Being Too Good? Zij maakt daarin nuttig onderscheid tussen uitblinken en perfectionist zijn. Uitblinkers genieten, volgens haar, van wat ze doen, van wat ze hebben geleerd en wat er nog meer mogelijk is. Zij zijn vooral gericht op het proces zelf. Perfectionisten daarentegen zijn meer bezig met het eindresultaat en het vermijden van fouten en/of kritiek. Zonder uitzondering geeft dit laatste een knagend gevoel, want er zijn maar weinig ‘producten’ die de volmaaktheid kunnen benaderen. Denk bijvoorbeeld aan het regisseren van een live tv-uitzending. Het had achteraf eigenlijk altijd wel beter gekund.

Vaak loopt er tussen uitblinken en perfectionistisch bezig zijn geen duidelijke scheidslijn, maar stress en andere negatieve emoties zijn een duidelijk teken dat er een dwangmatig element in het spel is.

Veel perfectionisten worden niet herkend als zodanig – ook niet door zichzelf. Uit angst voor fouten en kritiek zullen sommigen van hen ook allerlei situaties vermijden, of verhullen waar ze mee bezig zijn. Perfectionisme en faalangst worden in dezelfde smederij gemaakt. Waar sommige perfectionisten gezien worden als ‘passievelingen die weinig presteren’ zijn het in wezen ‘verlamde perfectionisten’.

Vermijden en verstoppen is zelden een goede strategie om met het leven om te gaan, maar doorgeslagen perfectionisme maakt dat iemand zich vroeg of laat zal willen terugtrekken. Stress en uitputting dragen daar aan bij. Een beetje bezinning en rust is prima, maar helemaal niet meer meedoen isoleert, maakt ongelukkig en leidt – in tegenstelling tot wat de perfectionist verwacht – tot meer onrust, piekeren, angst en somberheid. Bovendien ontneemt iemand zichzelf ook de mogelijkheid om te leren van fouten, beter te worden en eventueel wel uit te blinken.

Perfectionisme is velen van ons helaas met de paplepel ingegoten. Het zit niet in de genen, maar het is de manier waarop we geleerd onszelf te evalueren. Het ontstaat volgens psychologen vooral wanneer opvoeders hun kinderen het idee geven dat zij pas liefde en waardering verdienen als ze het ‘goed’ doen. Het is voorwaardelijke liefde. Het is een logische behoefte van ouders om controle te willen hebben over hoe hun kind het doet – thuis, op school, op het sportveld. Goedbedoeld, maar door te pushen en te hameren op fraaie rapportcijfers ondermijnen ze de natuurlijke ontwikkeling en nieuwsgierigheid van hun kroost. Kinderen zijn van nature leergierig en onderzoekend. Stimuleer dat en de kans dat het kind zelf iets vind waar het goed in is en daar voldoening van krijgt neemt exponentieel toe.

Uiteraard staat niks je in de weg om dit ook bij jezelf toe te passen. Behalve je perfectionisme.

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: agorafobie of pleinvrees

Agorafobie is een specifieke angst om je vertrouwde omgeving te verlaten en ‘verloren’ te gaan in de openbare ruimte. Als je een paniekaanval hebt gehad, krijg je de neiging om plekken waar je een nieuwe aanval verwacht zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Dit kunnen allerlei plaatsen zijn zoals bijvoorbeeld een tunnel, een marktplaats of een andere drukke ruimte. Het vermijden van plaatsen uit angst voor een paniekaanval noemt men behalve agorafobie ook wel plein-, of straatvrees. De oplossing van iemand met pleinvrees is normaliter om veel thuis te zijn en nog maar weinig buitenshuis te ondernemen. Hoe langer en succesvoller iemand die specifieke gevreesde plekken vermijdt, hoe enger en dreigender die plekken lijken te worden. Als op een gegeven moment ook de leuke Dingen des Levens worden afgezegd, zoals het bezoeken van familie en vrienden, gezellige uitjes of het vieren van vakantie, dan neemt het leven de vorm aan van een vrijwillig gevangenschap. Hoewel het woord ‘vrijwillig’ geen recht doet aan de verlammende, overweldigende werking van angst kan iemand wel degelijk besluiten dat het genoeg is geweest. De meeste agorafobici zullen op een bepaald moment besluiten hun ‘spoken’ te confronteren. Een goede beslissing. Angst kan overweldigen, maar door middel van goede begeleiding is er heel goed iets aan te doen. De behandeling van pleinvrees is dezelfde als die van andere angsten. Door jezelf op een strategische manier bloot te stellen aan datgene wat de angst oproept, zal de angst langzaam zijn verlammende grip op verliezen.

