Mens en monogamie: hoe zit het nou?

Eerst een feitje. De enige diersoort in de wereld die vooralsnog echt monogaam blijkt te zijn is de diplozoon paradoxum. Een eencellig diertje, dat parasiteert in de ingewanden van sommige vissen. De diplozoon paradoxum versmelt als larve samen met een partner. De twee worden letterlijk één en blijven elkaar trouw tot de dood hen scheidt. Dat is wanneer hun zwemmende behuizing sterft.

De overige diersoorten kunnen alleen overleven door in hun relaties enig opportunisme aan de dag te leggen. Ze worden geboren met de bereidheid zich niet blind te staren op één partner. Die kan namelijk voortijdig sterven, gek worden of minder geschikt blijken dan op het eerste gezicht leek. Deze bereidheid garandeert een hogere kans op voortplanting. Mannen hebben er evolutionair wat aan als ze behalve hun partner ook hun zaad verspreiden buiten de relatie, en de vrouw kan misschien aan beter zaad komen van een man die verder niet de opvoeder van haar kind wil zijn. Hiermee is de vraag voor een belangrijk deel beantwoord. Dieren zouden wel gek zijn als ze strikt monogaam waren, en polygamie komt dan ook bij alle soorten voor. Een aantal soorten heeft echter baat bij milde monogamie.

Biologen hebben een simpele regel ontdekt: hoe groter de verschillen in gewicht tussen mannetjes en vrouwtjes, hoe polygamer deze diersoort is. Als de mannetjes van een diersoort relatief groot zijn duidt dit erop dat de vrouwtjes steeds voor de grootste en sterkste partners gingen, dat de grootte van de man evolutionair werd beloond en dat ze daardoor alsmaar groter werden. Zo kun je verklaren dat mannelijke walrussen soms vier keer het gewicht hebben van de gemiddelde vrouwelijke walrus. Ze kunnen door zo’n mannetje verpletterd worden, maar toch kiezen ze de grootste die ze kunnen krijgen.

Menselijke mannen zijn 10 procent groter en 20 procent zwaarder dan vrouwen. Dit betekent dat mensen slechts een beetje polygaam zijn. Je kunt het ook behoorlijk monogaam noemen in vergelijking met andere diersoorten. We doen althans erg ons best, en dat gaat redelijk goed. We vinden onze gelijken in slechts een paar andere diersoorten zoals zeepaarden, knobbelzwanen, muskusratten, bevers, reebokken, woelmuizen en gibbons.

De kans dat je ten minste één keer in een relatie wordt bedonderd ligt echter nog steeds tussen de 40 en 76 procent. Volgens het onderzoek van psycholoog Henk Noort zegt één op de vier Nederlanders weleens te zijn vreemdgegaan. Nederlanders zijn relatief trouw binnen hun vaste relatie. Duitsers, Fransen, Engelsen en Spanjaarden scoren een stuk slechter. De meeste vreemdgangers werden gevonden onder de Italianen: 45 procent. Nederlandse mannen die een slippertje maken zijn op zoek naar spanning en willen de sleur doorbreken. Vrouwen maken de keuze minder bewust. Ze worden per ongeluk verliefd, gaf de helft als reden op. Van de vreemdgangers loopt ongeveer de helft nog met het geheim rond. De andere helft heeft het in de meeste gevallen (78 procent) zelf opgebiecht en daarmee is de Nederlander ook het meest openhartig. Na de bekendmaking betekende dat in de helft van de Nederlandse gevallen het eind van de relatie.

De mens leeft vermoedelijk al zo’n twee miljoen jaar relatief monogaam. Voor die tijd waren de lengteverschillen tussen man en vrouw stukken groter, wat wijst op een minder harmonieus seksleven, met meer concurrentie tussen de mannetjes, zoals we nu nog bij gorilla’s zien die in een haremsysteem leven. De leider van de groep mocht als eerste kiezen met wie hij wilde paren en de andere mannetjes moesten zich zien te redden met wie er overbleef.

