Category: Liefde & relaties

Match made in hell

Mensen verschillen niet alleen in hoeveel ze praten, maar ook in de mate waarin ze zichzelf censureren als ze praten. Marlies bijvoorbeeld, zegt alles wat in haar opkomt. Luid, duidelijk, ze laat zich ‘lezen’ als een langdradig audioboek, ingesproken door Youp van ‘t Hek. Aan de andere kant van het spectrum heb je Geert, haar vriend. Die zegt pas iets als hij zeker weer of het klopt of gewenst is. Het eh… duurt… mmm… even voordat hij… ja, eh… weet wat hij ervan vindt en de woorden heeft gevonden om zijn gevoel te uiten.

In relatietherapie zie je deze twee tegengestelde karakters vaak terug. Vaak is een van beiden een kritische, veeleisende vrouw en de ander een wat tragere, ingehouden man met weinig ruggengraat. Onderzoek laat zien dat deze mensen grote kans hebben hun relatie als extreem vervelend te ervaren en toch eeuwig bij elkaar blijven. Of, zoals Marlies het zegt: ‘We lijken verdomme verdoemd tot mekaar, ik kan niet mét of zónder die gozer.’

Je zou verwachten dat deze mensen ruim van tevoren toch wel hadden kunnen inzien in welk ongeluk zij zich zouden storten door voor elkaar te kiezen. De ironie wil dat de eigenschappen die zo’n koppel uiteindelijk tot waanzin drijven, hen aanvankelijk juist bij elkaar brengen. Onderzoek verklaart dit ‘hellepartners’-syndroom:

Mannen die heel lastig hun gevoelens kunnen uiten blijken eigenlijk meer op vrouwen te vallen die zoals zijzelf zijn, maar helaas maken die vrouwen hen in de praktijk zenuwachtig. Een date met zo’n vrouw is vaak minder vruchtbaar dan een date met een praatgrage vrouw. Een vrouw die veel uit zichzelf praat heeft niet per se een vaardige gesprekspartner nodig. Deze vrouw heeft in haar date bovendien een goede en geduldige luisteraar gevonden. En omdat koppels in het date-stadium sowieso positiever doen, blijven haar kritische trekjes nog op de achtergrond.

Die komen natuurlijk in een later stadium van hun relatie weer de hoek om kijken. Vooral wanneer zij zich begint te ergeren aan zijn gebrekkige vermogen om zijn gevoel te uiten. Dat onvermogen neemt bovendien toe wanneer zij hem onder druk begint te zetten om meer over zichzelf te delen. Hierdoor voelt hij zich juist in een hoek gezet.

Praatgrage, kritische mannen en hun introverte, zachte vriendinnen hebben vaak ook communicatieproblemen, maar meestal zijn die minder hels. Dat heeft mogelijk te maken met stereotiepe man-vrouw-verwachtingen. Vrouwen verwachten meer ruggengraat van een man dan andersom en ze worden daardoor extra kritisch als hij dat niet laat zien.

Of zoals Geert het zegt: ‘Ik… eh… ik ben dus niet zoals zij wil dat ik ben, hè? Maar ja… je gaat toch.. eh… van elkaar houwe na zo’n tijd.’

eKudos Nu Jij

Hoe controlefreaks de liefde wegjagen


Mensen die alles materieel gezien op orde hebben, krijgen dat niet per se voor elkaar als het om hun liefdesleven gaat. Ze zijn gewend dat hard en gedisciplineerd werken goede resultaten oplevert, maar komen bedrogen uit als ze die strategie op de liefde toepassen. Misschien zien ze er goed uit doordat ze veel sporten of geld hebben om mooie kleren te kopen. Dat geeft wellicht meer kans op seks of aandacht, maar niet op een bijzondere connectie met een ander.

Ik denk aan Joop, een zorgvuldig afgetrainde man op de sportschool die ik vaak hoor klagen tegen een vrouw met wie hij na afloop altijd twee giftig uitziende energiedrankjes drinkt. De kern van zijn verhaal is meestal: ‘Ik neuk verdomme wat af in mijn penthouse, maar waar zijn in vredesnaam de écht leuke, knappe vrouwen die met mij een gezin willen stichten?’ Zij klaagde eerst weleens mee over haar eigen liefdesleven, maar sinds kort heeft ze een vriend en luistert ze amper. Ze knikt af en toe, maar aan haar lege blik is te zien dat ze in gedachten elders is.

Goede baan, extra nulletje op de bankrekening, mooi huis, betere gezondheid, strak lijf. Al deze aspecten zijn relatief maakbaar als je bereid bent te investeren met tijd en moeite. Voor de liefde zelf geldt dat nooit. Hoe krachtiger we proberen haar te grijpen, hoe meer ze ons door de vingers glipt. Doelbewustheid staat vaak haaks op ontspannen samenzijn. Het gaat meestal samen met valse lachjes, gespeelde nonchalance of zelfs emotionele chantage. En daar zijn veel mensen wars van.

Uit onderzoek blijkt bovendien dat mensen sneller verliefd worden als ze de controle over hun leven (een beetje) kwijt zijn. Als ze uit evenwicht zijn. Bijvoorbeeld omdat ze in een kwetsbare, nieuwe fase van hun leven zijn beland. Een verhuizing, een nieuwe baan. Die kwetsbaarheid maakt ze meer ontvankelijk voor hun omgeving. Als je anderen meer nodig hebt, kan oprechte interesse onevenredig veel indruk maken. Timing in de liefde is essentieel.

Maar zo groots als een verhuizing hoeft het niet te zijn. Ook ongemakkelijke situaties in het dagelijkse leven brengen mensen bij elkaar. Niet voor niets zie je in romantische films regelmatig dat geliefden elkaar van de sokken rijden, wijn over elkaar heen gieten of per ongeluk iets heel gênants roepen. Door onalledaagse incidenten en kwetsbare momenten kan de vonk ineens overspringen. Vooral als het daarna lukt om het samen weer goed te maken. Die twee mensen hebben daarna samen iets raars meegemaakt. Dat soort situaties kun je helaas niet scripten, ze ontstaan gewoon.

