Het wiel uitvinden, elke dag opnieuw

Ongeveer 5.500 jaar geleden werd het wiel uitgevonden. Je zou dat (enigszins willekeurig) het begin van de moderne beschaving kunnen noemen. Zeker, de eerste steenbijl werd zo’n tweeënhalf miljoen jaar geleden al gemaakt, maar daarmee kon je vooral noten en schedels kraken. Dat kan de gemiddelde chimpansee ook. En ja, de domesticatie van dieren en planten was ook al langer gaande. Net als fikkie stoken, visjes bakken enzo. Leuk voor de gemiddelde survivalfreak, maar een heuse maatschappij bouw je daar nog niet mee. Het wiel bracht de menselijke beschaving echt in een versnelling. Transport over land, weefgetouw, pottenbakken, uurwerken, boekdrukkunst, windmolens, straalvliegtuigen. The sky was the limit, begrijp je wel?

Het wiel uitvinden was een mijlpaal voor de mens. Het valt gemakkelijk te begrijpen hoe het gooien van een steen evolueert tot het werpen van een speer. En het samenvoegen van een paar drijvende boomstammen tot het maken van een fraai vlot. Eén plus één is twee. Voor het wiel was meer nodig: een potje serieus out-of-the-box-denken. Het wiel komt namelijk niet als zodanig in de natuur voor. Het was een slimme mensaap die voor het eerst een draaischijf om zijn eigen as wist te wentelen. Een anonieme held die ons met zijn uitvinding veel nieuwe mogelijkheden en bewegingsvrijheid verschafte.

Je zou misschien verwachten dat de lastige stap naar het eerste wiel al snel gevolgd zou worden door de stap naar een fiets. Maar nee. Pas na duizenden jaren experimenteren (met verschillende toepassingen van het wiel), knutselde de Fransman Pierre Michaux in 1868 de velocipede in elkaar. De fiets zoals wij die kennen, een tweewieler met kettingaandrijving en pedalen, bestaat pas anderhalve eeuw. Ter vergelijk: de stoomtrein en de camera bestonden toen al meer dan een halve eeuw.

Het is niet zo verbazingwekkend dat de stap van wiel naar fiets zo lang duurde. Een fiets heeft weinig (evolutionaire) noodzaak. Aan een hooikar of ploeg hebben we meer. De fiets is een hobby-projectje, geen nuttig instrument dat de overleving van onze soort garandeert. En een hobby hebben – zoals fietsen – is een luxeding. Iets van verwaande, moderne mensen zoals jij en ik.

Maar vergis je niet. Het is tegenwoordig heel nuttig je hobby serieus te nemen. Misschien niet zo serieus dat je je lichaam volspuit met Armstrongetjes enzo, maar wel zo serieus dat je er voldoende plezier, mentale rust en gezondheid voor terug krijgt. In de opgefokte mensenjungle van nu is een fijne hobby bijzonder nuttig om de waan van de dag aan te kunnen. Of eraan te kunnen ontsnappen. Heb je een klotebaas? Vervelende partner? Stress van de deadline? Teveel gegeten? Internetverslaafd? Depressief door de AEX? Last van piekeren? Eenzijdig verliefd op de buurvrouw? Actualiteitenmoe?

Twee wielen verbonden door een frame, een ketting en twee pedalen. En keihard trappen maar. Elke dag weer, op een van de leukste uitvindingen ooit.

Deze column verscheen in Wielrenblad.

eKudos Nu Jij

One comment

  1. Walter

    Om de fiets nou een hobbyproject te noemen… Ik ken werkelijk geen handiger vervoermiddel dan de fiets. Werkelijk, zonder fiets zou ik niet weten hoe ik het zou moeten rooien in m’n dagelijkse leven. En ik ben niet de enige, ‘sochtends vroeg zijn er meer fietsen onderweg dan auto’s.
    Ik denk dat de echte reden dat het zo lang duurde voordat de fiets werd uitgevonden een heel andere is. Alle andere voertuigen werken namelijk door een externe energiebron aan te boren: een paard, een stel ossen, steenkool, wind, een kudde slaven. Later ook aardolie en uranium.
    De fiets daarentegen werkt door de eigen energie efficiënter aan te wenden. Door zuiniger om te gaan met het kleine beetje vermogen dat de menselijke motor kan leveren, ga je opeens vele malen sneller.
    Het besef dat je ook sneller kunt gaan door het in efficiëntie te zoeken in plaats van in meer, meer, meer: dát was zo’n radicale denkstap dat het duizenden jaren duurde voordat iemand hem zette.

Post a comment