Waarom willen we een ander eigenlijk voor onszelf houden?
Er zijn meerdere theorieën, maar de theorie van evolutionair bioloog Sergey Gavrilets lijkt plausibel. Volgens hem hebben de vrouwtjes, toen ze logisch leerden nadenken, bedacht dat het nuttig was mannetjes toe te laten die hun te eten gaven. Een ruil: jij geeft mij te eten, ik geef jou seks. Uit dat simpele idee ontstonden vaste banden die uiteindelijk leiden tot exclusiviteit en regels zoals het huwelijk, zoals wij die nu kennen.

Onze behoefte aan variatie hield daarmee overigens niet op. Mensen werden niet monogaam, maar ‘serieel monogaam’. Tegenwoordig zijn we niet bij elkaar tot de dood ons scheidt omdat God of iemand anders het op die manier heeft bedoeld, we zijn bij elkaar tot we er genoeg van hebben. Gemiddeld gezien is dat zo’n vier jaar. De antropologe Helen Fisher stuitte op een universeel patroon van seriële monogamie. Zij analyseerde echtscheidingscijfers in tientallen samenlevingen en ontdekte een piek in echtscheidingen na een relatie van rond de vier jaar. Zij denkt dat deze echtscheidingscyclus het vierjarige ‘broedseizoen’ van onze voorouders in de Afrikaanse savanne volgt. Die kregen in vier jaar ongeveer één kind. Als het kind enigszins kon lopen konden de koppels uit elkaar om op zoek te gaan naar een volgende partner. Vandaag de dag kunnen vrouwen na de geboorte van een kind weer snel zwanger worden. Maar onze verre grootmoeders waren veel minder vruchtbaar, omdat ze minder (vet) voedsel binnenkregen en langer borstvoeding gaven.

Nu vrouwen goed voor zichzelf kunnen zorgen en de man niet onmisbaar is voor de verzorging van de kinderen, wordt overspel minder bedreigend. Sommige deskundigen denken dat mensen daarom minder exclusief zullen worden en dat in onze soort jaloezie langzaam zal verdwijnen, dat we meer en meer vreemdgaan en steeds meer toestaan dat onze partner seks met een ander heeft. Is de tijd rijp voor open relaties?

Een kleine Faq over vreemdgaan

Wie gaan er het snelst vreemd?
Vrouwen kunnen beter liegen, maar mannen blijken er beter in ontrouw bij hun partner te ontdekken dan vrouwen. Dat lijken twee nogal tegenstrijdige resultaten van twee wetenschappelijke onderzoeken. De Amerikaanse wetenschapper Paul Andrews ontdekte in zijn onderzoek dat 75 procent van de mannen het doorhad als de partner vreemdging. Bij vrouwen lag dit op 41 procent. Aan de andere kant weet maar liefst 95 procent van de vrouwen haar overspel te verbergen voor haar partner tegenover 83 procent van de mannen, blijkens een onderzoek van psycholoog David Holmes. Hoe is dat mogelijk? Mannen zijn arg- wanender en banger dat hun partner vreemdgaat. Ze zijn er dus meer mee bezig in hun hoofd, ook als hun vrouw wel trouw is.

Wat wijst erop dat iemand vreemdgaat?
Hij of zij gedraagt zich anders dan voorheen, is waarschijnlijk een stuk vrolijker of minder betrokken, is op ongewone tijden afwezig en heeft minder of juist meer seksuele belangstelling voor de vaste partner.

Wat is de beste manier om vreemd te gaan?
Volgens het controversiële boek van Judith E. Brandt (The 50-mile Rule; Your Guide to Infidelity and Extramarital Etiquette) moet je een aantal basisregels toepassen om ongestraft vreemd te kunnen gaan: zorg dat er vijftig mijl (tachtig kilometer) zit tussen de actieradius van de minnaar en de reguliere partner. Vertel niets aan niemand. Doe het niet binnen je vriendenkring of op je werk. Verander je levensstijl niet. Ontken altijd en doe het veilig.