Het moge duidelijk zijn, de controlefreak heeft het lastig op liefdesgebied. Die moet de liefde voortaan maar gewoon weer aan het toeval overlaten.

eKudos Nu Jij

‘Gadver, wat een vreselijk boek dat ik van mezelf moet uitlezen.’

Ik heb een kennis die zichzelf regelmatig teistert door een slecht boek tot het bittere einde te moeten uitlezen. ‘Maar ja, ik heb nu al vijftig bladzijden gelezen… en bovendien, deze klassieker moet je gewoon gelezen hebben.’

Veel mensen blijven om overeenkomstige redenen in een vervelende relatie hangen. ‘We hebben nu al zo lang samen geploeterd, er zit zoveel verdriet en emotie, ik wil en kan er nu niet uitstappen.’

Dit was – min of meer – het unanieme antwoord dat ik van een stelletje kreeg op de vraag: ‘Wat maakt dat jullie hier nog zitten en moeite voor elkaar willen doen?’

Na een korte verliefdheid en ruim zeven jaar sukkelen, besloten deze mensen in relatietherapie te gaan. Als laatste redmiddel. Deze mensen – die best lief waren, behalve tegen elkaar – werden geteisterd door de zogenaamde illusie van de investering. Hoe meer je in iets of iemand geïnvesteerd hebt, en hoe ongelukkiger of slechter je af bent, hoe meer je je er juist aan zult vastklampen in de hoop dat je je investeringen er toch uitkrijgt.

Soms is het overduidelijk: deze partners zijn een match made in hell, maar ze durven elkaar niet los te laten. Er kan veel liefde en hechting tussen twee mensen zijn, maar dat betekent niet per se dat er ook een mooie, harmonieuze relatie van te bakken valt. Als persoonlijkheden en behoeften te verschillend zijn (en elkaar niet toevalligerwijs aanvullen) dan blijft de relatie een gevecht tot het bittere eind.

Als je partner wil dat je zijn hobby of interesses deelt, dan kun je daar best voor openstaan. Een bijbelklasje bijwonen, een housefeestje meepikken, misschien zelfs seks met de overburen. Als er van je wordt verwacht dat je een vroom christen, extraverte feestganger of swinger wordt terwijl dat niet in je zit, dan hebben jullie een onoplosbaar probleem. Wel of geen kinderen is ook een dealbreaker. Daar had ons stelletje last van: hij wilde beslist níet, zij beslist wél.

Volgens psycholoog Dan Wile valt helaas bijna 70 procent van de conflicten in de categorie ‘permanent’. Wow Na vier jaar vervolgonderzoek ruziën stelletjes nog steeds over precies dezelfde dingen als in hun begintijd. Wile: ‘Bij het kiezen van een vaste partner kies je onvermijdelijk ook voor een specifieke reeks onoplosbare problemen waarmee je de volgende tien, twintig of vijftig jaar zult worstelen.’ Het heeft geen zin om te gaan wachten tot je partner verandert, want dat zal niet gebeuren. In goede relaties worden permanente problemen dan ook niet opgelost, maar beide partners zoeken en vinden samen een manier om ermee om te gaan.

Er zijn vaak goede redenen om een lastige relatie vol te houden, maar rekening houden met alle verloren bloed, zweet en tranen is daar niet per se één van. Dat maakt het alleen maar nog lastiger om de onvermijdelijke conclusie te trekken dat jullie gewoon écht niet bij elkaar passen.

Het stel uit de relatietherapie heeft inmiddels de stekker uit de relatie getrokken. Ze zijn inmiddels ook weer lief tegen elkaar.

eKudos Nu Jij

Waar de een gelijk krijgt, verliezen er twee


Ik ken een stel dat regelmatig hevige ruzies had om het gebruik van de computer. Hij had de computer bijvoorbeeld nodig voor zijn werk, maar woensdag was normaliter haar online pokeravond. Of zij had afgesproken te skypen met haar zus in Australië, terwijl hij net mee wilde doen aan een online antiekveiling. Dat werk.

Deze intelligente, welgestelde mensen konden geen goed antwoord geven op de meest voor de hand liggende vraag: ‘Waarom kopen jullie eigenlijk geen tweede computer?’

Hadden ze tijdens hun emotionele getouwtrek geen tijd om daar eens constructief over na te denken? Onwaarschijnlijk. De oorzaak van hun issues lag natuurlijk dieper dan de strijd om de computer. Die was exemplarisch voor hoe zij met al hun onvrede omgingen. Hun ruzies gingen namelijk ook over rondslingerende tandpastadopjes en open kastdeurtjes. Eigenlijk over niks dus.

Hun relatie was verzand in een egostrijd waarbij het niet ging om de vraag ‘Hoe kunnen we leuker met elkaar omgaan?’ maar ‘Wie heeft er gelijk?’ mooi!

Op het gevaar betuttelend te klinken: veel psychologische klachten en relatieproblemen zijn overbodig. Ze zijn het product van een groot ego, zelfmedelijden en ongepaste trots en klinken zo:

‘Niemand luistert toch naar mij’
‘Waarom zou ik afwassen, als hij het ook niet doet’
‘Als hij lief doet, doe ik het misschien ook.

‘Zelfmedelijden is de meest destructieve kracht waar de mens aan kan lijden. Het verziekt alles om zich heen, behalve zichzelf,’ zei komiek Stephen Fry ooit. ‘Het houdt je tegen iets van je leven te maken.’

In relatietherapie wordt dat soms pijnlijk duidelijk. Niet het tandpastadopje is de oorzaak van de laatste ruzie, maar twee gekrenkte ego’s die eindeloos kunnen blijven wachten op een stukje liefdevolle ‘rechtvaardigheid’. Een bekende uitspraak onder relatietherapeuten luidt niet voor niks: ‘Waar de één gelijk krijgt, verliezen er twee.’