Je kunt hier meer over agorafobie lezen en wat je eraan kunt doen.

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: Theory of Mind

‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet!’
Mensen hebben eigen gedachten, motieven en verlangens. En die zijn vaak anders dan de jouwe. Klinkt gek, maar ooit had je dit besef niet. Omdat gedachten onzichtbaar zijn, ging je er ongeveer tot je vierde, vijfde levensjaar vanuit dat de mensen in jouw omgeving vooral zien, voelen, denken en weten wat jijzelf ervaart. Pas daarna ontwikkelde je, wat psychologen noemen, een Theory of Mind en kreeg je oog voor het unieke perspectief van de ander. Een belangrijke voorbode voor het ontwikkelen van empathie voor andere wezens.

Door middel van zogenaamde spiegelneuronen worden gedragingen en emotionele uitingen die wij bij anderen menen te zien in onze eigen hersenen geactiveerd alsof het om onszelf gaat. Daarom heb jij de neiging ‘auw’ te roepen, als je iemand anders zijn hoofd ziet stoten.

Psycholoog Robert Seyfarth legt hieronder uit hoe ontwikkelingspsychologen tot de ontdekking kwamen dat het zien van andersmans perspectief niet aangeboren is, maar dat we het gaandeweg leren. En hier zie je een inzichtelijk testje met echte kinderen.

eKudos Nu Jij

Psychologisch woordenboek: rouw

Rouw is een normale gezonde reactie waarin verlies wordt verwerkt en herinneringen aan de overledene een andere betekenis krijgen. De gevoelens hierbij zijn vaak onvoorspelbaar. Soms intens verdrietig, soms rationeel, dan weer schuldig. Ook gevoelens van in de steek gelaten zijn en boosheid komen vaak voor. Rouw betekent meestal een verdrietige en intense periode. Lichamelijke klachten zoals slaapproblemen, diarree, duizeligheid, en hyperventileren kunnen daarbij een rol spelen. Deze zijn meestal van tijdelijke aard.

Symptomen van gestagneerde rouw?
Soms verloopt de verwerking van een verlies te moeizaam. Het probleem daarbij kunnen pijnlijke herinneringen zijn. Deze moeilijke herinneringen blijven je overvallen, maar omdat je ze wilt onderdrukken worden ze niet goed verwerkt. Je bent onrustig en prikkelbaar en kunt je moeilijk concentreren. Er is nauwelijks plaats voor andere gedachten en activiteiten. Je hebt dan last van gestagneerde rouw of van onvolledige verwerking en komt niet meer los van het verlies.

Behandeling
De behandeling heeft dezelfde elementen waarbij een trauma wordt verwerkt. In een behandeling wordt bewust stilgestaan bij je verlies en de moeilijkste momenten daarin. Bijvoorbeeld door middel van schrijftherapie via internet. Je leert om vanuit verschillende invalshoeken te kijken naar wat er is gebeurd. Centraal staan de negatieve gevoelens en gedachten die een rol spelen in je verdriet en zul je nadenken over hoe je in de toekomst verder wilt gaan en welke betekenis het verlies zal krijgen in je leven. De psycholoog begeleidt je daarbij.

Lees hier meer over rouw en wat je eraan kunt doen.

eKudos Nu Jij