Wat is een simpele manier om monogamer te worden?
Om te beginnen moet je zorgen dat je regelmatig op een natuurlijke wijze aan je partner (en/of de baby) wordt herinnerd, bijvoorbeeld een pasfoto van je vriend of vriendin in je portemonnee te doen, een ingelijste foto van jezelf en je partner op je werkplek te zetten en hem/haar op het display van je mobiel, en een t-shirt te dragen waar je partner in heeft geslapen. Het schijnt te helpen. Als je het andersom niet vertrouwt kun je natuurlijk ook – subtiel – zorgen dat je partner aan jou wordt herinnerd. Goede seks en moeite doen om aantrekkelijk te blijven helpen uiteraard ook. Ongeveer één op de vier mensen zou zijn partner verlaten wanneer zijn of haar prestaties in de slaapkamer te wensen overlaten.

Wie zijn de ergste vreemdgangers?
Rijke, machtige, aantrekkelijke mensen natuurlijk, die hebben veel keuze en macht erotiseert. Persoonlijkheid is daarbij een betere voorspeller dan religie, opleiding of geslacht. Mannen met seksuele faalangst – echt waar – of een neiging tot impulsiviteit en risico’s nemen doen het ook eerder, net als mensen die weinig inlevingsvermogen hebben, zoals narcisten en psychopaten. Een vrouw die de broek aan heeft gaat eerder vreemd dan een vrouw die zich makkelijk schikt, maar voor hen zijn vooral relatieproblemen een belangrijke voorspeller. Vrouwen die ontevreden zijn over hun relatie gaan twee keer zo vaak vreemd. Mensen die vinden dat zij seksueel gezien geen leuke match met hun partner zijn gaan drie keer zo vaak vreemd. Ook het type werk en de hoogte van het inkomen spelen een rol. Mensen op hoge posities die veel reizen hebben de meeste neiging en gelegenheid tot vreemdgaan. Als een man economisch afhankelijk is van een vrouw gaat hij ook eerder vreemd. Bij vrouwen is dat andersom. In relaties waarin het minst werd vreemdgegaan bleek de vrouw 75 procent van het inkomen van de man te verdienen.

eKudos Nu Jij

2 comments

  1. luna

    Hoi,

    interessant artikel, maar hoe kan de kans dat je met ontrouw in een relatie te maken krijgt 40-70% zijn, terwijl “maar”25% zegt te zijn vreemdgegaan?
    Dat snap ik niet helemaal, en het maakt me ook wel een beetje onzeker, want dat zou betekenen dat miss. wel meer dan de helft van mijn getrouwde familie en niet single vrienden vreemdgaat terwijl ik hen daar helemaal geen types voor vind, en miss. dus mijn toekomstige vriend ook wel.
    Groetjes,
    Elise

  2. Marcelino

    Hoi Luna,
    Ik weet niet waar je die 25 % vandaan hebt, en wat je precies bedoelt met ‘zegt te zijn vreemdgegaan.’ Tegen wie zegt die 25% dat? Tegen de partner of de onderzoeker?
    In het tweede geval betekent het gewoon dat niet alle vreemdgangers tegen hun partner opbiechten dat ze een slippertje hebben gemaakt.

    Dit soort cijfers zijn overigens een schatting en veranderen vaak ietwat al naar gelang de opzet van de onderzoekers. Zijn de ondervraagden wel eerlijk tegen de onderzoekers? Wat is hun definitie van vreemdgaan? En van de ondervraagden? En hoe goed hebben de onderzoekers deze uitdagingen ondervangen? En deze cijfers veranderen met de tijdsgeest.

    Een ander aspect van dit soort onderzoeken is dat deze getallen niet rechtstreeks vertaald kunnen worden naar jouw eigen omgeving. Het is een gemiddelde. In sommige (sub)culturen is vreemdgaan meer geaccepteerd en komt het vaker voor. Ik zou me er niet zo’n zorgen over maken. Ik vind het nogal meevallen als je in een heel leven maar een keer wordt bedrogen. En in de meeste gevallen gaat het om een eenmalig incident en niet om systematische vreemdgangerij.

Post a comment