Terug naar ons stel. Behalve dat ze hun egostrijd hebben gestaakt en meer van elkaar (en hun leven) hebben leren genieten, hebben ze inmiddels ook minder vrije tijd om ruzie te maken: hij heeft haar een iPad cadeau gegeven. En om hun snel escalerende ruzies te voorkomen hebben ze nu met elkaar afgesproken conflicten voorlopig alleen nog via de mail te beslechten. De ander mag die mail pas een dag later lezen en beantwoorden. Op die manier doorbreken ze hun gebruikelijke ruziepatroon. Dat blijkt prima te werken.

Wanneer twee partners allebei het laatste woord willen hebben, neemt de Lulligheid der Dingen waarover ze het oneens zijn exponentieel toe. En dat terwijl ze ook iets leuks of nuttigs kunnen doen. Zoals online pokeren.

eKudos Nu Jij

Was liefde vroeger eenvoudiger?

Opa en oma zijn meer dan vijfenzeventig jaar samen geweest. Oma is onlangs gestorven. Ze hebben, ondanks wat irritaties, nooit aan elkaar getwijfeld, onder elkaars aanwezigheid geleden of veel ruzie gemaakt. Over de vraag naar het geheim van hun liefde hoefde opa niet lang na te denken: ‘Nooit met een kwaaie kop naar bed gaan, da’s voor die ander niet zo leuk.’

Opa en ik schelen zestig jaar, twee generaties. In evolutionaire termen gezien is dat verwaarloosbaar, maar qua beleving van de liefde lijken we uit verschillende universums te komen. Ik snap zijn voorkeur voor oma’s hutspot, maar wat de liefde betreft is hij voor mij een black box. Geen idee wat hem heeft gedreven. Hij heeft volgens mij nooit de twijfels, moeilijkheden en angsten gehad waar ik mee worstel. Zijn dagelijkse strijd ging over ‘brood op de plank’, niet over te weinig romantiek, lust of passie. Ik deed laatst een nonchalante poging om hem te interviewen, maar hij snapte mijn vragen niet, hoe ik ze ook verwoordde. ‘Andere tijden,’ herhaalde hij, om van het gezeur af te zijn. ‘Waar blijft de koffie?’

De relatie met oma was geen vuurwerk, maar ze leken gelukkig met elkaar. Hun liefde was eenvoudig en lag in het verlengde van hun dagelijkse routines. Hij was fietsenmaker, zij huisvrouw. Samen ontbijten om zeven uur, hij daarna fietsen repareren, zij schoonmaken, samen koffie om tien, dan banden plakken en boodschappen doen, lunch om twaalf uur, weer aan het werk tot vier uur, tijd voor koffie en een dutje, gevolgd door eten koken, want om zes uur gingen ze aan tafel. vervolgens tijd voor tv en krant, tot een uur of tien. Daarna bedtijd met de wekker op halfzeven.

Ergens in dit uurwerk tikte de liefde tussen oma en opa rustig voort. Tot het einde der tijden. Zij waren daarin niet uniek. Mijn andere grootouders deden het net zo. Zij woonden in Spanje, dus dat heb ik minder meegekregen. Het lijkt erop dat zij geen speciale kennis genoten over het hebben van een duurzame relatie. Ze hadden er gewoon geen bijzondere verwachtingen van. Zij eisten weinig en maakten het beste van hun samenzijn. Zo waren ze opgevoed.

Het leeuwendeel van de mensen (dood of levend) zou vinden dat wij hier en nu de liefde en passie schromelijk overschatten. Ze zouden vinden dat we het onszelf onnodig moeilijk maken. Je hebt namelijk geen romantiek en passie nodig – dat is veel te vluchtig. Je hebt meer aan iemand die het dak repareert, een kast in elkaar timmert en de aardappelen haalt, of iemand die je kinderen baart en het huis schoonhoudt. De rest is meegenomen. Liefde en passie zijn pas heel recent het hoofdingrediënt van een relatie. Als je een paar generaties terug (in de negentiende eeuw) al mocht kiezen met wie je wilde zijn, dan was die keuze erg beperkt en liefde stond daarbij heel laag op het verlanglijstje. Daten was geen spannende, verwarrende activiteit zoals bij ons. Je had misschien een paar potentieel huwbare partners in je omgeving en daarvan waren gezondheid en werkkracht belangrijker dan fysieke aantrekkelijkheid of een charmante, aardige persoonlijkheid.

Je had niet alleen een relatie met elkaar, maar met de hele gemeenschap. Omdat mensen vroeger in kleine gemeenschappen leefden was er aan sociale cohesie sowieso geen gebrek. Die werd niet speciaal in een partnerrelatie gezocht. Partnerrelaties stonden in dienst van een groter geheel. Het was een praktische, meestal economisch gunstige afspraak, waarbij ouders, dorpshoofden of religieuze autoriteiten vaak een belangrijke rol speelden. De sociale druk was zo groot dat je er als alleenstaande niet over hoefde na te denken wie voor jou de juiste partner was. Daar kwam weinig vrije wil aan te pas.

Psycholoog Ruut Veenhoven beschrijft in zijn boek De liefde ontleed hoe men elkaar in het negentiende-eeuwse Europa het hof maakte. Het ging er nogal droogjes aan toe:

‘Zij hadden gemeen dat het proces van loven en bieden op de huwelijksmarkt op een tamelijk efficiënte, onpersoonlijke en voor iedereen waarneembare wijze verliep. Vaak was er sprake van een soort roulatiesysteem, waarbij huwbaren tegenover elkaar werden geplaatst en door middel van vaste, veelal non-verbale signalen, te kennen konden geven of ze al dan niet geïnteresseerd waren. Als eenmaal het besluit tot een huwelijk was gevallen, dan schijnt dit meestal geen grote euforie in de aanstaanden te hebben opgeroepen. Afwijzing van een aanzoek gaf meer aanleiding tot gekwetste statustrots dan tot liefdesverdriet.’

Het klinkt als een soort speeddaten, maar dan met bemoeizuchtige ouders erbij. Wij zijn deze ‘methode’ ontgroeid, maar in veel culturen gaat het nog steeds zo: liefde is daar geen individuele aangelegenheid, het wordt je gegeven. En dat is niet ideaal, maar niet kunnen kiezen heeft ook voordelen. De missie wordt daarmee erg simpel. Je wordt gedwongen er samen het beste van te maken en dat werkt in de praktijk verrassend goed – als je tenminste niet wordt gekoppeld aan een afzichtelijke, nare of sadistische partner.

Recent onderzoek naar uithuwelijking wijst hetzelfde uit. Huwelijken die gebaseerd zijn op liefde beginnen vaak goed als het gaat om het ervaren van intimiteit en verbondenheid, maar de ‘cijfers’ dalen behoorlijk na verloop van tijd. Gearrangeerde huwelijken beginnen met een lager gevoelscijfer, maar groeien naar het niveau waarmee de liefdeshuwelijken begonnen. Lastig voor te stellen misschien, maar er zijn aannemelijke redenen voor te bedenken.

Relaties waarin passie en chemie de boventoon voeren zijn op de lange duur minder stabiel dan relaties waarin vriendschap en een overeenkomstige basis centraal staan. Je kunt ervan uitgaan dat uitgehuwelijkte partners (noodgedwongen) vaak veel gemeen hebben qua normen, waarden en herkomst. Een belangrijkere reden: in ‘liefdeshuwelijken’ liggen de verwachtingen hoger, waardoor partners eerder teleurgesteld raken. Verliefdheid als basis van een relatie is vragen om teleurstelling. Je begint in de zevende hemel en alles wat daarna komt lijkt al snel schraal. Al is het maar omdat je lichaam de chemie achter de roes niet kan blijven volhouden.

Hoe we liefde ervaren is dus voor een groot gedeelte een cultuurding. De beperkingen die cultuur en religie ons eeuwenlang hebben opgelegd hebben de liefde werkbaar en duurzaam gehouden. In de vorige eeuw is ons beeld van de liefde en relaties echter drastisch veranderd.

Verstedelijking, individualisering, emancipatie, anticonceptie en later legale abortusmogelijkheden hebben ertoe geleid dat liefde steeds minder een noodzaak werd en steeds meer een keuze. In de loop der jaren, naarmate de democratische principes van vrijheid en individuele verantwoordelijkheid verder raakten ingeburgerd, namen ook de individuele rechten en vrijheden in de liefde flink toe. Die vrijheid was aanvankelijk behoorlijk beperkt als we het vergelijken met nu. Er waren talloze ongeschreven regels die het liefdesleven organiseerden.

Zo was duidelijk rond welke leeftijd je een serieuze relatie diende te hebben en in welke vorm. Alleen vrijdenkers en excentriekelingen deden het op hun eigen vaak promiscue manier, maar het gros hield zich aan de meetlat: tussen je twintigste en dertigste moest je een respectabel iemand hebben gevonden met wie je trouwde, een gezamenlijk huishouden voerde en een gezin stichtte. Scheiden werd niet zomaar geaccepteerd, tenzij je een heel goed excuus had: als je partner bijvoorbeeld losse handjes had of chronisch dronken was.

Maar ook deze ongeschreven regels zijn niet heilig meer. Onder invloed van de hippies werd experimenteren met liefde en seksuele vrijheid een nieuwe norm. Liefde werd steeds meer een feestje om te vieren, minder een instrument om een gezin mee te stichten. Vooral in de flowerpowerperiode vielen veel oude taboes weg. Waar voorheen lusten en voorkeuren werden ingeperkt door de familie en andere autoriteiten, konden de remmen vanaf toen los. De hippies maakten voor ons de weg vrij om de liefde te beleven zoals we zelf willen.

We mogen tegenwoordig doen wat we willen, met wie we willen, waar en wanneer we maar willen. Althans, dat denken we. Nu onze verlangens minder worden ingeperkt door sociale druk en de kans op ongewenste zwangerschap zijn we in zekere zin meer dan ooit overgeleverd aan de grillen van oeroude evolutionaire programma’s. Die krijgen vrij spel. Helaas zijn we niet vrij om onze verlangens te kiezen. Die heb je gewoon. We zijn alleen vrij om ze te uit te leven of te verkennen. En dat leidt tot… zoiets.

eKudos Nu Jij

Waarom word je verliefd op de een en niet op de ander?


Wat nu precies de vonk doet overslaan tussen twee mensen is lastig te beantwoorden. Stom toeval en timing blijken daarbij heel belangrijk. Toch lukt het wetenschappers om langzamerhand meer grip te krijgen op de magische vonk.

Een van de bekendste liefdeswetenschappers van dit moment, Helen Fisher, heeft als biologisch antropoloog baanbrekend onderzoek gedaan naar verschillende stadia in romantische relaties. Zij gebruikte niet alleen vragenlijsten om de liefde beter te begrijpen, maar keek ook rechtstreeks in het brein van veel van haar proefpersonen.

Zij heeft inmiddels overtuigend laten zien hoe lust, verliefdheid en hechting in het brein ontstaan. Die worden volgens haar in gang gezet door fysiek onderscheidbare emotionele ‘hersencentra’. Zo drijft een speciaal ontworpen lustcentrum ons op zoek te gaan naar seks, het verliefdheidscentrum doet ons onze aandacht voor langere tijd richten op één bepaalde partner en het hechtingcentrum zorgt ervoor dat wij lang genoeg bij die partner blijven om voor jonge nakomelingen te zorgen. Deze ingewikkelde chemie wordt aangedreven door biologische, toevallige en aangeleerde triggers.

Wie eindigt met wie
Om een globale indruk te krijgen van wie met wie eindigt kijken we eerst naar de uitkomsten van verschillende demografische onderzoeken. In de praktijk vinden de meeste mensen een partner met dezelfde etnische en sociale achtergrond, met een vergelijkbare intelligentie, opleiding, aantrekkelijkheid, overeenkomstige normen en waarden. Het is logisch te veronderstellen dat die mensen sowieso al in elkaars buurt verkeren, wat de kans vergroot dat zij elkaar zullen vinden.

Een groot misverstand is dat tegengestelden elkaar aantrekken. In de praktijk vallen de verschillen inderdaad meer op dan de overeenkomsten, maar uiteindelijk zijn het de overeenkomsten die ons aantrekken en bij elkaar houden. Wij vinden mensen die qua persoonlijkheid als uiterlijk op ons lijken interessanter als het gaat om relaties en vriendschappen. We worden meer gedreven door herkenning dan de zucht naar het onbekende. Zo vinden de meeste mensen iemand aantrekkelijker naarmate deze meer dezelfde gezichtsverhoudingen heeft als zijzelf. Oer-psycholoog Freud had gelijk dat wij vaker vallen op mensen die enigszins op onze vaders en moeders lijken. We zien graag enige genetische en familiale verwantschap in onze partner.

Naast deze en andere voor de hand liggende evolutionaire redenen om mensen te vallen (zoals gezondheid en schoonheid) zijn er nog allerlei situationele toevalligheden die bepalen of we iemand leuk vinden. Zo wordt het archetype van de ideale partner door toevallige ervaringen in onze vroege jeugd bepaald. Psycholoog John Money stelt dat we vanaf ons achtste levensjaar een soort mentale blauwdruk van onze ideale liefdespartner ontwikkelen. Je guitige campingvriendje, het meisje met de lieve glimlach of je favoriete tv-held kunnen de eerste vlinders in je buik laten ontstaan. Vanaf daar kleurt de liefde en lust-plattegrond zich langzaam verder in. In onze jeugd koppelen we gevoelens van liefde en lust aan bepaalde mensen. Zo ontstaat ‘jouw type’. Die gevoelens worden steeds opnieuw opgeroepen door mensen die aan dat beeld voldoen. De ervaringen en associaties die je gaandeweg meemaakt zorgen voor meer details en variatie. Rond de pubertijd hebben de meeste mensen al een sterke mentale blauwdruk van de liefde. Naarmate we ouder worden gaan we innerlijke eigenschappen meer waarderen, maar nog steeds brengt uiterlijk en uitstraling mensen ook dan bij elkaar.

Ook allerlei toevalligheden in het hier en nu zijn van belang voor de aantrekkingskracht. Zo worden we – over het algemeen – eerder verliefd op mensen die aardig voor ons zijn en die ons ook aantrekkelijk en leuk vinden. Vaak merken we dat wanneer iemand ons (met vergrote pupillen) iets langer aankijkt dan normaal. En als iemand jou ziet zitten, dan zal jij die ander ook eerder uitchecken. Vooral wanneer je daar op dat moment open voor staat en gevoelig voor bent.

We staan over het algemeen meer open voor liefde als we in een kwetsbare of nieuwe fase van ons leven zijn belandt. Bijvoorbeeld omdat we naar een nieuwe stad zijn verhuisd of een nieuwe baan hebben. Verandering helpt liefde te laten ontstaan. Maar zo groots als een verhuizing hoeft het geeneens te zijn. Alles wat het lichaam opwindt of mensen uit hun normale evenwicht haalt – zoals een ongemakkelijk momentje waarbij per ongeluk koffie over elkaar heen wordt gemorst – kan mensen meer ontvankelijk voor elkaar maken. Tot slot blijken mensen diegene waar ze uiteindelijk verliefd op worden vaak een tikkeltje mysterieus te vinden. Waarom ze die persoon mysterieus vinden? Dat is natuurlijk een mysterie. Zowel voor de verliefde als voor een buitenstaander. Het lijkt haast alsof Moeder Natuur – vrij willekeurig – ineens een verborgen (verliefdheids)knop heeft ingedrukt.

Verliefdheid is een pure harddrug. Onder invloed daarvan kan het eten van een patatje onder felle tl-buizen in een snackbar voelen als een diner in een vijfsterrenrestaurant bij mooi gedimd licht. In de hersenen is deze toestand duidelijk te herkennen aan een stevige toename van bepaalde hormonen en hersenstoffen (onder andere fenylethylamine, noradrenaline, adrenaline, endorfine, dopamine en oxytocine). Verliefde mensen zien er door deze hormonale hyperactiviteit vaak ook beter uit. Ze gaan ervan stralen. Deze hormonen zijn verslavend, waardoor het leven zonder de geliefde voelt als wachten en afkicken.

Waarom verliefdheid zo heftig voelt valt best te verklaren. De evolutie is niet gebaat bij twijfelaars en verliefdheid is dé manier om alles te negeren en helemaal op te gaan in de parendans. Dat vergroot de kans op succesvolle voortplanting. Als iemand aan jouw liefdesideaal voldoet, laat je lichaam je dat onomwonden weten. Verliefde mensen willen maar één ding: bij hun geliefde zijn. Het is een obsessieve focus die maakt dat we één persoon interessanter, mooier, leuker, beter vinden dan de overige zeven miljard mensen op de planeet. Een waan waar werk, studie en andere relaties onder lijden. Het geeft zelfs de grootste nihilist betekenis aan het leven.

Kurt Cobain, iemand die ondanks zijn succes het leven als tragisch en zinloos ervoer, voelde dat het leven zin kreeg toen hij verliefd werd op Courtney Love. Johnny Depp vond hetzelfde toen hij Vanessa Paradis ontmoette. Deze ietwat zwaarmoedige, kettingrokende jongens waren in ieder geval tijdelijk volmaakt gelukkig. Als je met je geliefde bent is alles even perfect zoals het is. Alles in het universum lijkt even zijn vaste plek en betekenis te hebben.

De duistere kant van verliefdheid wordt duidelijk als de liefde niet beantwoord of verbroken wordt. Dat is de hél, net als afkicken van heroïne zonder morfine. Afwijzing door de geliefde maakt sommigen waanzinnig, depressief en (zelf)moordlustig. 

Een belangrijk bindmiddel
Zeker nu we ons tegenwoordig niet meer door anderen (sociale druk, cultuur, religie) laten vertellen met wie we verkering moeten hebben is verliefdheid het sterkste bindmiddel dat we hebben. De roes maakt dat twee mensen met elkaar willen versmelten, dat ze eigenschappen en liefhebberijen van een partner accepteren die ze normaal als afstotelijk ervaren en dat ze bereid zijn te investeren in een gezamenlijke toekomst. Vrouwen krijgen, als ze verliefd zijn, meer zin in seks doordat het de productie van testosteron stimuleert, terwijl dit bij mannen juist andersom is. Hierdoor blijven zij gefocust op één vrouw en neemt hun drang tot ‘jagen’ af. Verliefdheid laat mannen en vrouwen iets meer op elkaar lijken.

De obsessieve focus neemt na verloop van tijd af. Meestal na een paar maanden tot een paar jaar (18 maanden gemiddeld). En dat is maar goed ook, want zo komen de geliefden weer toe aan de orde van de dag, en kunnen ze zich weer focussen op werk, studie of kind.

Hoe completer de versmelting van de geliefden tijdens de verliefde fase, hoe meer ze ook daarna bij elkaar willen blijven. Dan hebben ze inmiddels al zoveel van zichzelf gegeven dat ze, zelfs als ze een ‘slechte’ match blijken te zijn, nog wel een keer nadenken om uit elkaar te gaan. Ze kennen elkaars gedachtewereld, vrienden, onzekerheden, familieleden, muzieksmaak, ontbijtgewoonten en mogelijk zijn ze aan sommige aspecten gehecht geraakt.

Verliefdheid maakt in het gunstigste geval plaats voor steun, vertrouwdheid en geborgenheid. Gevoelens die samen een goede basis vormen voor een langdurige liefde.

Goed nieuws voor mensen die vaak op de ‘verkeerde’ vallen: je voorkeur voor bepaalde types kan mettertijd afnemen wanneer nieuwe, frisse, meer geschikte types meer indruk op je maken. We zijn heus niet gedoemd om onze fouten te herhalen. Over het algemeen blijven er wel bepaalde kenmerken bestaan waarvoor je extra gevoelig bent. Een bepaalde blik, een manier van communiceren, een bepaalde mate van spontaniteit, of juist bedachtzaamheid. Het is een unieke, evoluerende mix van eigenschappen die je in bepaalde situaties met bepaalde types de drempel over helpen. En dan… ben je ineens weer verliefd.

eKudos Nu Jij

Wat maakt liefdesrelaties en vriendschappen duurzaam en crisisbestendig?

Relaties, zowel romantische als vriendschappelijke, branden op een mengeling van wederzijds vertrouwen, gelijkwaardigheid, gedeelde ervaringen en een dosis gezond opportunisme. Je wordt nou eenmaal eerder vrienden met iemand waar je iets aan hebt en bij wie je jouw behoeften en interesses kwijt kunt. Zowel in woorden als daden. Dat houdt paradoxaal genoeg ook in dat relaties een bepaalde gelijkwaardigheid vereisen. Als één van beide vrienden of partners te weinig uit zo’n relatie haalt dan houdt zo’n relatie al snel op. Je moet elkaar wel allebei iets te bieden hebben.

Die gelijkwaardigheid is lang niet altijd één op één. Wat voor een buitenstaander een ongelijkwaardige (tot mislukken gedoemde) relatie lijkt, kan in de praktijk prima werken. Als buitenstaander zie je niet altijd wat mensen precies bindt. Iemand die op sleeptouw genomen wil worden, heeft baat bij een controlefreak als vriend, iemand die graag alles bepaalt. Iemand die graag doceert, praat en inspireert kan prima vrienden zijn met iemand die graag luistert en leert. Iemand die zich nodig en nuttig wil voelen, kan goed samen met iemand die zich graag laat pamperen.

De meeste relaties laten zich makkelijker ontleden: partners en goede vrienden hebben vaak veel met elkaar gemeen. Uit onderzoek blijkt dat mensen die voldoende op elkaar lijken en de wereld met eenzelfde soort bril bekijken vaak duurzamere en bevredigendere relaties hebben. Het zal niet verbazen dat deze mensen elkaar beter begrijpen, elkaar sneller vertrouwen en elkaars misstappen makkelijker vergeven en elkaar daardoor een beter gevoel kunnen geven.

Uit onderzoek blijkt ook dat mensen van nature geneigd zijn meer over te hebben voor de mensen die op henzelf lijken. We worden in al onze relaties meer gedreven door herkenning dan de zucht naar het onbekende. Niet alleen een geestelijke klik, ook fysieke gelijkenis vergroot gek genoeg de gevoelsband. Mensen hebben blijkbaar graag partners die enigszins matchen qua aantrekkelijkheid en uitstraling. Dat voorkomt jaloezie en een ongelijke concurrentiestrijd. Handig. In de praktijk kunnen onderlinge verschillen natuurlijk razend interessant en leerzaam zijn, maar je hebt voldoende overeenkomsten nodig om ze te compenseren. Als je langere tijd gelukkig samen wilt zijn tenminste.

Behalve gelijkwaardigheid spelen ook een gezamenlijk verleden en gedeelde belangen een bindende rol. Mensen die samen veel hebben doorgemaakt, veel tijd en moeite in elkaar hebben geïnvesteerd ervaren ook een hechtere band. Die relatie heeft de tand des tijds doorstaan en ook dat geeft vertrouwen. Dat zullen ze niet zomaar op willen opgeven. De factor tijd verklaart ook dat je goed bevriend kunt zijn met mensen, die je – wanneer je ze nú zou ontmoeten – niet eens op de koffie zou willen.

Voldoende gelijkwaardigheid, een gemeenschappelijk verleden en wederzijdse tevredenheid helpen een relatie in stand houden. Geen enkele relatie is echter onvoorwaardelijk en niets kan een relatie zó op de proef stellen en veranderen als een flinke persoonlijke crisis. Een crisis – per definitie een ontwrichtende ervaring – verandert niet alleen individuele behoeften, maar ook verwachtingen binnen relaties.

Vooral relaties die gebaseerd zijn op een specifieke voorwaarden (context, levensfase of activiteit) kunnen in zwaar weer komen. Mensen met wie je vooral vrienden bent omdat ze óók wielrennen of vrijgezel (met uitgaansdrang) zijn vallen waarschijnlijk eerder af dan de mensen die vrienden zijn gebleken in tal van verschillende situaties en periodes.

Maar dat is geen wet: een crisis kan ‘oppervlakkige’ relaties verdiepen en oude ‘hechte’ relaties breken. Het kenmerk van crisis is nou eenmaal dat je de uitwerking ervan niet goed kunt voorspellen. Dat maakt de crisis tot een crisis. De dood van een kindje, burnout door je werk, baan kwijt, traumatisch ongeluk: het zijn allemaal situaties waarin je niet alleen jezelf in zekere zin opnieuw moet uitvinden, ook de relatie krijgt een nieuwe vorm. En die moet wel bij jullie allebei passen.

Tot slot zijn er nog enkele individuele factoren die mensen tot goede dan wel minder goede vrienden of partners maken.

Sommige mensen ontberen empathie en voelen gewoon minder persoonlijke warmte en hechting. Ze zijn iets kouder. Deze mensen gaan instrumenteler om met anderen dan de gemiddelde mens. Als er moeilijkheden dreigen zullen ze eerder afhaken. Mensen met een narcistische aanleg bijvoorbeeld kunnen extreem charmant en aantrekkelijk zijn, maar als partner of vriend een hel. Andere mensen zijn iets onschuldiger, maar kunnen wat egocentrisch van aard zijn, vooral gericht op eigen successen en prestaties. Iemand mist dan gewoon de motivatie om er echt iets van te willen of kunnen maken.

Mensen die deze eigenschappen hebben zijn – niet verbazingwekkend – eerder gebrekkige en onbetrouwbare partners of vrienden. In de beginfase waarin alles nog koek en ei is zullen die eigenschappen geen doorn in het oog zijn, maar als er moeilijkheden dreigen die meer aandacht en tijd vragen steken deze gebreken waarschijnlijk de kop op.

Een belangrijke voorspeller of partners en vrienden bij elkaar blijven is overigens niet hoe vaak ze conflicten en ruzies hebben, maar hoe ze die ruzies oplossen. Sommige notoire ruziemakers hebben een prima verhouding. Dat komt doordat zij met hun woorden en gedrag de ander niet nodeloos kwetsen en weinig schade aanrichten.

Meer lezen over goede relaties?
Hoe houd je het langer (en gelukkiger) met elkaar uit? Twintig adviezen.

eKudos Nu Jij

Waarom lukt het zelden om mensen aan elkaar te koppelen?


Er zijn zeven miljard mensen op aarde, de meesten daarvan hebben behoefte aan seks en romantiek. Toch schijnen de meesten maar een paar keer in hun leven echt goed verliefd te worden en gaan ze gemiddeld maar met een paar verschillende partners naar bed. De statistieken wisselen, maar liggen in beide gevallen zo rond de tien keer. Ook in onze tijd.

Dat gegeven is op het eerste gezicht best gek (los van religieuze en culturele beperkingen omtrent relaties). Wanneer je op een willekeurige dag op een drukke markt of in een winkelstraat loopt kom je namelijk tientallen mensen tegen met wie jij in een bepaalde setting vast een romantische klik of fijne relatie had kunnen hebben. De timing van een ontmoeting tussen potentiële geliefden is essentieel voor het al dan niet ontstaan van een vonk. De momenten dat alle ingrediënten netjes samenvallen voordat er sprake is van een mooi romantisch of spannend moment zijn niet van alledag. En als die vonk al ontstaat, dan zegt dat nog niets over hoe lang het duurt.

Waarom gebeurt het zo zelden? En waarom is het maar zelden echt een schot in de roos?

Een kleine zijstap. Een slimme vriend, statisticus van beroep en wannabe-schrijver, probeerde ooit de bestellerformule te kraken. Hij deed alle variabelen in de mix die essentieel lijken voor een literaire kaskraker: actuele relevantie, bekendheid van de auteur, woordgebruik, lengte van het boek, titel, onderwerp, omgang met de media, enzovoorts. Hij gaf voortijdig op: ‘Te veel vraagtekens, te weinig tijd.’ Hij was niet origineel in zijn ambitie. Er zijn genoeg wetenschappers en commerciële denkers geweest met hetzelfde idee: kraak de bestsellerformule, bel ’s werelds grootste uitgeverij, koop een leuk vakantie-eilandje in de Stille Oceaan en leef lang en gelukkig. Het blijkt onmogelijk van tevoren te voorspellen of een boek een succes wordt. Een zekere mate van toeval en willekeur bepaalt, net als een griepvirus, of het boek de hitlijsten haalt.

Voor dit onvoorspelbaarheidsprincipe bestaat het gezegde: het geklapper van een vlinder in Tokio kan een tornado in Californïe veroorzaken. Dit verklaart ook onze irritatie ten aanzien van weermannen en -vrouwen die vol zelfvertrouwen hun mooiweervoorspellingen voor het weekend doen. Ze hebben het te vaak fout. De weermodellen die zij gebruiken blijken na achtenveertig uur min of neer nutteloos. Het is slechts iets beter dan koffiedik kijken.

Alle onderzoekers van levende en sociale systemen – zoals het weer, een bijenkolonie, een stad, een gezin – weten allang dat het onmogelijk is het verloop van een proces te bepalen als meerdere variabelen invloed op elkaar uitoefenen. Hoeveel je ook over zo’n systeem weet, het is te complex, te glibberig om er helemaal grip op te krijgen. Er is een passende term voor de studie naar deze glibberigheid: chaostheorie.

De liefde gedraagt zich minstens zo grillig als de financiële markt en de boekenwereld en laat zich ook niet voorspellen. Het antwoord op de vraag waarom het lastig is vrijgezelle vrienden aan elkaar te koppelen, waarom relatiebemiddelingsbureaus en ‘wetenschappelijke’ datingsites duurbetaalde onzin zijn en waarom zelfbenoemde liefdesdeskundigen, zoals ik, geen stelligheden en garanties kunnen verkopen? Chaostheorie.

Het mooie van onvoorspelbaarheid is dat het de liefde bijzonder maakt, juist omdat het zo onalledaags is. Het zijn daarbij de kleine dingen die het verschil kunnen maken: een vertraagde trein, een bepaalde blik van herkenning, een goede vraag, behoefte aan koffie, een toevallige aanraking, enzovoorts. Wanneer er genoeg van bij elkaar komen kan er magie ontstaan. Ineens klappert er weer een zwerm vlinders om je heen.

eKudos Nu Jij

Als ik van jou hield en jij van mij, wat zou ik dan van je houden!


Tijdloze liefdesgedichten van Paul Géraldy vertaald door Jack van Vlijmen

Laatst in het Rijksmuseum had ik bij één schilderij ineens dat de afstand verdween. Het hoofd van de afgebeelde man leek zich los te maken van de witte kraag en fluwelen jas en ik kom mij hem voorstellen bij mij in de kroeg op de hoek. Hij begon te leven. Ik voelde dat hij net als ik een echt mens is geweest – bang voor de dood, zin in vers brood, behoefte aan liefde – en dat hij ooit, net als ik, langs de Amsterdamse grachten moet hebben gelopen.

De gedichten van Paul Géraldy hebben diezelfde tijdloosheid. Ik kan bijna niet geloven dat ze al in 1913 zijn geschreven. Zinnen als ‘Dat je kust is belangrijker voor je dan met wie’ en ‘Als je een man was had ik je dan willen ontmoeten?’ zijn van alle tijden. Ik herken mezelf en veel te veel exen in al deze gedichten.

Het zijn af en toe meer gedachten dan gedichten. Lees je het hardop, dan is het alsof je de hoofdpersoon hoort denken en praten. En bij alles denk ik: ja, zo is het precies. Jack van Vlijmen heeft knap werk verricht bij het vertalen van de bundel ‘Toi et Moi’. De bundel beschrijft de geschiedenis van een relatie van af het begin tot op het punt waarop de partners aan het voortzetten van een relatie gaan twijfelen. Alle kleine emotionele voorvallen die een relatie bemoeilijken komen aan de orde.

De gedichten in deze bundel zijn inzichtelijker dan de meeste studieboeken die ik over het onderwerp heb moeten lezen. Ze hebben de vorm van een gesprek waarin de man aan het woord is en zijn liefde voor zijn partner en zijn zorgen over de relatie in gewone dagelijkse woorden bespreekt. Jaloezie, schuldgevoel, achterdocht en conflicten komen aan de orde, maar ook de vraag wat liefde nu eigenlijk is.

Op deze site kun je de bundel bestellen. Hieronder een voorproeve van wat je te wachten staat:

Mea culpa
Kijk, de grootste stommiteit,
wat ik echt verkeerd heb gedaan,
is dat ik jou heb belast
met heel de zwaarte van mijn bestaan.

Toen je hart voor me open ging
heb ik gedacht,
dat mijn hele ziel en zaligheid
wel bij jou kon worden ondergebracht.

Dat was een fatale fout.
Daar ondervinden we nu de ellende van
omdat je de wereld nu eenmaal niet
in één persoon stoppen kan.

Je hart is groot en gastvrij.
Je bent vurig en trouw
maar een vriend of een moeder
zal ik nooit vinden in jou.

eKudos Nu Jij

Kun je na vijf minuten weten of een stel bij elkaar zal blijven?


Ja, blijkbaar. De bekende relatiepsycholoog John Gottman kan in zijn ‘liefdeslaboratorium’ na vijf minuten observatie met een zekerheid van 91 procent zeggen of een stel bij elkaar blijft of niet. Hij laat ze een ‘oude’ discussie opnieuw voeren en afgaande op de manier waarop ze hun conflicten proberen op te lossen weet hij al snel genoeg.

Stelletjes die later uit elkaar gaan communiceren volgens Gottman niet optimaal. Laten we als voorbeeld een conflict over de afwas nemen.

Stelletjes die uit elkaar zullen gaan beginnen met een valse start, een negatief, sarcastisch verwijt waarmee de ander direct in de hoek wordt gezet. Iets als: ‘De afwas? Jij doet het toch niet.’ Daarmee is de toon gezet. De ander heeft de keuze om zich te verdedigen of in het verdomhoekje te gaan staan. Welke strategie hij/zij ook kiest, de uitkomst is hoogstwaarschijnlijk (met 96 procent kans) negatief. Of er ontstaat een discussie die niemand wint of hij of zij voelt zich vernederd. Zelfs als de afwas daarna blinkend op het druiprek staat, belooft dit geen goeds voor de relatie.

Gottman, die ook de hartslag van deze mensen meet en alle negatieve woorden telt, kan na een paar minuten zeggen of deze mensen het zullen halen als ze zo doorgaan.

Uit vervolgonderzoek van Gottman en andere psychologen blijkt dat partners die elkaar adempauzes gunnen en niet bang zijn omwille van de harmonie hun gelijk op te geven een betere kans hebben om bij elkaar te blijven dan stellen die de koude oorlog proberen vol te houden. Ook hadden eerstgenoemden minder last van gezondheidsproblemen. De spanning eist duidelijk haar tol.

Als een stel elkaar niet de mogelijkheid geeft om regelmatig te ontsnappen aan de dreigende sfeer, dan geeft dat serieuze relatieschade.

Veel mannen die als verwijt krijgen dat het ze ‘geen bal interesseert’ of dat ze ‘koud, kil en afstandelijk’ zijn laten bij nadere beschouwing een heel ander plaatje zien als je hun hartslag meet. Hun ‘afgestompte houding’ – of de ‘muur’ die ze hebben opgebouwd – is een heel logische reactie op de schijnbaar niet aflatende dreiging die ze voelen binnen de relatie. Bij stellen die hun problemen niet weten op te lossen en die geen veilige rustmomenten inbouwen is de ‘kille muur’ vaak het enige toevluchtsoord.

Een oplossing voor dit probleem lees je hier.

eKudos Nu Jij